Wat betekent dit voor de werkgever?
Belgische ziekenhuizen moeten de in het collectief akkoord afgesproken nieuwe loon- en arbeidsvoorwaarden voor de ASO's naleven en uitvoeren. De meeste nieuwe voorwaarden gaan in vanaf 1 april 2024. Het is niet nodig om de bestaande opleidingsovereenkomsten aan te passen.
Ruim 2 jaar nadat binnen de Nationale Paritaire Commissie artsen-ziekenhuizen een eerste collectief akkoord over nieuwe loon- en arbeidsvoorwaarden voor Artsen-Specialisten in Opleiding (ASO) bereikt werd, was het tijd voor een evaluatie.
Op 21 december 2023 werd dan ook een nieuw akkoord gesloten dat het vorig akkoord op enkele belangrijke punten aanpast.
We sommen de belangrijkste aanpassingen op:
- Indexering van de forfaits voor oproepbare wachten en de onkostenvergoeding;
- Maandelijkse uitbetaling prestaties boven de 60 uur;
- Maximaal in te plannen uren per maand: 260 uur/maand;
- Ophef cumulverbod tussen vergoedingen voor opt-out uren en oncomfortabele uren;
- Verhoging vergoeding oncomfortabele uren;
- Verhoging van de maandelijkse onkostenvergoeding met 50 EUR;
- Recht op 2 bijkomende vakantiedagen.
In deze nieuwsbrief gaan we dieper in op de gewijzigde loon- en arbeidsvoorwaarden.
1. Wat voorafging
De Nationale Paritaire Commissie artsen-ziekenhuizen (NPCAZ) heeft in de loop van 2023 een evaluatie gemaakt van de uitvoering van de collectieve overeenkomst van 19 mei 2021 over de minimale voorwaarden die moeten opgenomen worden in de opleidingsovereenkomsten die met artsen-specialisten in opleiding worden afgesloten.
De NPCAZ heeft vastgesteld dat de collectieve overeenkomst geleid heeft tot een verbetering van het statuut van de ASO's. Niettemin moeten nog een aantal elementen worden verbeterd. Hiertoe werden door de verschillende partijen een aantal aandachtspunten opgelijst waaraan in het nieuw akkoord van 21 december 2023 gevolg wordt gegeven.
In deze nieuwe nieuwsbrief leest u meer in detail welke aanpassingen worden doorgevoerd.
2. Juridische inhoud
2.1. Indexering van de forfaits en (verhoogde) onkostenvergoeding
Met ingang van 1 januari 2024 worden de forfaitaire vergoedingen voor oproepbare wachten en de onkostenvergoeding geïndexeerd op dezelfde wijze als het basisloon. De index is voor het jaar 2024 op 6,05% bepaald.
Bijkomend wordt de maandelijkse onkostenvergoeding vanaf 1 april 2024 met 50 EUR verhoogd.
1 januari 2024 | 1 APRIL 2024 | |
---|---|---|
Oproepbare wacht tijdens weekdagen tussen 8u-20u | 53,03 EUR | 53,03 EUR |
Oproepbare wacht tijdens het weekend en tussen 20u-8u | 79,54 EUR | 79,54 EUR |
Maandelijkse onkostenvergoeding | 106,05 EUR | 156,05 EUR |
2.2. Maandelijkse uitbetaling prestaties boven de 60 uur
Voltijdse arbeidsduur
De voltijdse arbeidsduur van een ASO bedraagt 48 uur per week. Deze arbeidsduur moet gemiddeld binnen de 13 weken gerespecteerd worden.
Bovendien mag de arbeidsduur de absolute grens van 60 uur niet overschrijden tijdens elke arbeidsweek.
Opt-out uren
Daarnaast voorziet de wet van 12 december 2010 de mogelijkheid voor een ASO om een opt-out overeenkomst te tekenen. Die overeenkomst maakt het mogelijk om een bijkomende arbeidstijd van maximum 12 uur per week te presteren om onder meer elk type van wachtdienst te verzekeren op de werkplek.
