Feedback
ella
Jaarlijkse vakantie: nieuwe regels opname vakantiedagen vanaf 2024
Uit het Belgisch Staatsblad van 16/03/2023
Gepubliceerd op 21/03/2023

Vanaf het vakantiejaar 2024 gelden een aantal nieuwe regels voor de ‘opname van jaarlijkse vakantie’. Deze aanpassingen zijn nodig om onze Belgische regels in overeenstemming te brengen met de Europese richtlijnen en rechtspraak.

 

We vatten de essentie van de nieuwigheden samen.

 

Latere opname wettelijke vakantiedagen bij samenloop

 

Een werknemer die ziek wordt 'tijdens' zijn vakantie, kan vanaf 2024 de (niet-genoten) vakantiedagen later opnemen in het lopend vakantiejaar. Ze gaan niet meer verloren. De afwezigheid krijgt voortaan het karakter van 'ziektedag' en geeft recht op gewaarborgd loon ten laste van de werkgever.

 

Dit alles op voorwaarde dat de werknemer een aantal verplichtingen nakomt ten aanzien van zijn werkgever. De aanpassingen van de wetgeving op dit terrein zijn in voorbereiding.

Zo moet de werknemer zijn werkgever:

  • inlichten over zijn ziekte gestart tijdens een vakantieperiode en zijn verblijfplaats meedelen;
  • het bewijs leveren van ziekte via een medisch attest; én
  • uitdrukkelijk vragen om de vakantiedagen later te kunnen opnemen.

Een model van medisch attest zal vastgelegd worden.

 

De nieuwe regel bij samenloop geldt niet enkel voor ziekte, maar voor volgende reeks van afwezigheden die zich voordoen tijdens een vakantieperiode:

  • arbeidsongeval en beroepsziekte;  
  • gewone ziekte of ongeval;
  • moederschapsrust of vaderschapsverlof (artikel 39 van de arbeidswet);  
  • geboorteverlof (wet op de arbeidsovereenkomsten);  
  • adoptieverlof;  
  • profylactisch verlof;  
  • pleegzorgverlof (artikel 30quater van de wet op de arbeidsovereenkomsten);  
  • pleegouderverlof (artikel 30sexies van de wet op de arbeidsovereenkomsten). 

 

Overdracht niet-opgenomen wettelijke vakantiedagen 

 

Vandaag kennen we de regel dat wettelijke vakantie niet overgedragen mag worden naar een volgend vakantiejaar. De werknemer moet alle vakantiedagen waarop hij recht heeft in een bepaald vakantiejaar, in dat jaar opnemen.  Lukt dat toch niet, dan gaan niet-opgenomen vakantiedagen in principe verloren. De werkgever betaalt aan bedienden meestal de niet-genoten wettelijke vakantiedagen uit. Arbeiders behouden hun volledig vakantiegeld ontvangen via de vakantiekas.

 

Als basisregel blijft dit bestaan, maar de wetgeving voorziet een belangrijke afwijking vanaf het vakantiejaar 2024. Het recht om de vakantie te genieten wordt onder bepaalde voorwaarden overgeheveld gedurende maximum 24 maanden.

 

Als op het einde van het vakantiejaar blijkt dat een werknemer onmogelijk zijn vakantie kan opnemen omwille van de hierboven opgesomde arbeidsonderbrekingen, dan moet de werkgever het recht verplicht overdragen. De werknemer mag in dit geval de niet-opgenomen vakantiedagen opnemen gedurende de volgende twee kalenderjaren.

 

Het vakantiegeld voor de verplicht overgedragen dagen zal de werkgever voor zijn bedienden moeten uitbetalen uiterlijk 31 december van het vakantiejaar. 

 

Vakantieattesten bij uit dienst

 

Bij uit dienst moet de werkgever voor bedienden vanaf 2024 ook het aantal overgedragen vakantiedagen vermelden. 

