Werknemers konden, indien nodig, tot 30 juni 2022 gebruik maken van het wettelijk vaccinatieverlof. Nadien was de regeling niet meer van toepassing.
Het vaccinatieverlof is terug mogelijk vanaf 1 oktober 2022.
Recht op afwezigheid met behoud van normaal loon
Sinds 9 april 2021 hadden werknemers het recht om afwezig te zijn van het werk om zich te laten vaccineren tegen het coronavirus. Tijdens hun afwezigheid behielden ze hun normaal loon. Ook voor de begeleiding bij de vaccinatie van een samenwonend minderjarig kind, een meerderjarige persoon met een handicap of een persoon over wie de werknemer voogdijschap uitoefent, bestond dit recht.
De afwezigheid is gelijk te stellen met een vorm van klein verlet.
Deze regeling liep af op 30 juni 2022.
Situatie van 1 juli tot 30 september 2022
Werknemers die zich tussen 1 juli en 30 september tijdens de werkuren lieten vaccineren, hadden geen recht op deze betaalde afwezigheid. Hier moesten werkgever en werknemer in overleg gaan om een andere vorm van afwezigheid te boeken zoals vakantie, toegestane afwezigheid of een andere vorm van betaalde of onbetaalde afwezigheid.
Herinvoering vanaf 1 oktober 2022
Vanaf 1 oktober hebben werknemers opnieuw recht op vaccinatieverlof met behoud van hun normaal loon.
Inwerkingtreding
De herinvoering van het vaccinatieverlof treedt in werking op 1 oktober 2022.
De regeling loopt af op 31 december 2022. Een verdere verlenging is mogelijk tot 31 maart 2023.
Wat betekent dit voor de werkgever?
Vanaf 1 oktober 2022 is er opnieuw recht op vaccinatieverlof.
De werknemer behoudt zijn normaal loon tijdens de afwezigheid.
De werkgever moet de afwezigheid boeken zoals een klassiek klein verlet.