Juridische inhoud

1. Lonen

Principe

Met ingang van 1 december 2021 komt er een verhoging van:

• de sectorale minimumloonschalen met 0,4%;
• de reële bruto maandlonen met 0,4%.

Gelijkwaardige voordelen

De verhoging van de reële bruto maandlonen is niet van toepassing op de bedienden die in de periode 2021-2022 volgens bedrijfseigen modaliteiten effectieve loonsverhogingen en/of andere voordelen in koopkracht krijgen die gelijkwaardig zijn.

Eenmalige premies kunnen worden aangerekend voor zover zij toegekend zijn in de periode 2021-2022.

De bruto-loonsverhoging van 0,4% of het gelijkwaardig voordeel moet recurrent zijn vanaf uiterlijk 1/1/2023.

De aanrekening van de verhogingen van het loon en/of voordelen in koopkracht, van welke aard ook, gebeurt per bediende en voor hun totale kost op de loonkost (bruto + patronale RSZ) van de hierboven vermelde verhoging van de reële maandlonen.

Er gebeurt geen aanrekening op de hierboven vermelde verhoging van de effectieve lonen voor volgende jaarlijkse loonsverhogingen die automatisch voortvloeien uit:

• de toepassing van de sectorale minimumloonschalen, gebaseerd op beroepservaring;of
• loonschalen op ondernemingsvlak gebaseerd op beroepservaring en/of anciënniteit.

Actie tegen 30 november 2021

In ondernemingen met een syndicale delegatie gebeurt de toepassing van het gelijkwaardig voordeel mits bedrijfsakkoord tegen uiterlijk 30 november 2021. Het overleg heeft enkel betrekking op de toepassing van het gelijkwaardig voordeel.

In ondernemingen zonder syndicale delegatie informeert de werkgever de bedienden schriftelijk en individueel over de toepassing van het gelijkwaardig voordeel tegen uiterlijk 30 november 2021.

Voor de gelijkwaardige voordelen en aanrekening gelden dezelfde bepalingen zoals voorzien in het vorige sectoraal akkoord 2019-2020.

2. Coronapremie

PC 200 voorziet een eenmalige coronapremie in de vorm van consumptiecheques.

Voorwaarden

Er gelden twee cumulatieve voorwaarden, met name:

•  een positieve bedrijfswinst (code 9901) behaald in 2019 en 2020 (kalenderjaar); en

• een stijging van de omzet (code 70), of brutomarge (code 9900) indien de omzet niet beschikbaar is, met ten minste 5%.
  Hier bekijken we de omzetstijging van 2020 tegenover 2019.

De codes 9901, 70 en 9900 verwijzen naar de rubrieken in de jaarrekening.

2019 en 2020 zijn kalenderjaren.

Bedrag

Bij een stijging van de omzet, of de brutomarge indien de omzet niet beschikbaar is, met:

• ten minste 5%, bedraagt de coronapremie 125 euro;
• ten minste 10%, bedraagt de coronapremie 250 euro.

De stijging van omzet of brutomarge moet autonoom zijn behaald. Een kunstmatige stijging door middel van een fusie of overname komt dus niet in aanmerking. 

Voor wie

De toekenning van de premie geldt voor de werknemers in dienst op 30 november 2021 en gebeurt pro rato de verrichte en gelijkgestelde prestaties tussen 1 december 2020 en 30 november 2021.

Hier gelden dezelfde gelijkstellingen als bij de toekenning van de eindejaarspremie. De periodes van tijdelijke werkloosheid corona zijn gelijkgesteld met effectieve prestaties.

Voor deeltijdse bedienden geldt een pro rata op basis van hun arbeidsregime op 30/11/2021.

Wanneer

De uitreiking van de coronapremie gebeurt uiterlijk op 31/12/2021.

Een coronapremie, die de werkgever in 2021 al toekende op ondernemingsniveau, wordt in mindering gebracht van de hogervermelde bedragen.

De werkgever richt een schriftelijke communicatie over de toekenning van de premie aan de syndicale delegatie of, bij gebrek daaraan, aan de werknemers en dit uiterlijk op 15/12/2021.

3. Aanvullend pensioen

Het onderscheid tussen arbeiders en bedienden in de aanvullende pensioenen moet op termijn verdwijnen. 

In de huidige regelgeving moeten de paritaire comités vóór 2023 afspraken maken over de manier waarop dat in hun sector moet gebeuren. 

De sociale partners vragen echter uitstel van deze datum, zodat sectoren nog tot uiterlijk 2026 de tijd zouden hebben om CAO's te sluiten.  De voorziene einddatum voor werkgevers zou dan 1 januari 2030 (in plaats van 2025) worden.

PC 200 voerde vanaf 2020 een tijdelijke jaarpremie in voor bedienden in de bijzondere regeling in aanloop naar een aanvullend pensioen. Het gaat om bedienden in dienst op 1 september 2019.

De jaarpremie heeft een ‘tijdelijk karakter’ in die zin dat het budget (later) kan omgezet worden in een aanvullend pensioen voor de bedienen. Na de omzetting verdwijnt de jaarpremie.

Met de tijdelijke premie anticipeert de sector op de verplichte harmonisering van de aanvullende pensioenen van arbeiders en bedienden tegen 1 januari 2030 in het kader van de WAP.

De verplichting om de jaarpremie toe te kennen, verdwijnt dus niet uiterlijk 1 januari 2025, maar uiterlijk 1 januari 2030.

4. Eindejaarspremie

Een van de voorwaarden om een eindejaarspremie te ontvangen is een anciënniteit van tenminste zes maanden op het ogenblik van betaling van de premie.

Voor de berekening van de vereiste minimumanciënniteit, komt de periode van tewerkstelling als uitzendkracht ook in aanmerking.