 

Nog veel onduidelijkheden

 

Het KB dat nu gepubliceerd is past de wetgeving aan op een aantal punten, maar roept nog veel vragen op. Heel wat elementen moeten verder uitgeklaard worden.

Wat betekent dit voor de werkgever?

Deze wijzigingen hebben nog geen impact op het lopende vakantiejaar 2023.

Ze zijn voor de eerste keer van toepassing vanaf het vakantiejaar 2024.

 

Samenloop

Werknemers die ziek worden tijdens een periode van jaarlijkse vakantie, kunnen vanaf

1 januari 2024 hun werkgever vragen om deze vakantiedagen later dat jaar op te nemen (een aantal voorwaarden moeten vervuld zijn).

 

Dit geldt ook voor een aantal andere afwezigheden.

 

Tot eind 2023 kan een werknemer die ziek wordt tijdens zijn vakantie, de vakantiedagen die samenvallen met de ziekte later in het jaar niet meer opnemen.

 

Overdracht

Werkgevers moeten vanaf 2024 op het einde van ieder vakantiejaar nagaan of hun werknemers nog wettelijke vakantiedagen over hebben die ze niet meer kunnen opnemen omwille van bepaalde arbeidsonderbrekingen.

 

De opname van deze vakantiedagen moet de werkgever overdragen naar de 2 volgende kalenderjaren. Het vakantiegeld voor deze dagen betaalt de werkgever al uit in december van het vakantiejaar.  Dit doet zich de eerste keer voor in december 2024.

Bron:
Koninklijk besluit van 8 februari 2023 tot wijziging van de artikelen 3, 35, 46, 60, 64, 66 en 68 en de invoering van een artikel 67bis in het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, B.S. 16 maart 2023, p. 31819.

Context

Europa maande ons land aan om onze regels over de ‘opname van jaarlijkse vakantie’ in overeenstemming te brengen met de Europese rechtspraak en arbeidstijdrichtlijn. Het algemeen principe dat ‘alle’ werknemers jaarlijks minstens 4 weken betaalde vakantie moeten genieten, wordt immers niet altijd voldoende gerespecteerd.

 

In dit kader brengt de federale overheid een aantal wijzigingen aan in de Belgische vakantiewetgeving inzake opname en overdracht van vakantiedagen. Concreet worden een reeks artikelen van het uitvoeringsbesluit van 30 maart 1967 betreffende jaarlijkse vakantie van werknemers aangevuld en aangepast.

 

Let op!

De nieuwe spelregels zijn voor een eerste keer van toepassing op het vakantiejaar 2024.

Juridische inhoud

1. Nieuwe regels samenloop van jaarlijkse vakantiedagen met andere afwezigheden

Bepaalde schorsingen aangevangen 'tijdens' vakantie

 

De regels ingeval van samenloop van jaarlijkse vakantiedagen met bepaalde dagen van arbeidsonderbreking worden gunstiger voor de werknemer vanaf het vakantiejaar 2024.

 

Een aantal perioden van arbeidsonderbreking mogen vanaf dan nooit aangerekend worden op de jaarlijkse vakantie, ook niet als ze zich voordoen 'tijdens' een vakantieperiode. Dit laatste aspect is nieuw!

 

Het gaat om de volgende limitatieve lijst van arbeidsonderbrekingen:

 

  • arbeidsongeval en beroepsziekte;  

  • gewone ziekte of ongeval;

  • moederschapsrust of vaderschapsverlof (artikel 39 van de arbeidswet);  

  • geboorteverlof (wet op de arbeidsovereenkomsten);  

  • adoptieverlof;  

  • profylactisch verlof;  

  • pleegzorgverlof (artikel 30quater van de wet op de arbeidsovereenkomsten);  

  • pleegouderverlof (artikel 30sexies van de wet op de arbeidsovereenkomsten);

  • de deelneming aan cursussen of studiedagen gewijd aan sociale promotie. 

 

Voor dagen sociale promotie voorziet de wet deze regel ook nu al. 

