Werkgevers kunnen hun werknemers en bedrijfsleiders aanmoedigen om met de fiets naar het werk te rijden, door hen een fietsvergoeding toe te kennen.
Wanneer deze maximaal 0,35 EUR per effectief getrapte woon-werkkilometer bedraagt, is de vergoeding vrijgesteld van RSZ en bedrijfsvoorheffing.
Situering
Met ingang van 1 januari 2024 voorzag de regering in een aantal maatregelen om de woon-werkverplaatsingen per fiets aantrekkelijker te maken.
Zo kwam er een verhoging van het basisbedrag van de maximale fietsvergoeding per kilometer die een werkgever mag toekennen: van 0,145 EUR naar 0,177 EUR.
Geïndexeerde fietskilometervergoeding
Na toepassing van de indexatie bedroeg de fietskilometervergoeding 0,34 EUR voor inkomstenjaar 2024.
Binnen de regering was er echter een akkoord voor een maximaal vrijgestelde fietsvergoeding van 0,35 EUR per kilometer.
Aanpassing basisbedrag
Om dit te bereiken past de fiscus het basisbedrag van de fietsvergoeding vanaf 1 januari 2024 aan van 0,177 naar 0,178 EUR per kilometer.
De fiscus zet zich hiermee op één lijn met de RSZ, die het basisbedrag al via een koninklijk besluit verhoogde. Ik verwijs hiervoor naar onze nieuwsbrief van 29 maart 2024.
Merk op dat er ook een verhoging van de vrijgestelde jaargrens is vooropgesteld. Inzake RSZ is deze al bevestigd. Fiscaal zit deze verhoging vervat in ontwerpwetgeving.
Wat betekent dit voor de werkgever?
Vanaf 1 januari 2024 kan de werkgever zijn fietsende werknemers en bedrijfsleiders een vrijgestelde fietsvergoeding toekennen van maximaal 0,35 EUR per effectief getrapte woon-werkkilometer.
Daartoe werd het basisbedrag van de fietsvergoeding gevoelig opgetrokken: van 0,145 EUR naar 0,178 EUR (initieel 0,177 EUR) per kilometer.
Het is aangewezen om de sectorale verplichtingen erop na te slaan. Wanneer een sector oplegt dat de fietsvergoeding gelijk is aan het maximaal vrijgestelde bedrag inzake RSZ en fiscaliteit, zal de werkgever de fietsvergoeding moeten optrekken.
In de meeste andere gevallen zal de verhoging facultatief zijn.
De verhoging van het basisbedrag van 0,177 naar 0,178 EUR (en dus ook van het geïndexeerde maximum van 0,35 EUR per kilometer) was reeds aangekondigd.
Wij hielden hier dan ook al rekening mee. De publicatie in het staatsblad zal dus geen herberekeningen tot gevolg hebben.