Vorige week verscheen net voor het paasweekend de 'relancewet' in het Belgisch Staatsblad. De wet voert nog een aantal beslissingen van het politieke zomerakkoord van midden 2017 uit. Tijdens de parlementaire behandeling veranderde de benaming van de wet. Het ontwerp van relancewet werd finaal de wet betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie.

Een overzicht van de maatregelen:

• de opzegtermijnen bij ontslag door de werkgever tijdens de eerste 6 maanden van de arbeidsrelatie wijzigen vanaf 1 mei 2018. Meer details vind je in ons nieuwsbericht van vrijdag 30 maart 2018;

• startersjobs voor jongeren zonder werkervaring: onder bepaalde voorwaarden zal bij aanwerving vanaf 1 juli 2018 de loonkost van een 18-, 19- of 20-jarige zonder werkervaring dalen. De werkgever zal tijdelijk een loon kunnen betalen dat onder het minimumloon ligt. Om het effect daarvan op het nettoloon van de jongere te temperen, betaalt de werkgever een forfaitaire netto toeslag. Die toeslag kan hij dan recupereren via een nieuwe fiscale vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing. Alle details over deze maatregel vind je in onze nieuwsbrief van 22 november 2017;

• in het kader van de strijd tegen stress en burn-out komen er twee nieuwigheden: verplicht overleg over (digitale) deconnectie van het werk enerzijds en financiering van projecten gericht op de preventie van burn-out anderzijds. Meer info vind je in een aparte nieuwsbrief vandaag;

• de bestaande fiscale gunstmaatregel voor ploegenarbeid (vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing) wijzigt en wordt onder bepaalde voorwaarden uitgebreid naar werken in onroerende staat. Meer info in onze nieuwsbrief van 15 januari 2018;

• fiscaal voordeel voor alleenstaande ouders met een laag inkomen: vanaf aanslagjaar 2018 (inkomsten 2017) komen er in de personenbelasting bijkomende belastingvoordelen voor alleenstaande ouders met een laag inkomen uit een beroepsactiviteit. Er is geen impact op de berekening van de bedrijfsvoorheffing. Meer info vind je in een aparte nieuwsbrief vandaag;

• opheffing verbod op uitzendarbeid in bepaalde sectoren: voortaan is het ook in de binnenscheepvaart (PC nr. 139) en in de verhuissector (PC nr. 140.05) toegelaten om uitzendkrachten tewerk te stellen (zie ook onze nieuwsbrief van 13 november 2017);

• wijziging referteperiode tussenkomst Sluitingfonds: het Sluitingsfonds betaalt verschillende soorten vergoedingen uit aan werknemers. Deze waarborg geldt voor werknemers van wie de arbeidsovereenkomst binnen een bepaalde periode werd beëindigd: de referteperiode. Deze periode begint te lopen vanaf de 13de maand vóór de sluitingsdatum en eindigt de 12de maand ná deze datum. Voortaan zal deze periode de 25ste maand vóór de sluitingsdatum aanvangen voor werknemers die de verjaringstermijn ten aanzien van hun werkgever hebben gestuit door middel van een aangetekende ingebrekestelling met ontvangstbewijs (zie ook onze nieuwsbrief van 14 november);

• wijziging van de wet werkbaar en wendbaar werk: opleidingsinspanning. In het kader van de globale opleidingsdoelstelling - een groeipad naar gemiddeld 5 dagen opleiding per jaar per voltijdse werknemer - kunnen sectoren een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten.  De deadline vorig jaar was daarvoor 31 december 2017 (zie onze nieuwsbrief van 19 maart 2018);

• PWA-arbeidsovereenkomst: sinds 1 juli 2014 zijn de gewesten bevoegd voor de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Deze wet past louter formeel vanaf 1 januari 2018 een aantal bepalingen aan volgens de nieuwe bevoegdheidsverdeling.