Leerlingen die alternerend leren, mogen nu toch een studentenovereenkomst sluiten met hun stagegever in de maanden juli en augustus. Dit staat te lezen in een tussentijdse instructie van de RSZ van 12 juni 2019.
Begin 2019 had de RSZ hierover een strenger standpunt ingenomen. Zo mochten deze leerlingen niet langer voor hun stagegever als jobstudent werken, tijdens de maanden juli en augustus.
Nu versoepelt de RSZ haar standpunt opnieuw.
Van zodra de leerlingen tegelijk aan onderstaande voorwaarden voldoen, mogen ze tijdens de zomervakantie toch met een studentenjob bij hun stagegever aan de slag.
De leerlingen:
- volgen een theoretische opleiding in een onderwijsinstelling of opleidingscentrum, ingericht, gesubsidieerd of erkend door de bevoegde overheid. Daarnaast volgen ze een praktische opleiding op een werkplek;
- voeren prestaties uit buiten de uren dat ze verwacht worden hun theoretische opleiding te volgen of aanwezig te zijn op de werkplek;
- genieten niet van een werkloosheidsuitkering of een inschakelingsuitkering.
Wat betekent dit voor de werkgever?
De stagegever kan in de maanden juli en augustus toch een studentenovereenkomst sluiten met de leerling die bij hem een praktische opleiding volgt, in het kader van alternerend leren. De werkgever en de werknemer genieten dan ook van de uniforme solidariteitsbijdrage van 8,13% (2,71% ten laste van de werknemer en 5,42 % patronaal) voor deze arbeidsprestaties.