Aanpassingen vanaf 1 januari 2024
Men brengt kleine aanpassingen in de reglementering van de werkbonus en de structurele vermindering naar aanleiding van de nieuwe verrekeningswijze van enkel vertrekvakantiegeld bedienden vanaf vakantiejaar 2024.
- Het eventuele positieve saldo dat de bediende ontvangt bij de eindafrekening van het vertrekvakantiegeld in de maand december of de maand van uitdiensttreding, telt niet mee voor de berekening van de werkbonus en de structurele vermindering vanaf 1 januari 2024. Het blijft uit de berekeningsbasis voor de berekening van het referteloon voor de werkbonus en de structurele vermindering.
- Op de verbrekingsvergoeding en het enkel vertrekvakantiegeld dat een bediende ontvangt bij uitdiensttreding berekenen we geen werkbonus, sportbonus of vermindering van persoonlijke bijdragen na ontslag in het kader van herstructurering, faillissement, sluiting, vereffening. Dit is niet nieuw. Men legt een bestaande praktijk vast in de wetgeving.
Een besluit met deze wijzigingen is in voorbereiding.
Ter informatie volgt nog een korte toelichting over de werkbonus, de structurele vermindering en de nieuwe werkwijze voor verrekening van het enkel vertrekvakantiegeld voor bedienden.
Wat betekent dit voor de werkgever?
De berekening van de werkbonus en structurele vermindering gebeuren automatisch bij de loonberekening. De werkgever dient hiervoor zelf geen enkele actie te ondernemen.
De reeds uitgevoerde berekeningen in 2024 voor klanten bij SD Worx zijn afgestemd op de aangekondigde aanpassingen van de wetgeving.
Opgelet!
Deze bespreking is gebaseerd op een ontwerptekst en geldt onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Wat is de sociale werkbonus?
De sociale werkbonus is een systeem van vermindering van werknemersbijdragen. De werkbonus zorgt voor een hoger nettoloon door een verlaging van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen, zonder dat het brutoloon stijgt.
De werkbonus speelt enkel voor werknemers met een laag loon (tot ongeveer 3.150 euro bruto per maand voor voltijdse prestaties op 1/11/2023). En is van toepassing op werknemers die volledig onderworpen zijn aan sociale zekerheid (persoonlijke bijdrage van 13,07%).
Het bedrag van de werkbonus is afhankelijk van het voltijds refertemaandloon (S) van de werknemer en de mate van tewerkstelling van de werknemer in de betrokken maand.
De vermindering is een forfaitair bedrag dat geleidelijk vermindert naarmate het loon stijgt.
De werkbonus compenseert de ‘volledige’ werknemersbijdrage voor een voltijds referteloon tot ongeveer 2.000 euro/maand.
We brengen de werkbonus elke maand in mindering van de werknemersbijdragen die we inhouden op het brutoloon.
Wat is de structurele vermindering?
De structurele vermindering is een algemene basisvermindering op de werkgeversbijdragen voor werknemers die volledig onderworpen zijn aan sociale zekerheid.
Voor de grootste groep arbeiders en bedienden uit de profitsector (algemene categorie 1) is de structurele vermindering beperkt tot werknemers met lagere lonen.
Het bedrag van de structurele vermindering verschilt naargelang de categorie van de tewerkstelling, het voltijds refertekwartaalloon van de werknemer en de tewerkstellingsgraad van de werknemer in het betrokken kwartaal.
Voor werknemers met zeer lage lonen - een voltijds refertekwartaalloon tot ongeveer 6.500 euro - kan de werkgever een extra vermindering genieten. Deze nieuwe component sinds april 2022 vormt een compensatie voor de geleidelijke verhoging van het intersectoraal minimumloon.
We passen de structurele vermindering onmiddellijk toe in de kwartaalaangifte.
Verrekening enkel vertrekvakantiegeld bedienden vanaf 2024
De nieuwe methode van verrekening bij de nieuwe werkgever betreft alleen het enkel vertrekvakantiegeld dat een bediende ontving van een vorige werkgever.
Die verrekening gebeurt vanaf 2024 in 2 stappen:
- bij opname van een vakantiedag op basis van een vakantieattest: aftrek van 90% van het bruto dagloon van de betrokken maand;
in december of ten vroegste in de maand van uitdiensttreding: de eindverrekening. Het gaat hier om eventuele correcties van de aftrek die al gebeurd is in de loop van het vakantiejaar.
Bij de eindverrekening wordt nagegaan of er nog een bijkomende inhouding nodig is, of daarentegen nog een bijkomend vakantiegeld verschuldigd is (= positief saldo te betalen).
Dezelfde werkwijze gebeurt ook voor de verrekening van enkel vakantiegeld betaald door het vakantiefonds bij overgang van arbeider naar bediendestatuut.
De verrekening van het dubbel vertrekvakantiegeld gebeurt nog steeds op één moment, in principe wanneer de werknemer zijn hoofdvakantie opneemt.