Het Vlaams Gewest grijpt in op de patronale verminderingen voor ouderen en jongeren vanaf 1 januari 2020. In oktober kreeg u een eerste bespreking van de geplande beperkingen. 

De tekst die voorligt in het Vlaams parlement herformuleert en verruimt de overgangsregeling voor ouderen. Hierdoor vallen minder ouderen op korte termijn uit de boot.

Vlaamse vermindering ouderen vanaf 58 jaar

Vanaf 1 januari 2020 ontvangt de werkgever, gevestigd in het Vlaams Gewest, pas een doelgroepvermindering voor aanwerving én tewerksteling van ouderen vanaf 58 jaar in plaats van vanaf 55 jaar . 

Overgangsregels

De Vlaamse Regering voorziet zeer ruime overgangsregels zodat een geleidelijke overgang tot stand komt. 

1. Voordeel 'zittende oudere' voor iedereen van 55 of ouder op 31 december 2019 

Werknemers die uiterlijk op 31 december 2019 de leeftijd van 55 jaar bereiken, blijven in aanmerking komen voor het voordeel van 'zittende oudere' zoals vandaag van toepassing.  Dit tot de laatste dag van het kwartaal vóór het kwartaal waarin ze 58 jaar worden. 

Merk op!

Dit potentieel recht voor de werkgever is enkel gekoppeld aan de leeftijd van de werknemer op 31 december 2019 en staat los van een aanwervingsdatum in de onderneming.

Voorbeeld

Een oudere wordt 55 jaar op 1 december 2019.  De overgangsregel kan dus gebruikt worden.

Als deze oudere in dienst treedt op 1 januari 2020 of op een latere datum, kan elke werkgever in het Vlaams Gewest - ondanks de gewijzigde wetgeving vanaf 2020 - toch nog gebruik maken van de vermindering voor tewerkstelling van een oudere (=zittende oudere).  Dit betekent c oncreet een vermindering van maximum 600 euro per kwartaal .

De overgangsregel geldt maar tot de werknemer 58 jaar is.  Op dat ogenblik kan een werkgever terugvallen op de gewone verminderingsregel van toepassing vanaf 2020.

Tewerkstelling en aanwerving van ouderen tussen 55 en 57 jaar blijft dus ook vanaf 2020 nog interessant in het Vlaams Gewest. De werkgever kan voor hen nog steeds een patronale vermindering 'zittende oudere' toepassen. 

Personen van 54 jaar of jonger, op het eind van 2019, vallen buiten de overgangsregel en komen pas vanaf 58 jaar in aanmerking voor een patronale vermindering voor ouderen in Vlaanderen. 

2. Na vermindering aanwerving oudere volgt vermindering zittende oudere 

De hierboven besproken overgangsregel heeft als gevolg dat ook een oudere werknemer die nog geen 58 jaar oud is op het einde van de voordeelperiode van de vermindering bij aanwerving, (automatisch) recht opent op het voordeel 'zittende oudere'.  

Dit betekent dat de twee vormen van vermindering voor ouderen nog steeds zonder onderbreking bij elkaar aansluiten.

3. Hogere voordeel nog mogelijk bij aanwerving vóór 2020

De werkgever kan bij een aanwerving, tot uiterlijk 31 december 2019, nog recht behouden op het bestaande hogere voordeel bij aanwerving van een oudere tussen 55 en 57 jaar. Gedurende 8 kwartalen geniet de werkgever van een volledige vrijstelling van basisbijdragen. 

4. Behoud lopend voordeel aanwerving oudere

De overgangsmaatregel vermeld onder punt 3 heeft als gevolg dat ook een al lopende vermindering voor aanwerving van een oudere tussen 55 en 57 jaar verder kan toegepast worden tot het normaal voorziene einde.   

Let op!

De verminderingen voor oudere werknemers kunnen slechts toegepast worden als alle voorwaarden voldaan zijn in het betrokken kwartaal (o.a. tewerkstelling in een vestiging in het Vlaams Gewest, categorie1 voor de structurele lastenvermindering, refertekwartaalloon lager dan de kwartaalgrens, effectieve arbeidsprestaties geleverd, ...).

Inwerkingtreding

Het decreet treedt in werking op 1 januari 2020 wat betreft de artikelen die ingrijpen op de Vlaamse doelgroepverminderingen.