Feedback
ella
Voorstellen van Muyters om meer niet-EU buitenlanders in Vlaanderen aan te trekken
Uit de wandelgangen van de overheid
Gepubliceerd op 15/06/2018

Net als in de andere Gewesten is het algemeen geweten dat Vlaamse werkgevers vaak hun vacatures niet of moeilijk ingevuld krijgen. Dit ondanks de inspanningen van de VDAB om de competenties van werkzoekenden te versterken en om werkzoekenden uit andere regio's aan te lokken of zelfs kandidaten op de Europese arbeidsmarkt te zoeken.

 

Toch is er nog altijd een mismatch op de Vlaamse arbeidsmarkt tussen het aanbod van (vaak ongeschoolde) arbeidskrachten en de vraag naar specifiek geschoolde arbeidskrachten.

 

Vlaamse Minister van Werk Muyters wil deze problemen verhelpen met nieuwe maatregelen om meer niet-EU buitenlanders naar hier te krijgen.

 

Vandaag is het uiteraard al mogelijk om een niet-EU onderdaan aan te trekken, maar toch ondervinden bedrijven nog te veel drempels om de juiste personen te vinden.

 

Minister Muyters wil die drempels wegwerken zodat de arbeidsmigratie vlotter kan verlopen. 

 

Hij heeft de vijf volgende voorstellen:

  1. de duurtijd van een arbeidskaart kan tot 3 jaar lopen; momenteel is de arbeidskaart beperkt tot 1 jaar;

  2. het vereiste minimumjaarloon voor pas afgestudeerde hooggeschoolden zal lager zijn om een arbeidskaart voor hen te krijgen;

  3. er komt een nieuwe dynamische lijst van knelpuntberoepen voor middengeschoolde profielen. De niet-EU-onderdanen die over dergelijke kwalificaties beschikken, zullen gemakkelijker een arbeidskaart kunnen krijgen zonder dat er een arbeidsmarktonderzoek moet gebeuren;

  4. buitenlandse studenten en onderzoekers zullen aangemoedigd worden om een job te vinden wanneer ze hun studie of onderzoeksproject hier hebben afgerond. Als hun studie of onderzoek gedaan is, zullen ze langer in België mogen verblijven om naar een job te zoeken;

  5. de voorwaarden voor de toekenning van beroepskaarten aan buitenlandse zelfstandigen zullen verstrengd worden. Alleen diegenen die een toegevoegde waarde voor onze economie vormen, zouden voortaan een beroepskaart kunnen krijgen.

 

De voorstellen van Muyters werden in een visienota opgenomen en moeten nog vertaald worden in een ontwerptekst.

 

Volgens persberichten is het de bedoeling om de nieuwe maatregelen op 1 januari 2019 in werking te laten treden. 

Wat betekent dit voor de werkgever?

Vanaf 2019 zullen Vlaamse werkgevers over meer mogelijkheden beschikken om niet-EU onderdanen in dienst te nemen. De maatregelen moeten echter nog in wetteksten geconcretiseerd worden.

Bron:
https://www.vlaanderen.be/nl/nbwa-news-message-document/document/090135578023d5be

Context

Net als in de andere Gewesten is het algemeen geweten dat Vlaamse werkgevers vaak hun vacatures niet of moeilijk ingevuld krijgen. Dit ondanks de inspanningen van de VDAB om de competenties van werkzoekenden te versterken en om werkzoekenden uit andere regio's aan te lokken of zelfs kandidaten op de Europese arbeidsmarkt te zoeken.

 

Toch is er nog altijd een mismatch op de Vlaamse arbeidsmarkt tussen het aanbod van (vaak ongeschoolde) arbeidskrachten en de vraag naar specifiek geschoolde arbeidskrachten.

 

De belangrijkste knelpunten blijven daarbij het tekort aan bepaalde hoogopgeleiden en aan technisch geschoolde profielen. Vlaamse Minister van Werk Muyters wil deze problemen verhelpen met nieuwe maatregelen om nog meer niet-EU buitenlanders naar hier te krijgen.

 

Het is ook de bedoeling dat buitenlanders aan de opbouw van een innovatieve kenniseconomie meehelpen. Specifieke kennis en vaardigheden zijn in dit verhaal essentieel voor de productiviteit en competitiviteit van onze bedrijven.

 

 

Juridische inhoud

1. Voorstellen van Muyters

Vandaag is het uiteraard al mogelijk om niet-EU onderdanen aan te trekken, maar toch ondervinden bedrijven nog te veel drempels om de juiste personen te vinden. Minister Muyters wil die drempels wegwerken zodat de arbeidsmigratie vlotter kan verlopen. 

 

Het principe blijft echter dat buitenlands potentieel wordt aangetrokken op voorwaarde dat de eigen arbeidsmarkt geen geschikte kandidaten ter beschikking heeft, en men deze evenmin na kortlopende opleidingen kan werven. Men blijft dus eerst naar de Vlaamse arbeidsmarkt kijken en vervolgens naar beschikbaarheden op de Brusselse, Waalse en Europese arbeidsmarkten.

 

Muyters heeft voorstellen om de administratieve verplichtingen te vereenvoudigen en nog meer hooggeschoolde, middengeschoolde en laaggeschoolde buitenlanders aan te trekken.

1.1. Nood aan administratieve vereenvoudiging

De werknemers zijn mobieler dan ooit en gebruiken ook meer nieuwe vormen van werken.

 

De Minister wil met deze verhoogde mobiliteit rekening houden. Hij wil bijvoorbeeld dat een werknemer in dienst van een bepaalde onderneming in bepaalde gevallen ingeschakeld kan worden om zijn job te doen in een andere onderneming. Voor die andere job zou er geen extra arbeidskaart aangevraagd moeten worden.

