Schrapping sectorindexering
Vanaf 1 januari 2018 verdwijnen de jaarlijkse sectorindexeringen op 1 januari van de forfaitaire dagbedragen van toepassing in de horeca, land- en tuinbouw en voor aangestelden toiletten buiten de horeca.
In de toekomst vergelijkt de Minister om de 2 jaar de evolutie van de forfaitaire daglonen met de evolutie van de conventionele sectorlonen en past indien nodig de forfaits aan bij ministerieel besluit.
Doel schrapping
Het besluit heft de tot nu toe bestaande dubbele indexering van de forfaitaire daglonen op (aanpassing aan de evolutie van de sectorlonen én ook aanpassing aan de evolutie van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI)).
Het doel van de schrapping is dat de evolutie van de forfaitaire daglonen gelijke tred houdt met de evolutie van de conventionele lonen van de betreffende sector.
Aanpassing aan evolutie GGMMI blijft bestaan
Vanaf 1 januari 2018 wijzigen de forfaits nog enkel volgens de evolutie van het GMMI.
Het tijdstip van aanpassing wordt beter afgestemd op de praktijk.
Schrapping proratisering dagforfaits
Vanaf 1 januari 2018 verdwijnt de proratisering van de dagforfaits voor de deeltijdsen. De proratisering was sinds 2007 slechts zeer uitzonderlijk van toepassing voor een aantal weinig voorkomende functies. De verdere uitbreiding werd voor onbepaalde duur uitgesteld wegens een aantal knelpunten bij de toepassing.
Nu verdwijnt de proratisering definitief.
Ongewijzigde dagforfaits vanaf januari 2018
De dagforfaits die gelden vanaf 1 juli 2017 blijven ongewijzigd voor het 1ste kwartaal 2018.
Wat betekent dit voor de werkgever?
De dagforfaits evolueren voortaan nog enkel volgens de evolutie van het GGMMI.
Door de verbeteringen inzake het tijdstip van aanpassing zullen in de toekomst veel minder herberekeningen nodig zijn.
Voor werkgevers die klant zijn bij een sociaal secretariaat worden de dagbedragen automatisch opgevolgd en toegepast.
Intro
Het koninklijk besluit heeft tot doel verschillende wijzigingen aan te brengen in het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
Het hoofddoel is de afschaffing van de bestaande dubbele indexering van de forfaitaire daglonen in de sectoren van de Horeca, de Landbouw en de Tuinbouw en van het forfaitair uurloon voor de gelegenheidswerknemers in de Horeca.
Daarnaast heft het besluit ook enkele bepalingen op die ofwel geen effect meer sorteren, ofwel in de praktijk niet toegepast worden.
Bovendien worden enkele kleinigheden verbeterd zonder inhoudelijke gevolgen.
Juridische inhoud
1. Schrapping sectorindexering
Vanaf 1 januari 2018 verdwijnen de jaarlijkse sectorindexeringen op 1 januari van de forfaitaire dagbedragen van toepassing in de horeca, land- en tuinbouw en voor aangestelden toiletten buiten de horeca.
Het gaat concreet om:
- het forfaitair dagloon voor gelegenheidsarbeiders in de landbouw en tuinbouw en horecasector;
- de forfaitaire daglonen voor bepaalde functies in de horecasector die geheel of gedeeltelijk met fooien betaald worden;
- het forfaitair dagloon voor aangestelden toiletten met fooien betaald buiten de horeca.
Ter vervanging
In de toekomst vergelijkt de Minister om de 2 jaar de evolutie van de forfaitaire daglonen met de evolutie van de conventionele sectorlonen en past indien nodig de forfaits aan bij ministerieel besluit.
Een aanpassing kan gebeuren vanaf de eerste dag van het kwartaal volgend op de publicatie van het besluit, maar de forfaitaire daglonen kunnen niet dalen.
Een vergelijking gebeurt op 1 januari van alle oneven jaren, dus een eerste keer op 1 januari 2019.
Doel schrapping
Het besluit heft de tot nu toe bestaande dubbele indexering van de forfaitaire daglonen op (aanpassing aan de evolutie van de sectorlonen én ook aanpassing aan de evolutie van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI)).
