Alleenstaande werknemers hebben voortaan onder bepaalde voorwaarden recht op een hogere onderbrekingsuitkering wanneer zij een thematisch verlof (palliatief verlof, ouderschapsverlof en verlof medische bijstand) opnemen voor hun kind.
De onderbrekingsuitkeringen voor het opnemen van tijdskrediet wijzigen niet.
De uitkering stijgt:
- met 38% voor werknemers die hun prestaties voltijds of halftijds onderbreken;
- met 21% voor werknemers die een 1/5de vermindering opnemen.
Deze wijzigingen zijn retroactief in werking getreden op 1 juni 2017.
De verhoogde uitkeringen gelden voor de schriftelijke (verlengings-)aanvragen bij de werkgever voor onderbrekingen of verminderen van prestaties na 31 mei 2017.
Wat betekent dit voor de publieke sector?
Deze wijziging geldt enkel voor de werknemers tewerkgesteld bij werkgevers die onder de cao-wet vallen. De meeste werkgevers uit de publieke sector vallen hier niet onder.
Vallen wel onder de cao-wet, onder meer de openbare vervoersmaatschappijen, de openbare kredietinstellingen, huisvestingsmaatschappijen, VITO,…
Juridische inhoud
1. Enkel voor thematische verloven
De verhoogde onderbrekingsuitkeringen worden toegekend voor de thematische verloven (palliatief verlof, ouderschapsverlof en verlof medische bijstand) wanneer de werknemer deze opneemt voor zijn kind.
De onderbrekingsuitkeringen voor het opnemen van tijdskrediet wijzigen dus niet.
2. Nieuwe bedragen
De uitkering stijgt:
- met 38% voor werknemers die hun prestaties voltijds of halftijds onderbreken;
- met 21% voor werknemers die een 1/5de vermindering opnemen.
3. Voorwaarden
Opdat de werknemer recht zou hebben op deze verhoogde onderbrekingsuitkeringen, moeten een aantal voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn.
Zo moet de werknemer:
- Uitsluitend samenwonen met één kind of meerdere kinderen ten laste;
- Ouder zijn in de eerste graad van het kind waarmee hij samenwoont of belast zijn met de dagelijkse opvoeding;
- Jonger dan 50 jaar zijn bij aanvang van de maand waarop de onderbrekingsuitkering betrekking wanneer hij zijn arbeidsprestaties vermindert.
Het kindmoet:
- Jonger zijn dan 12 jaar in geval van een ouderschapsverlof;
- Jonger zijn dan 18 jaar in geval een verlof voor medische bijstand of palliatief verlof.
De leeftijd van 12 of 18 jaar wordt op 21 jaar gebracht wanneer het gaat om een kind met een handicap.