Tien jaar nadat hij werd afgeschaft, wil de federale regering de wettelijke pensioenbonus nieuw leven inblazen. Het wetsontwerp daartoe is momenteel in bespreking in het parlement. De opbouw van de nieuwe pensioenbonus kan al aanvangen vanaf 1 juli 2024, maar de bonus zelf zal pas gelden voor rustpensioenen die voor de eerste maal aanvangen vanaf 1 januari 2025.
Langer werken
Iemand bouwt een pensioenbonus op als hij of zij verder blijft werken na de vroegste mogelijke pensioneringsdatum. Doel van de maatregel is dus mensen aan te moedigen aan het werk te blijven, in plaats van met pensioen te gaan.
Extra bedrag
De nieuwe pensioenbonus wordt een extra bedrag bij het wettelijk pensioen, berekend en betaald door de pensioendienst. De bonus wordt opgebouwd gedurende maximaal drie jaren, waarbinnen het opgebouwde bedrag geleidelijk aan toeneemt afhankelijk van de lengte van de ‘extra gewerkte tijd’.
Concreet kan het maximaal gaan om eenmalig 22.650 euro, of in bepaalde situaties zelfs 33.975 euro. De gepensioneerde kan ook voor een maandelijkse rente opteren. Op de bonus is geen sociale of fiscale inhouding verschuldigd, het gaat om netto bedragen.
In ontwerp
De pensioenbonus zal zowel voor werknemers, zelfstandigen als ambtenaren bestaan. In deze nieuwsbrief bekijken we enkel de regels in het pensioenstelsel voor werknemers. De regeling staat bovendien in ontwerpteksten, die deels nog in het parlement moeten goedgekeurd worden, en nadien in het Staatsblad zullen verschijnen. Een en ander is dus nog onder voorbehoud.
1. Oude pensioenbonus
Tot eind 2014 kende onze pensioenwetgeving al een pensioenbonus. Ook toen was het opzet om werknemers langer te laten werken, nadat ze voldeden aan de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voor het vervroegd pensioen, of de wettelijke pensioenleeftijd bereikt hadden. Vanaf 2015 bestaat deze bonus niet meer, tenzij de opbouw ervan al begonnen was vóór 2015. We gaan hier niet verder in op deze ‘oude pensioenbonus’.
2. Pensioenakkoord
Vorig jaar sloot de federale regering een akkoord omtrent de hervorming van de wettelijke pensioenen, om de sociale en de financiële houdbaarheid ervan te waarborgen. Het akkoord bevat de herintroductie van de pensioenbonus, naast een aantal andere beslissingen. Zoals eerder vermeld, halen we enkel de bepalingen aan die relevant zijn voor het pensioenstelsel van werknemers. Zo is er, naast de pensioenbonus, ook:
een hervorming van het minimumpensioen. Om recht te hebben op het wettelijk minimumpensioen komt er, bovenop een aantal andere voorwaarden, een effectieve tewerkstellingsvoorwaarde van minstens 20 jaar in een 4/5de arbeidsregime (5.000 daadwerkelijk gepresteerde voltijdse dagequivalenten). Daarin zullen slechts beperkte gelijkstellingen gelden. Maar er komen ook overgangsmaatregelen voor wie bijna pensioengerechtigd is, en beschermingsmechanismen bij deeltijds werk (overwegend uitgevoerd door vrouwen);
een verhoging van de Wijninckxbijdrage vanaf 2028. De Wijninckxbijdrage is een bijkomende, jaarlijkse werkgeversbijdrage, naast de klassieke patronale bijdrage van 8,86% op alle stortingen die werkgevers verrichten om aan hun personeelsleden of aan hun rechtverkrijgenden extralegale voordelen inzake ouderdom of vroegtijdige dood te verlenen. De Wijninckxbijdrage is enkel verschuldigd bij de opbouw van (zeer) hoge aanvullende pensioenen. De bijdragevoet zal vanaf 1 januari 2028 verdubbelen, van de huidige 3%, naar 6%.
3. Nieuwe pensioenbonus
3.1. Wettelijk pensioen
In sterk vereenvoudigde termen bouwt een werknemer wettelijk pensioen op met volgende formule: per gewerkt of gelijkgesteld jaar het bruto jaarloon (rekening houdend met een plafond) x 1/45 x 60%.
Hoe langer iemand werkt, hoe hoger het wettelijk (en mogelijk ook het aanvullend) pensioen. Om mensen extra aan te moedigen om nog niet met pensioen te gaan, en te blijven werken, komt er opnieuw een pensioenbonus.