Maandelijkse uitbetaling opt-out uren
De nieuwe collectieve overeenkomst bepaalt voortaan expliciet dat:
De lonen die betrekking hebben op arbeidsprestaties die de weekgrens van 60 uur overschrijden maandelijks worden uitbetaald. Prestaties boven de 60 uur per week gepresteerd na het afsluiten van de payroll van een gegeven maand worden uitbetaald met het loon van de daaropvolgende maand.
De lonen die betrekking hebben op arbeidsprestaties die de weekgrens van 48 uur overschrijden zonder de maximumgrens van 60 u te overschrijden op het einde van het trimester worden uitbetaald waarbij de effectief gerealiseerde periode van inhaalrust over een periode van 13 weken in mindering wordt gebracht.
2.3. Maximaal in te plannen uur per maand: 260 uur
Bij de opmaak van de uurroosters moeten partijen een evenwichtige spreiding van de arbeidsprestaties verzekeren.
Zo kan in een periode van 1 maand consecutief nooit meer dan 260 uren aan arbeidsprestaties worden ingeroosterd. Na elke periode van 1 maand wordt een periode van inhaalrust verzekerd voor elk uur dat boven 260 uren werd gepresteerd.
2.4. Klokkenluidersrichtlijn
De klokkenluidersrichtlijn wordt uitdrukkelijk van toepassing verklaard voor ASO’s, o.m. voor het melden van mistoestanden op het vlak van de arbeidsduur of op het vlak van de niet-registratie van de geleverde arbeidsprestaties.
De wet verplicht de werkgevers om onafhankelijke meldingskanalen in te stellen en biedt aan de melders bescherming tegen represailles. ASO’s worden op de hoogte gebracht van de meldingskanalen.
2.5. Cumul tussen vergoedingen voor opt- out uren en oncomfortabele uren
Vanaf 1 april 2024 kan de vergoeding voor opt-out uren worden gecumuleerd met een vergoeding voor prestaties uitgevoerd op oncomfortabele uren.
2.6. Uitbetaling prestaties tijdens een oproepbare wacht
Eveneens vanaf 1 april 2024 kunnen niet in het ziekenhuis verrichte prestaties tijdens een oproepbare wacht worden uitbetaald als er een voorafgaand akkoord is en als er een documentatie is van de prestatie door een notitie in het (elektronisch) medisch dossier.
2.7. Anciënniteit van de ASO
De jaren gedurende dewelke ASO’s een wetenschappelijk traject volgen in het kader van een erkend stageplan, worden volledig in aanmerking genomen voor de berekening van het basisloon. De baremieke aanpassingen worden toegepast vanaf de start academiejaar 2023-2024.
2.8. Verhoging vergoeding voor oncomfortabele uren
Vanaf 1 april 2024 wordt de vergoeding voor arbeid gepresteerd op oncomfortabele uren in de week tussen 20u en 8u en op zaterdag verhoogd van 125% naar 135 % van het basisloon.
De vergoeding voor arbeid gepresteerd op zondag en feestdagen wordt verhoogd van 150% naar 160% van het basisloon.
2.9. 2 bijkomende vakantiedagen
Vakantiedagen die bij het einde van een stageperiode bij de werkgever niet konden worden opgenomen, worden uitbetaald met de laatste vergoeding die deze werkgever uitbetaalt. Het aantal verlofdagen van een ASO wordt pro rato toegekend volgens de duurtijd van de stageperiode in een ziekenhuis binnen het kalenderjaar.
Vanaf 1 april 2024 hebben artsen specialisten in opleiding ook recht op 2 bijkomende vakantiedagen bovenop het minimum van 20. Voor de periode van 1 april 2024 tot 31 december 2024 betekent dit een anderhalve dag extra verlof.
2.10. Tot slot
Met dit nieuwe akkoord is er nog zeker geen eindpunt bereikt. Zo verzoekt de NPCAZ de regering onverwijld oplossingen te zoeken inzake de toevoeging van een pensioen- en werkloosheidspijler aan de sociale zekerheid voor artsen-specialisten in opleiding. Wordt vervolgd…