 

Daarnaast overweegt de Minister om de duurtijd van een arbeidskaart te verlengen tot de duurtijd van het contract, met een maximale duur van 3 jaar.

 

De huidige beperking tot 12 maanden geeft de werkgever immers te veel administratieve rompslomp indien hij de arbeidskaart moet verlengen.

1.2. Aantrekken van hoogopgeleid talent

Het aanwerven van buitenlandse hooggeschoolden en leidinggevenden zal in Vlaanderen nog altijd eenvoudig blijven, omdat men vermoedt dat er een tekort aan deze profielen op de arbeidsmarkt is.

 

Zoals het nu al het geval is, hoeft de Vlaamse overheid geen arbeidsmarktonderzoek te doen om te zien of er geschikte kandidaten in eigen land zijn.

 

De hoogopgeleide moet een diploma (minimum 3 jaar hoger onderwijs) en een arbeidscontract voorleggen om in Vlaanderen te mogen werken. Hij moet minstens 40.972 EUR per jaar (bedrag voor 2018) verdienen. Vlaanderen overweegt wel om het jaarloon van die mensen in de loop van de tijd aan te passen in functie van de geldende lonen in Vlaanderen.

 

Voor pas afgestudeerde hoogopgeleiden blijkt het minimumjaarloon vaak te hoog. Tijdens de 3 eerste jaren na hun studies zouden ze dus mogen betaald worden aan het loonbarema toepasselijk op deze categorie van jongeren.

 

En tenslotte zouden buitenlandse studenten en onderzoekers naar onze ondernemingen kunnen doorstromen wanneer ze hun studie of onderzoeksproject hebben afgerond. Ze zullen over een (verlengd) verblijfsrecht beschikken, zodat ze de mogelijkheid hebben werk te zoeken of een zelfstandige activiteit uit te bouwen.

1.3. Aantrekken van middengeschoolden via lijst van knelpuntberoepen

Naast de nood aan hooggeschoold personeel is er ook behoefte aan specifieke technische geschoolde mensen voor bepaalde sectoren. Vlaanderen heeft in het verleden buitenlandse werknemers toegelaten tot specifieke knelpuntberoepen. Die mogelijkheid was echter alleen toegankelijk voor de nieuwe EU-onderdanen en de langdurige EU-ingezetenen. Hiertoe werd in 2006 een knelpuntberoepenlijst opgesteld. Maar die lijst werd nooit bijgewerkt.

 

Er wordt dus nu gedacht aan een dynamische knelpuntberoepenlijst voor middengeschoolde profielen, die gekoppeld is aan ISCO-codes en aan een minimumloon. De lijst zal regelmatig aangepast worden.

 

Het voordeel van die lijst is dat vaak gezochte profielen kunnen aangetrokken worden zonder dat telkens een individueel arbeidsmarktonderzoek moet uitgevoerd worden.

 

Een piste blijft ook open voor middengeschoolde profielen die niet op de knelpuntberoepenlijst voorkomen. Ze zouden in uitzonderlijke gevallen mogen werken na een individueel arbeidsmarktonderzoek bij de werkgever door de VDAB.

1.4. Uitzonderlijke toegang voor laaggeschoolden via individueel arbeidsmarktonderzoek

De mogelijkheid blijft bestaan dat laaggeschoolden in zeer uitzonderlijke gevallen toegelaten worden tot onze arbeidsmarkt. Men blijft er immers van uitgaan dat dergelijke profielen beschikbaar zijn op de arbeidsmarkt of via kortlopende opleiding kunnen omgeschoold worden. Dus slechts in uitzonderlijke gevallen van sociale of economische aard zal een laaggeschoold profiel in het buitenland kunnen aangeworven worden.

 

Het gaat om gevallen waarbij de werkgever een vacature een bepaalde tijd openstelde en geen geschikte kandidaten vond.

 

Het enige verschil met de huidige regeling is dat de buitenlander niet noodzakelijk van een land moeten komen waarmee België een tewerkstellingsakkoord heeft gesloten.  

1.5. Verstrenging toekenning beroepskaarten voor zelfstandigen

De reglementering over de toekenning van beroepskaarten aan buitenlandse zelfstandigen wordt ook aangepast. De huidige regeling dateert immers van 1965 en is aan hernieuwing toe.

 

De huidige regeling geldt uniform voor alle types van zelfstandige activiteiten. Men overweegt om strengere voorwaarden op te leggen voor de zelfstandige ondernemers. Alleen diegenen die een toegevoegde waarde voor onze economie vormen, zullen een beroepskaart kunnen krijgen. Meer details daarover hebben we voorlopig niet.

2. Oneerlijke concurrentie en sociale dumping vermijden

Het aantrekken van buitenlandse arbeidskrachten mag uiteraard geen aanleiding geven tot oneerlijke concurrentie of tot sociale dumping op de arbeidsmarkt.

 

Elke aangeworven buitenlandse arbeidskracht zal minstens hetzelfde loon moeten krijgen als de nationale onderdanen die een gelijkaardige functie uitoefenen in dezelfde sector. Dit principe geldt ook in geval van tijdelijke detachering naar België en werd recent bevestigd in de nieuwe EU-detacheringsrichtlijn.

3. En nu?

De voorstellen van Muyters werden in een visienota opgenomen en moeten nog vertaald worden in een ontwerptekst.

 

Volgens persberichten is het de bedoeling om de nieuwe maatregelen op 1 januari 2019 in werking te laten treden.  

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.