 

Dit betekent in de praktijk dat een werknemer die ziek wordt tijdens een vakantieperiode de niet-genoten vakantiedagen die samenvallen met de ziekte, later in het vakantiejaar kan opnemen. De niet-genoten vakantiedagen voegen we dus opnieuw toe aan het potje 'saldo  jaarlijkse vakantie' van het lopend vakantiejaar. 

Dit alles op voorwaarde dat de werknemer een aantal verplichtingen nakomt ten aanzien van zijn werkgever. De aanpassingen van de wetgeving op dit terrein zijn in voorbereiding (zie verder punt 3).

 

 

Principe 'eerste schorsing primeert' blijft bestaan

 

In een aantal andere gevallen van arbeidsonderbreking blijft het principe gelden dat 'de eerst ingetreden schorsing primeert":

 

  • vervullen van militaire verplichtingen;

  • vervullen van burgerplichten zonder behoud van loon;

  • vervullen van een openbaar mandaat;

  • uitoefening van de functie van rechter in sociale zaken;

  • vervullen van een syndicale opdracht;

  • lock-out;

  • volledige werkverwijdering als maatregel van moederschapsbescherming;

  • gecumuleerd totaal van borstvoedingspauzes zoals voorzien in de CAO nr. 80.

 

Doen deze afwezigheidsdagen zich voor tijdens vakantie, dan behoudt de afwezigheid het karakter van vakantie en kan de werknemer de vakantiedagen later niet meer opnemen.

 

Deze afwezigheidsdagen mogen 'niet' als vakantie worden beschouwd als ze ingaan vóór de jaarlijkse vakantie (= eerste schorsing primeert).

 

 

Wanneer van toepassing?

 

Dit is voor het eerst van toepassing vanaf het vakantiejaar 2024.  

2. Overdracht doorbreekt principe 'maximum 4 weken vakantie per vakantiejaar'

Vanaf 2025 kan het recht op wettelijke vakantie voor een werknemer voor het eerst groter zijn dan vier weken per kalenderjaar.

 

Dit kan enkel wanneer er wettelijke vakantiedagen van een vorig vakantiejaar zijn overgedragen omwille van één (of meerdere) arbeidsonderbreking(en) uit de lijst:

 

  • arbeidsongeval en beroepsziekte;  
  • gewone ziekte of ongeval;

  • moederschapsrust of vaderschapsverlof (artikel 39 van de arbeidswet);  

  • geboorteverlof (wet op de arbeidsovereenkomsten);  

  • adoptieverlof;  

  • profylactisch verlof;  

  • pleegzorgverlof (artikel 30quater van de wet op de arbeidsovereenkomsten);  

  • pleegouderverlof (artikel 30sexies van de wet op de arbeidsovereenkomsten).

 

Als op het einde van het vakantiejaar blijkt dat een werknemer onmogelijk zijn vakantie kan opnemen omwille van deze arbeidsonderbrekingen, moet de werkgever deze niet-opgenomen dagen verplicht overdragen naar de volgende 2 kalenderjaren.  De werknemer mag de overgedragen vakantiedagen opnemen gedurende de twee kalenderjaren volgend op het (oorspronkelijke) vakantiejaar. 

 

In alle andere gevallen van niet-opgenomen wettelijke vakantiedagen blijft de gekende regel van kracht: verplichte opname binnen het vakantiejaar zonder mogelijkheid van overdracht.

 

Een bijzonder geval: volledige werkverwijdering moederschapsbescherming

 

Volledige werkverwijdering in het kader van moederschapsbescherming komt 'niet' voor in de lijst van onderbrekingen die aanleiding kunnen geven tot overdracht.  Dit betekent dat bij dergelijke arbeidsonderbreking de opname van vakantie moet gebeuren tijdens het vakantiejaar. 

 

Er is wel aangekondigd dat op deze algemene regel nog een uitzondering komt. Als de verwijderde werkneemster aan de hand van een medisch getuigschrift bewijst dat zij haar vakantie om gezondheidsredenen onmogelijk kon opnemen tijdens de werkverwijdering, dan moet ook zij in aanmerking kunnen komen voor een overdracht van 24 maanden.

