Op 1 september 2015 trad een nieuw kader voor alternerend leren/werken in Wallonië in werking. Al snel bleek dat het systeem moest bijgestuurd worden om het gebruik te optimaliseren en de interpretatieproblemen te voorkomen.

Vóór het begin van het academiejaar 2016-2017 werden de betrokken partijen over de wijzigingen geïnformeerd. De partijen zijn vooral de Centra voor Alternerend Onderwijs en Opleiding (CEFA), het ‘Institut wallon de Formation en Alternance et des Indépendants et petites et moyennes Entreprises’ (IFAPME) en de ‘Service Formation PME’ (SFPME), maar natuurlijk ook de betrokken ondernemingen.  

De wijzigingen hadden echter nog geen wettelijke basis. Dit is nu gebeurd door de publicatie van het nieuw Waals besluit. Het treedt in werking met terugwerkende kracht op 1 september 2016.

De wijzigingen hebben betrekking op de eventuele schorsing van de proefperiode, de mogelijke aanpassingen aan de alternerende overeenkomst en de indexering van de bezoldiging aan de leerling.  

1. Schorsing proefperiode

De proefperiode voor elke nieuwe alternerende overeenkomst duurt één maand. De nieuwe wettekst stelt nu dat deze periode wordt opgeschort in geval van afwezigheid van de leerling om welke reden ook.

2. Mogelijke wijzigingen aan de alternerende overeenkomst

De betrokken partijen (onderneming, leerling en opleidingsverstrekker) kunnen de alternerende overeenkomst op verschillende punten wijzigen. Ze nemen de wijzigingen op in een nieuwe overeenkomst, in een aanhangsel of in een bijlage.

2.1. Nieuw overeenkomst

Ze sluiten een nieuwe overeenkomst indien het soort opleiding of het ondernemingsnummer van de onderneming wijzigt.

2.2. Aanhangsel

Ze gebruiken een aanhangsel bij de alternerende overeenkomst bij wijziging van volgende punten:

• mentor;
• paritair comité van de onderneming;
• inrichtingseenheid waarin de opleiding wordt gegeven;
• bezoldiging van de leerling;
• duurtijd van de overeenkomst.

2.3. Bijlage

Een bijlage bij de alternerende overeenkomst is voldoende bij wijziging van volgende punten:

• referentiepersoon;
• vormingsoperator;
• personalia van de leerling;
• opleidingsrooster.

We vermoeden dat alle contracterende partijen het aanhangsel moeten tekenen, terwijl de bijlage alleen aan hen moet meegedeeld worden.

3. Indexering van de bezoldiging van de leerling

Het bedrag van de bezoldiging van de leerling wordt berekend op basis van een percentage van het gemiddeld gewaarborgd minimummaandinkomen (GMMI), geïndexeerd op dezelfde basis als de automatische loonindexering.