Van opzeggingsvergoeding naar opleidingsbudget
Tegen 2022 zullen werknemers, ontslagen met een opzeggingsvergoeding, een deel (max. 1/3) hiervan kunnen besteden aan opleiding. Bedoeling is dat zij hiermee hun inzetbaarheid op de arbeidsmarkt verhogen.
Sociaal en fiscaal gunstig
Het deel van de opzeggingsvergoeding dat de werknemer als opleidingsbudget gebruikt, zal een sociaal en fiscaal gunstregime krijgen.
Wanneer aan enkele voorwaarden voldaan is, zal het opleidingsbudget vrijgesteld zijn van werknemersinhoudingen RSZ en belastingen.
De werkgever is enkel een bijzondere solidariteitsbijdrage voor de sociale zekerheid verschuldigd.
Inwerkingtreding
De maatregel is momenteel nog niet aangenomen in De Kamer. Dit zal hoogst waarschijnlijk in de loop van deze week gebeuren.
Wordt de maatregel aangenomen, dan zal hij pas gelden voor werknemers ontslagen met een opzeggingsvergoeding vanaf 1 januari 2022. Bij koninklijk besluit kan deze datum vervroegd worden.
Opgelet!
Wat betekent dit voor de werkgever?
De maatregel bevat nog heel wat onduidelijkheden en praktische vragen. Wij zoeken die verder uit en houden u op de hoogte.
Gelet op de datum van inwerkingtreding (verbrekingen vanaf 1 januari 2022), hoeft u zich hierover nog geen zorgen te maken.
Context
In het kader van de jobsdeal bereikte de Regering-Michel in de zomer van 2018 een akkoord over een eerste stap in de richting van een activerend ontslagbeleid. Als principe werd geponeerd dat het deel van de opzeggingsvergoeding dat de werknemer gebruikt om opleiding te betalen, een gunstig sociaal en fiscaal regime krijgt.
Dit principe krijgt nu vorm in het wetsvoorstel over de sociale bepalingen van de jobsdeal.
Juridische inhoud
1. Welke werknemers?
Werknemers, ontslagen met een opzeggingsvergoeding (of een resterend deel ervan), krijgen de mogelijkheid om een deel van hun opzeggingsvergoeding te besteden aan opleiding.
Bedoeling is om zo hun inzetbaarheid op de arbeidsmarkt te verhogen.
Het gaat om werknemers met een arbeidsovereenkomst:
- van onbepaalde duur;
- van bepaalde duur of voor een welomschreven werk, die zich in de tweede helft van hun arbeidsovereenkomst bevinden.
Deze mogelijkheid geldt ongeacht de hoogte van de opzeggingsvergoeding of de duur van de opzeggingstermijn, die als basis dient voor de berekening van de opzeggingsvergoeding.
2. Welk deel van de opzeggingsvergoeding?
De werknemer zal maximaal 1/3 van zijn opzeggingsvergoeding kunnen besteden aan opleiding in de vorm van een opleidingsbudget.
3. Concrete modaliteiten
3.1. Schriftelijke kennisgeving aan werkgever
Vóór de uitbetaling van de opzeggingsvergoeding brengt de werknemer zijn werkgever schriftelijk op de hoogte van:
- zijn wens om een deel van de opzeggingsvergoeding te besteden aan opleiding;
- het bedrag dat hij wil besteden.
3.2. Termijn en bestedingsmogelijkheden
De werknemer krijgt 60 maanden de tijd om zijn opleidingsbudget te benutten.
Voor wat de bestedingsmogelijkheden betreft, moet één en ander nog verder uitgewerkt worden bij koninklijk besluit.
Ondermeer:
- welke uitgaven de werknemer kan financieren met het opleidingsbudget;
- welke opleidingen werknemers kunnen volgen. Dit zal gebeuren in overleg met de gemeenschappen.
- de wijze waarop de werknemer kan bewijzen dat hij het budget correct besteedde;
- de verplichting om het budget op een derdenrekening te storten.
4. Sociaal en fiscaal gunstregime
4.1. RSZ: bijzondere werkgeversbijdrage van 25%
Het bedrag van de opzeggingsvergoeding dat als opleidingsbudget gereserveerd werd, is niet onderworpen aan de normale socialezekerheidsbijdragen.
De werkgever is hierop dus geen gewone patronale bijdragen verschuldigd. Er gebeurt evenmin een werknemersinhouding van 13,07%.
Het bedrag is wel onderworpen aan een bijzondere solidariteitsbijdrage van 25%, ten laste van de werkgever.
4.2. Fiscaal regime
Principe: fiscale vrijstelling
Het opleidingsbudget is in beginsel vrijgesteld van inkomstenbelastingen.
Deze vrijstelling is echter pas definitief verworven wanneer het budget correct en tijdig werd besteed.
Sanctie bij onjuist gebruik
Wanneer de werknemer het budget niet correct en/of niet tijdig besteedde, wordt het onterecht ontvangen deel alsnog onderworpen aan de personenbelasting.
Het bedrag ondergaat eenzelfde fiscale behandeling als een opzeggingsvergoeding.
Bovendien wordt voorzien in een federale belastingsvermeerdering van 13,07% van het onterecht ontvangen opleidingsbudget.
Hiermee compenseert men de onterecht toegekende vrijstelling van de werknemersinhoudingen RSZ.
5. Inwerkingtreding
De maatregel is momenteel nog niet aangenomen in de Kamer.
Dit zal hoogst waarschijnlijk in de loop van deze week gebeuren. Wordt de maatregel aangenomen, dan zal hij pas gelden voor werknemers ontslagen met een opzeggingsvergoeding vanaf 1 januari 2022.
Bij koninklijk besluit kan deze datum vervroegd worden,