Dat geldt voor zover de aanwerving volgt op de periode als uitzendarbeid en de functie die de werknemer uitvoert gelijkaardig is aan de functie die de uitzendkracht uitvoerde.

Elke periode van inactiviteit van zeven dagen of minder geldt als een periode van tewerkstelling als uitzendkracht.

5. Eindeloopbaan

Er komt een verlenging van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2023 voor volgende stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag:

• 60 jaar en 33 jaar loopbaan waarvan 20 jaar nachtarbeid of zwaar beroep mits 10 jaar anciënniteit in de onderneming (NAR CAO nr.151);

• 60 jaar en lange loopbaan 40 jaar mits 10 jaar anciënniteit in de onderneming (NAR CAO nr.152);

•  60 jaar en 35 jaar loopbaan zwaar beroep mits 10 jaar anciënniteit in de onderneming (NAR CAO nr.153).

6. Vrijstelling aangepaste beschikbaarheid

Werknemers die op SWT vertrekken, moeten aangepast beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt.
 

Aangepast beschikbaar zijn, betekent onder meer:

• ingeschreven zijn als werkzoekende;
• passend werk of opleiding aanvaarden;
  

Ze moeten niet actief zoeken naar werk. De aangepaste beschikbaarheid loopt in principe tot de leeftijd van 65 jaar.

Onder bepaalde voorwaarden kunnen zij een vrijstelling van die verplichting aanvragen.

PC 200 treedt toe tot de NAR CAO's (CAO nr. 153 en CAO nr. 155) met betrekking tot de voorwaarden voor de toekenning van de vrijstelling van verplichting van aangepaste beschikbaarheid.

7. Tijdskrediet

Er is een verlenging van de regeling tijdskrediet van 1 juli 2021 tot 31 december 2023.

De regeling landingsbanen (1/5de en halftijds) vanaf 55 jaar voor lange loopbaan 35 jaar, zwaar beroep en 20 jaar nachtarbeid zal gelden van 1 januari 2021 tot 30 juni 2023.

Dit gebeurt in toepassing van de NAR CAO's nr.156 en 157.

Er is een premie sociaal fonds voor bedienden die:

• 1/5^e eindeloopbaan starten vanaf 60 jaar, of 
• vanaf 55 jaar 1/5^e eindeloopbaan starten (lange loopbaan 35 jaar, zwaar beroep en 20 jaar nachtarbeid).

Deze premie blijft behouden van 1 januari 2021 tot 30 juni 2023.

Ook de regeling aanmoedigingspremies van de Vlaamse Gemeenschap blijft behouden.

8. Telewerk

De sociale partners moedigen de ondernemingen die telewerk invoeren aan om in sociale dialoog te gaan op ondernemingsniveau.

Eind 2022 is er een evaluatie door de sociale partners en bekijken ze of een sectoraal kader nodig is.

Deconnectie is in dit kader van belang.

De sociale partners adviseren ondernemingen die hierover nog geen gesprek hebben gehad, dit alsnog aan te gaan in het CPBW.

9. Vorming

Er is een verlenging van de CAO inzake opleiding voor de periode 2022-2023.

In de ondernemingen met:

• 20 of meer werknemers geldt een gemiddelde van 6 opleidingsdagen per VTE (in plaats van 5 dagen);
• minstens 10 en minder dan 20 werknemers geldt een gemiddelde van 4,5 opleidingsdagen per VTE (in plaats van 4 dagen);
• minder dan 10 werknemers geldt een gemiddelde van 4 opleidingsdagen per VTE. Hier wijzigt er dus niets.

De sociale partners engageren zich om samen met Cevora een strategie te ontwikkelen om een groter volume aan werknemersopleidingen te realiseren en het opleidingsbeleid van de ondernemingen aan te moedigen.

Dit is voorzien in de eerste jaarhelft van 2022.

Engagementen opgenomen in de sectorconvenant met Vlaanderen kunnen daarbij ook dienend zijn voor de andere landsgedeelten.

Er zal vooral aandacht gaan naar:

• een groter bereik van:
• KMO’s en de medewerkers ervan; en
• inactieven (en het aanmoedigen van ‘intensief tijdelijk werklozen’ om hun competenties te versterken);
• het stimuleren van opleidingen tot knelpuntberoepen;
• de uitrol van duaal leren;
• in het algemeen het uitdragen van de leercultuur, het verwerven van digitale competenties en het verwerven van competenties voor de functies van morgen.

De sociale partners wensen ook een uitbreiding van het digitaal opleidingsaanbod binnen Cevora.

10. Bijdrage Sociaal Fonds

Er is een verlenging van de werkgeversbijdrage van 0,23 % aan het sociaal fonds van 1 april 2022 tot en met 31 december 2023.

Ook de afspraken voor de risicogroepen worden verlengd.

11. Mobiliteit

Fietsvergoeding

Voor werknemers die regelmatig naar het werk fietsen, is een fietsvergoeding voorzien. Deze is niet cumuleerbaar met andere tussenkomsten op het woon-werktraject. Een uitzondering geldt voor de tussenkomst in het openbaar vervoer.

Vanaf 1 juli 2022 verhoogt de fietsvergoeding van 0,10 naar 0,20 EUR per effectief gefietste kilometer met een maximum van 8 EUR (maximum 40 km heen en terug) per arbeidsdag.

Toepassingsgebied

De cao met betrekking tot de werkgeversbijdrage in de vervoerskosten is niet van toepassing op bedienden die hun eigen vervoermiddel gebruiken en een jaarlijkse brutobezoldiging ontvangen van meer dan 27.750 EUR.

Deze jaarlijkse brutogrens verhoogt naar 29.680 EUR vanaf 1 januari 2022.