 

Betaling overgedragen dagen

 

De werkgever zal de overgedragen vakantiedagen voor bedienden moeten uitbetalen uiterlijk 31 december van het vakantiejaar.

 

De berekening van het loon voor die dagen gebeurt op basis van het loon van de maand december (eventueel aangevuld met een toeslag voor dubbel vakantiegeld als die nog niet betaald is).

 

Arbeiders behouden hun volledig vakantiegeld dat ze eerder ontvingen via hun vakantiekas.

 

Het vakantieattest bij uit dienst voor bedienden moet in de toekomst (ten vroegste eind 2024) ook het aantal overgedragen vakantiedagen vermelden.

 

Wanneer van toepassing?

 

De overdracht van wettelijke vakantiedagen start pas vanaf het vakantiejaar 2024. 

Voor het eerst in december 2024 kunnen werkgevers geconfronteerd worden met een verplichte overdracht van wettelijke vakantiedagen naar volgende vakantiejaren.

 

In 2024 gaat het om de wettelijke vakantiedagen die werknemers opbouwden in 2023.

 

Om die reden heeft het wijzigingsbesluit uitwerking met ingang van 1 januari 2023, weliswaar met de uitdrukkelijke vermelding dat het voor de eerste keer van toepassing is op het vakantiejaar 2024, vakantiedienstjaar 2023.

 

Onduidelijkheden blijven

 

Het KB dat nu gepubliceerd is past de wetgeving aan op een aantal punten, maar roept nog veel vragen op. Een aantal elementen moeten verder uitgeklaard worden.  Bijkomende aanpassingen van de wetgeving lijken wenselijk en noodzakelijk.

 

Vooral het luik 'betaling van overgedragen vakantiedagen' vraagt meer uitwerking (zoals het aspect onderwerping aan bijdragen, de verrekening bij opname, decemberafrekening…).  

 

Ook belangrijk voor de praktijk is de impact van wijzigingen in de tewerkstelling op het nieuwe recht van overgedragen vakantiedagen (zoals een wijziging van arbeidsregime, overgang van arbeider naar bediende, ….).

3. Wetgeving in voorbereiding

Voorwaarden recht op gewaarborgd loon

 

Als gevolg van de wijzigingen in de wetgeving jaarlijkse vakantie, is er ook een aanpassing op komst van de regels inzake gewaarborgd loon bij arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval die zich voordoet 'tijdens de jaarlijkse vakantie' van de werknemer.

 

Een nieuw artikel (in de wet op de arbeidsovereenkomsten) zal afwijkende verplichtingen voorzien voor werknemers die arbeidsongeschikt worden 'tijdens' een periode van jaarlijkse vakantie. De werknemer moet zijn werkgever:  

 

  • onmiddellijk op de hoogte brengen van zijn verblijfsadres indien hij zich niet op zijn thuisadres bevindt (bv.een vakantieadres in binnen- of buitenland); én

 

  • in elk geval een geneeskundig getuigschrift voorleggen.

 

Als de werknemer die voorwaarden vervult, heeft hij in principe recht op gewaarborgd loon voor ziektedagen tijdens een periode van jaarlijkse vakantie.

 

Voorwaarde recht op behoud vakantiedagen

 

De werknemer moet de werkgever uitdrukkelijk meedelen dat hij gebruik maakt van zijn recht op behoud van zijn vakantiedagen.  

 

Deze mededeling is niet vereist wanneer de werknemer gebruik maakt van een specifiek model van geneeskundig getuigschrift. Een koninklijk besluit zal dit model nog vaststellen.

 

Wijziging arbeidsreglement

 

De formaliteiten die de werknemer moet naleven wanneer hij arbeidsongeschikt wordt 'tijdens' een periode van jaarlijkse vakantie moeten opgenomen worden in het arbeidsreglement. Dit kan gebeuren zonder de normale procedure tot wijziging van het arbeidsreglement.

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.