Feedback
ella
Dienstboden en huispersoneel voortaan onder toepassingsgebied welzijnswetgeving
Uit het Belgisch Staatsblad van 15/05/2023
Gepubliceerd op 24/05/2023

De welzijnswetgeving is voortaan ook van toepassing op dienstboden en huispersoneel.

Dit betekent dat de werkgever vanaf nu extra verplichtingen heeft ten aanzien van deze werknemers.

Een belangrijke wijziging is bijvoorbeeld dat ook zij zich nu moeten aansluiten bij een externe preventiedienst.

 

Bovendien heeft de koning bijzondere maatregelen vastgelegd om rekening te houden met de specifieke toestand van de dienstboden en het huispersoneel. De werkgever stelt hen immers tewerk in zijn privéwoning, ze zijn vaak geïntegreerd in diens gezin.

 

Zo moet de werkgever onder meer:

  • een risicoanalyse uitvoeren en passende maatregelen treffen;

  • hen informeren over risico’s en preventiemaatregelen;

  • zorgen voor een gepast gezondheidstoezicht;

  • specifieke bepalingen naleven rond de arbeidsplaats;

 

Om de werkgevers te ondersteunen bij het uitvoeren van de risicoanalyse, heeft de FOD Werkgelegenheid een online tool uitgewerkt, de OiRA-tool dienstboden (“Online Interactive Risks Assessment”). Deze tool geeft ook aan welke preventiemaatregelen de werkgever kan treffen.

 

Inwerkingtreding

 

Deze regeling treedt in werking op 15 mei 2023.

 

Werkgevers die reeds dienstboden of huispersoneel in dienst hebben, hebben tot 15 mei 2024 de tijd om aan deze nieuwe regels te voldoen, met inbegrip van het onderwerpen van deze werknemers aan de voorafgaande gezondheidsbeoordeling.

Wat betekent dit voor de werkgever?

De welzijnswetgeving geldt voortaan ook voor dienstboden en huispersoneel.

Dit brengt extra verplichtingen mee voor de werkgevers. Zo moeten ook zij zich nu bijvoorbeeld aansluiten bij een externe preventiedienst.

 

Verder moet de werkgever ook specifieke maatregelen nemen:

  • een risicoanalyse uitvoeren en passende maatregelen treffen;

  • hen informeren over risico’s en preventiemaatregelen;

  • zorgen voor een gepast gezondheidstoezicht;

  • specifieke bepalingen naleven rond de arbeidsplaats;

 

Deze verplichtingen gelden vanaf 15 mei 2023.

Voor werkgevers die reeds dienstboden of huispersoneel in dienst hebben, geldt een overgangsbepaling. Zij hebben tot 15 mei 2024 de tijd om aan deze verplichtingen te voldoen.

Bron:
Koninklijk besluit van 7 mei 2023 tot vaststelling van specifieke maatregelen betreffende het welzijn op het werk van dienstboden en huispersoneel in boek X van de codex over het welzijn op het werk, Belgisch Staatsblad 15/5/2023, bl. 45964.

Juridische inhoud

1. Dienstboden en huispersoneel onder welzijnswetgeving

Situering

 

Het Verdrag nr. 189 van de Internationale Arbeidsorganisatie betreffende het waardig werk voor werknemers en werkneemsters die als dienstboden worden tewerkgesteld schrijft voor dat dienstboden en ander huispersoneel recht hebben op een veilige en gezonde arbeidsomgeving. 

 

Doordat België dit verdrag heeft goedgekeurd, moest men het toepassingsgebied van de welzijnswetgeving hiermee in overeenstemming brengen. Met een wet van 2014 kwam onze regering hieraan tegemoet.

 

Het was echter nog wachten op een koninklijk besluit om de inwerkingtreding en de eventuele bijzondere maatregelen te bepalen.

 

Meer bescherming voor dienstboden en huispersoneel

 

9 jaar later is het zo ver.

 

Voortaan vallen dienstboden en huispersoneel onder de welzijnswetgeving.

