Werknemers in een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT), hebben in principe recht op een maandelijkse werkloosheidsuitkering van de RVA en een aanvullende vergoeding van de werkgever (de bedrijfstoeslag).

Deze bedrijfstoeslag wordt berekend op basis van het netto-referteloon van de werknemer, dat op zijn beurt wordt bepaald door een vastgelegd begrensd bruto-maandloon.

De CAO nr.17 voorziet dat het bedrag van zowel het begrensd bruto-maandloon als de aanvullende vergoeding elk jaar op 1 januari door de Nationale Arbeidsraad herzien wordt (de zogenaamde herwaardering). De herwaardering beïnvloedt ook de minimumgrens waaronder het inkomen van wie op SWT is of in halftijds brugpensioen, niet mag zakken na inhouding van de bijzondere sociale zekerheidsbijdrage (de zogenaamde decava).

De NAR bevestigt dat er geen herwaarderingscoëfficiënt moet worden toegepast bij de start van 2023.