ella
Studenten en hun werkgevers kunnen voortaan genieten van meer flexibiliteit:
- sinds 1 juli 2016 kan een werkgever vrij kiezen om een jongere bij de Dimona-aangifte aan te melden als student of als gelegenheidswerknemer;
- vanaf 1 januari 2017 zullen studenten jaarlijks 475 uren kunnen werken aan de verminderde sociale bijdragen in plaats van de huidige 50 dagen.
Eerder dit jaar werd een nieuwe regeling rond de tewerkstelling van studenten als gelegenheidsarbeider van kracht. Tot 30 juni 2016 moesten werkgevers uit de horeca, land- en tuinbouwsector eerst het studentencontingent van 50 dagen uitputten vooraleer een tewerkstelling als gelegenheidswerknemer kon aanvangen. Vanaf 1 juli 2016 kunnen werkgever en student kiezen en kan de jongere vanaf dag één aan het werk als gelegenheidsarbeider.
De Kamer stemde recent in met het wetsontwerp dat het studentencontingent vanaf 1 januari 2017 in uren uitdrukt. Dankzij deze nieuwe regeling kunnen studenten vanaf 1 januari 2017 jaarlijks 475 uren werken aan de verminderde sociale bijdragen. Voordien hadden studenten jaarlijks recht op 50 dagen per kalenderjaar, vanaf dag 51 waren de normale bijdragen van toepassing.
Vanaf 1 december 2016 kan een werkgever de prestaties van studenten voor 2017 reserveren in uren in plaats van in dagen in Dimona.
Nieuw is ook dat voortaan het voordelig statuut zal afhangen van een tijdig geregistreerde Dimona, dit is uiterlijk de dag waarop de student in dienst komt.
Opgelet!
Wat betekent dit voor de werkgever?
Horecawerkgevers en werkgevers uit de land- en tuinbouw kunnen jongeren vanaf 1 juli 2016 meteen aanmelden in de regeling van gelegenheidswerk zonder te moeten nagaan of het studentencontingent van 50 dagen al dan niet uitgeput is.
Studenten kunnen vanaf 1 januari 2017 jaarlijks 475 uren werken aan de verminderde sociale bijdragen. Vanaf 1 december 2016 kan een werkgever reeds de prestaties van studenten reserveren in uren in Dimona.
Het voordelig statuut zal voortaan afhangen van een tijdige Dimona, dit is uiterlijk de dag waarop de werknemer in dienst komt.
Juridische inhoud
1. Studentenarbeid
Bij een tewerkstelling als student zijn noch de werkgever noch de student onderworpen aan de gewone socialezekerheidsbijdragen.
Wel zijn beiden een solidariteitsbijdrage verschuldigd. Deze bedraagt 5,42% ten laste van de werkgever en 2,71% ten laste van de student. Daarnaast is de werkgever ook een bijzondere bijdrage van 0,01% verschuldigd ten voordele van het asbestfonds.
Om dit gunstregime te kunnen genieten, moet de student werken:
- op basis van een arbeidsovereenkomst voor studenten;
- gedurende maximum 50 kalenderdagen, vrij te verspreiden over het volledige kalenderjaar;
Deze periode van 50 kalenderdagen noemt men het contingent.
- buiten de periode van verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstelling.
Op basis van de ondertekende studentenovereenkomst geeft de werkgever via Dimona het aantal dagen aan waarop hij de student zal tewerkstellen (reserveren van prestaties).
De solidariteitsbijdrage is enkel van toepassing op de eerste 50 dagen die in Dimona worden gereserveerd. Bij overschrijding van dit contingent zijn de student en zijn werkgever vanaf dag 51 onderworpen aan de gewone socialezekerheidsbijdragen.
2. Combinatie met andere tewerkstellingen
Tot 30 juni 2016 had studentenarbeid steeds voorrang op gelegenheidsarbeid. Werkgevers uit de horeca-, landbouw- en tuinbouwsector waren verplicht om eerst het studentencontingent van 50 dagen uit te putten, vooraleer de jongere een tewerkstelling als gelegenheidswerknemer kon aanvatten.