Dit betekent dat de werkgever vanaf nu extra verplichtingen heeft ten aanzien van deze werknemers.

Het gaat onder meer om maatregelen rond arbeidsveiligheid, bescherming van de gezondheid van de werknemer en arbeidshygiëne.

 

Een belangrijke wijziging is bijvoorbeeld dat ook werkgevers van huispersoneel en dienstboden zich voortaan moeten aansluiten bij een externe preventiedienst.

Deze werknemers krijgen daardoor ook toegang tot een externe arbeidsarts die zij spontaan kunnen consulteren.
 

Bovendien heeft de koning bijzondere maatregelen genomen om rekening te houden met de specifieke toestand van de dienstboden en het huispersoneel. De werkgever stelt hen immers tewerk in zijn privéwoning.

 

Zo moet de werkgever onder meer:

  • een risicoanalyse uitvoeren en passende maatregelen treffen;

  • hen informeren over risico’s en preventiemaatregelen;

  • zorgen voor een gepast gezondheidstoezicht;

  • specifieke bepalingen naleven rond de arbeidsplaats;

 

In deze nieuwsbrief bespreken we deze bijzondere maatregelen in detail.

 

Ter herinnering

 

Dienstboden zijn werknemers die in hoofdzaak huishoudelijke handenarbeid verrichten voor de huishouding van de werkgever of van zijn gezin. En die met deze werkgever zelf een arbeidsovereenkomst voor dienstboden hebben gesloten.

Het gaat bijvoorbeeld om koks en kamerknechten en -meisjes.

 

Huispersoneel zijn werknemers die in of buiten het huis van de werkgever hoofdarbeid of handenarbeid uitvoeren die geen huishoudelijke arbeid is, voor de privé-behoeften van deze werkgever of van zijn gezin. En die met deze werkgever zelf een arbeidsovereenkomst hebben gesloten.

Het gaat bijvoorbeeld om huisonderwijzers, chauffeurs en personeel voor tuinonderhoud.

2. Risicoanalyse en preventiemaatregelen

De werkgever voert een analyse uit van de risico’s waaraan de dienstboden of het huispersoneel kunnen worden blootgesteld en neemt hiertoe passende preventiemaatregelen.

 

Interactieve tool


De FOD Werkgelegenheid voorziet via zijn website een interactieve tool voor de uitvoering van een online risicoanalyse, de OiRA-tool dienstboden (“Online Interactive Risks Assessment”).

Deze tool geeft ook aan welke preventiemaatregelen de werkgever kan treffen.

 

Een werkgever die dergelijke interactieve tool correct gebruikt, wordt geacht de risicoanalyse te hebben uitgevoerd.

 

De externe dienst houdt bij het uitvoeren van zijn opdrachten ook rekening met de risicoanalyse die via deze interactieve online tool werd uitgevoerd.

 

Informatieplicht

 

Op basis van deze risicoanalyse informeert de werkgever de dienstboden of het huispersoneel over de risico’s en de preventiemaatregelen.

Hij bezorgt hen voor het aanvatten van de dienstbetrekking een document dat minstens de volgende gegevens bevat:

  • een beschrijving van de aard van de functie of activiteit;

  • een beschrijving van de arbeidsmiddelen, alsook de risico’s die eraan zijn verbonden;

  • de aard van de fysische, biologische of chemische agentia waaraan de dienstboden of het huispersoneel kunnen worden blootgesteld;

  • de aard van de mentale of fysieke belasting van her uit te voeren werk;

  • de te nemen preventiemaatregelen op technisch en organisatorisch niveau;

  • de aard van de noodzakelijke werkkledij of persoonlijke beschermingsmiddelen;

  • de noodzaak tot het uitvoeren van een passend of specifiek gezondheidstoezicht;

  • de aard van de verplichte inentingen;

  • de onmiddellijk te nemen preventiemaatregelen die verband houden met de moederschapsbescherming;

  • de specifieke preventiemaatregelen bij tewerkstelling van jongeren;

  • de contactgegevens van de preventieadviseur-arbeidsarts en de preventieadviseur psychosociale aspecten.