3.2. Wie krijgt de bonus?
Elke werknemer die met rustpensioen kan gaan, maar ervoor kiest om dat niet te doen en verder te werken, bouwt de nieuwe pensioenbonus op. Zodra iemand het rustpensioen opneemt, ongeacht of de persoon nadien nog verder werkt of niet, stopt de opbouw van de bonus.
Er is slechts recht op een bonus voor wie verder blijft werken na de vroegst mogelijke pensioendatum. Dat is ofwel:
de eerst mogelijke datum van het vervroegd pensioen (afhankelijk van de leeftijd en de loopbaan van de betrokkene);
of de wettelijke pensioendatum. Momenteel is dat de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin iemand 65 jaar wordt. Vanaf 2025 wordt dat 66, en vanaf 2030 67 jaar.
Let op, de herintrede van de pensioenbonus verloopt in twee fasen:
de bonus zal ten vroegste opgebouwd worden vanaf 1 juli 2024;
maar het rustpensioen mag ten vroegste aanvangen vanaf 1 januari 2025.
Een voorbeeld verduidelijkt een en ander. Stel dat een werknemer met vervroegd pensioen kan gaan vanaf 1 juni 2024, maar opteert om dat niet te doen en te blijven werken. Vanaf 1 juli 2024 zal hij dan de pensioenbonus opbouwen. Indien hij met wettelijk of vervroegd pensioen zou gaan op 1 december 2024, zal er evenwel geen effectieve bonus zijn. Slechts indien het pensioen aanvangt vanaf 1 januari 2025 is dat wel het geval.
3.3. Wat is de bonus?
De pensioenbonus is een eenmalig extra bedrag, betaald boven op het wettelijk pensioen. De bonus wordt berekend door de federale pensioendienst. Er is geen aanvraag nodig, de pensioendienst doet zelf de nodige stappen en betaalt de bonus. Enkel indien de gepensioneerde opteert voor een rente, zeg maar een hoger maandelijks pensioen, zal hij dat moeten melden, nadat de pensioendienst hem het recht op de bonus meegedeeld heeft.
De bonus is netto en niet-belastbaar: de normale sociale (ZIV, solidariteit) en fiscale (bedrijfsvoorheffing) inhoudingen zijn niet van toepassing.
3.4. Hoeveel bedraagt de bonus?
De opbouw van de bonus gebeurt per gewerkte dag, duurt maximaal 3 jaar, en eindigt in elk geval zodra de werknemer het rustpensioen opneemt. Hoe langer de pensioengerechtigde werknemer verder werkt, zonder het pensioen op te nemen, hoe hoger het bedrag van de pensioenbonus dus. Weliswaar met een maximum van 3 jaar.
De maximale periode van 3 jaar is in pensioentermen 936 dagen. De pensioenreglementering werkt immers met een zesdagenweek, waardoor een voltijds jaar 312 (werk)dagen kent.
Het moet bovendien gaan om effectieve werkdagen, met slechts een beperkte gelijkstelling voor niet-gewerkte dagen. Zo kan er jaarlijks maximaal sprake zijn van 30 gelijkgestelde voltijdse dagequivalenten, voor zover er minstens één effectieve arbeidsdag is in dat jaar. Tijdskrediet (in de praktijk vaak in de vorm van een landingsbaan) is niet gelijkgesteld, SWT evenmin.
Per extra gewerkt jaar loopt de verdiende bonus op. Voor onvolledige en/of deeltijdse jaren is er uiteraard een pro rata.
| Bedrag pensioenbonus |
1ste jaar | 3.775 EUR |
2de jaar | 7.550 EUR |
3de jaar | 11.325 EUR |
Op die manier bouwt een werknemer die na de vroegst mogelijke pensioendatum voltijds blijft werken en pas 3 jaar later op rustpensioen gaat, een totale pensioenbonus van 22.650 euro netto op.
Voor werknemers die op relatief jonge leeftijd een lange loopbaan hebben, geldt zelfs een hogere opbouw van pensioenbonus.
Voor wie op z’n 60ste al 44 loopbaanjaren, of op de leeftijd van 61 of 62 43 loopbaanjaren heeft - en dan al met vervroegd pensioen kan gaan -, geldt vanaf het 1ste jaar extra werken de maximale jaarlijkse bonus van 11.325 euro. Na 3 jaar zal met andere woorden de totale pensioenbonus 33.975 euro netto bedragen.
3.5. Wanneer?
We vermeldden al dat de nieuwe pensioenbonus momenteel nog in ontwerpfase zit. Het ligt wel in de lijn der verwachting dat de wetgeving vóór de zomer gestemd en in het Staatsblad gepubliceerd zal worden. De start van het nieuwe stelsel zal in twee fasen verlopen:
de bonus zal ten vroegste opgebouwd worden vanaf 1 juli 2024
en het rustpensioen mag ten vroegste aanvangen vanaf 1 januari 2025.