Sinds 1 juli 2016 is deze cumulmogelijkheid versoepeld. Een werkgever kan nu vrij kiezen om een jongere als student dan wel als gelegenheidswerknemer aan te geven bij de RSZ.
Voor meer informatie over deze maatregel zie JA4470.
3. Contingent in uren
3.1. Principe
De Kamer stemde recent in met het wetsontwerp dat het studentencontingent in uren uitdrukt vanaf 1 januari 2017.
In het huidig systeem hebben studenten jaarlijks recht op 50 dagen per kalenderjaar. Vanaf dag 51 zijn de normale bijdragen van toepassing. Vanaf de publicatie van het bovenvermelde wetsontwerp kunnen studenten vanaf 1 januari 2017 jaarlijks 475 uren werken aan de verminderde sociale bijdragen.
De student en zijn werkgever krijgen meer flexibiliteit. In sommige sectoren wordt soms maar enkele uren gewerkt. In het huidige systeem wordt dan toch een volledige dag van het contingent van 50 dagen afgetrokken.
Met het urensysteem kan de student zijn uren aan solidariteitsbijdragen maximaal benutten. Enkel de gepresteerde uren worden aangerekend op het contingent en niet langer een volledige dag.
Bovendien houdt het ontwerp ook rekening met seizoenjobs. Zo kan een werkdag in de horeca al snel langer duren dan acht uren. 50 dagen van elk 8 uur zou neerkomen op 400 uren, maar men voorziet in een uitbreiding naar 475 uren.
3.2. Dimona-aangifte
In een overgangsperiode, die loopt sinds juni 2016, was het nog niet mogelijk om een Dimona-aangifte voor studenten uit te voeren voor het jaar 2017. Vanaf 1 december 2016 is het opnieuw mogelijk een Dimona-aangifte voor studenten voor 2017 op te maken en tegelijk kan men nu ook uren reserveren in het studentencontingent.
De Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels (DIBISS) heeft reeds aangegeven dat het aantal gepresteerde uren naar boven moet worden afgerond. Een prestatie van bijvoorbeeld 74 uren en 30 minuten wordt afgerond naar 75 uren. Wellicht zal RSZ hier op dezelfde golflengte zitten.
3.3. Student@work
De applicatie Student@work, waarin studenten kunnen nagaan hoeveel dagen van het studentencontingent nog resteren, functioneert vanaf 1 december 2016 ook volgens uren. Hier verandert er niets. De student kan er, zoals voorheen, een attest met het aantal resterende uren afdrukken of versturen via elektronische post.
4. Verplichte tijdige Dimona
4.1. Strenger optreden van RSZ bij laattijdige Dimona
De RSZ zal voortaan strenger optreden in geval van een laattijdige Dimona-aangifte.
Een Dimona-aangifte moet worden verzonden uiterlijk op de datum in dienst. Dan heeft men recht op de solidariteitsbijdrage voor het goedgekeurde contingent. Bij een laattijdige aangifte wordt mogelijk het recht op solidariteitsbijdrage niet goedgekeurd voor de volledige periode.
4.2. Voorlopig gedoogbeleid RSZ
Naar verluidt zal de RSZ voorlopig een gedoogbeleid voeren. Indien binnen een kwartaal minstens één tijdige Dimona is uitgevoerd, mogen ook de uren van de niet-tijdige Dimona aan solidariteitsbijdrage doorgegeven worden, op voorwaarde dat het contingent van de student nog niet opgebruikt is.
5. Wat nu?
Hoewel men op de toepassing van student@work reeds aan het aftellen is naar een contingent in uren, is deze wijziging nog niet in het Belgisch Staatsblad verschenen. We melden u zeker wanneer deze versoepeling effectief is doorgevoerd.