Het doel van de schrapping is dat de evolutie van de forfaitaire daglonen gelijke tred houdt met de evolutie van de conventionele lonen van de betreffende sector.
Oorsprong dubbele indexering
De dubbele indexering van de forfaitaire daglonen vindt haar oorsprong in de aanvankelijke doelstelling om de forfaitaire daglonen sneller te doen stijgen dan de conventionele sectorlonen. Om die reden werden de forfaitaire daglonen niet alleen aangepast aan de evolutie van de sectorlonen, maar daar bovenop ook nog aan de evolutie van het GGMMI of gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen.
Ondertussen hebben de forfaitaire daglonen een flinke inhaalbeweging gemaakt en acht de regering een dergelijk versnelde aanpassing van de forfaitaire daglonen niet langer wenselijk.
Daarom ook werd ruim een jaar geleden, bij wijzigingsbesluit van 15 juli 2016, de aanpassing van de forfaitaire daglonen aan de evolutie van de sectorlonen opgeheven.
Bleven behouden: de aanpassing aan de evolutie van het GGMMI (inclusief indexaanpassing) en de aanpassing aan de indexeringen van de sectorlonen.
Nu wordt de bestaande dubbele indexering opgeheven met de bedoeling dat de evolutie van de forfaitaire daglonen gelijke tred houdt met de evolutie van de conventionele lonen van de betreffende sector.
Om redenen van technische en praktische aard, zullen de forfaitaire daglonen in eerste instantie de evolutie van het GGMMI blijven volgen en zal de minister bevoegd voor Sociale Zaken, deze evolutie om de twee jaar vergelijken met de evolutie van de conventionele lonen van de betrokken sector, waarbij hij/zij dan de mogelijkheid heeft om de forfaitaire daglonen daaraan te passen, evenwel zonder dat deze kunnen dalen.
2. Aanpassing aan evolutie GGMMI blijft bestaan
Vanaf 1 januari 2018 wijzigen de forfaits nog enkel volgens de evolutie van het GMMI.
Het tijdstip van aanpassing wordt beter afgestemd op de praktijk.
Op 1 januari van elk jaar worden de forfaitaire daglonen aangepast aan de evolutie van het GGMMI (art. 3 van cao nr43).
Als de verhoging van het GGMMI in de loop van het jaar plaats vindt, worden de forfaitaire daglonen aangepast vanaf de eerste dag van het kwartaal dat volgt op die verhoging.
Als de verhoging van het GGMMI samenvalt met het begin van een kwartaal, worden de forfaitaire daglonen aangepast met ingang van dat kwartaal.
In de toekomst zullen minder herberekeningen moeten gebeuren ten gevolge van aanpassing van de forfaitaire daglonen omdat de aanpassingen tijdig gekend zullen zijn.
2. Proratisering dagforfaits deeltijdsen met fooien
De proratisering van de dagforfaits voor de deeltijdsen met fooien verdwijnt vanaf 1 januari 2018.
Voor een aantal weinig voorkomende functies (eerste rangkelner restaurant, wijnkelner, eerste rangkelner banket, verantwoordelijke barman en chef conciërge) werden de voltijdse forfaitaire daglonen in het geval van een deeltijdse tewerkstelling geproratiseerd. De berekening van het forfait gebeurt voor deze deeltijders per kalenderweek vanaf 1 oktober 2007.
Het Ministerieel besluit dat de proratisering voor deeltijders invoerde, bepaalde dat ze vanaf 1 oktober 2008 uitgebreid zou worden tot alle horecafuncties waarvoor de bijdragen op forfaitaire daglonen berekend worden. Dit betekent concreet bijvoorbeeld: kelner in een café of restaurant, barman, kruier, portier, kamerjongen of –meisje, enz.
De proratiseringsregels stellen de RSZ en de FOD Sociale Zaken voor een aantal knelpunten. Daarom werd de uitbreiding van de proratisering voor onbepaalde tijd uitgesteld.
Vanaf 1 januari 2018 verdwijnt de proratisering definitief.