 

Op basis van dit document bezorgt de werkgever aan de dienstboden en het huispersoneel de vereiste informatie, opleiding en instructies. Deze moeten voor de betrokken werknemers duidelijk en begrijpelijk zijn.

3. Welzijnsbeleid

Een werkgever die kan aantonen dat hij beschikt over een risicoanalyse die toelaat passende preventiemaatregelen te bepalen (via de interactieve tools of via andere middelen), is vrijgesteld om volgende documenten op te stellen:

  • een globaal preventieplan;
  • een jaarlijks actieplan;
  • een jaarverslag over de werking van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk.

4. Gezondheidstoezicht

De dienstboden en het huispersoneel zijn onderworpen aan een gepast gezondheidstoezicht. Hierbij moet men rekening houden dat zij het werk verrichten voor de privébehoeften van de werkgever of van zijn gezin.

 

Voor de aanvang van hun tewerkstelling, voert de preventieadviseur-arbeidsarts een voorafgaande gezondheidsbeoordeling bij hen uit.

 

Twaalf maanden nadien, volgt een nieuwe gezondheidsbeoordeling om de gevoeligheid van de werknemers voor het specifieke risico waaraan zij zijn blootgesteld na te gaan.

 

Vervolgens zijn er twee hypothesen:

  • zijn er geen andere risico’s dan die welke verband houden met hun specifieke tewerkstellingssituatie bij een particuliere werkgever, dan moet men deze werknemers om de drie jaar bevragen via een vragenlijst.

          Deze vragenlijst:

    • laat toe om de eventuele gezondheidsproblemen die verband houden met het werk op te sporen, en;

    • wordt afgenomen door of onder de verantwoordelijkheid van de preventieadviseur-arbeidsarts, die ook de resultaten ervan interpreteert.

          Als deze vragenlijst gezondheidsproblemen aan het licht brengt, moet de werkgever
         de werknemer onderwerpen aan een gepaste gezondheidsbeoordeling bij de
         preventieadviseur-arbeidsarts.

  • zijn er andere risico’s, bijvoorbeeld omdat zij activiteiten met welbepaald risico uitvoeren zoals contact met huisdieren, dan moet de werkgever deze werknemers onderwerpen aan een periodieke gezondheidsbeoordeling waarvan de frequentie is bepaald in bijlage I.4-5 van de Codex over het welzijn op het werk.

5. Arbeidsplaatsen

Het koninklijk besluit voorziet ook in specifieke bepalingen rond de arbeidsplaatsen. 

 

Zo moet de werkgever er voor zorgen dat:

  • de arbeidsplaatsen en de sociale voorzieningen voldoende verlucht, verlicht en verwarmd worden in functie van hun bestemming;
  • de dienstboden en het huispersoneel gebruik kunnen maken van volgende sociale voorzieningen:
    • een omkleedruimte;
    • een toilet en een wastafel;
    • een plaats om te eten en te pauzeren;
    • een douche, indien ze taken uitvoeren die bevuilend zijn.
  • er een kast of een plaats is waar de werknemer persoonlijke voorwerpen achter slot en grendel kan bewaren;
  • wanneer de dienstboden en het huispersoneel verblijven in zijn woning, de plaats waar deze werknemers verblijven, beantwoordt aan de regels inzake huisvesting die zijn vastgesteld door de bevoegde overheden;
  • er evacuatiemaatregelen zijn in geval van brand. De werkgever verschaft hierover de nodige instructies.

6. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 15 mei 2023.

 

Er geldt wel een overgangsbepaling voor werkgevers die al dienstboden en huispersoneel in dienst hebben. Zij krijgen tot 15 mei 2024 de tijd om aan deze nieuwe regels te voldoen, met inbegrip van het onderwerpen van deze werknemers aan de voorafgaande gezondheidsbeoordeling.

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.