Door de coronacrisis groeit de nood aan bijkomende arbeidskrachten in een aantal kritische sectoren zoals de grootdistributie, de voedingssector, de zorgsector, …
Studenten kunnen daarbij een belangrijke rol spelen.
De regering heeft al eerdere maatregelen genomen om studenten aan te moedigen aan de slag te gaan. Zo zal men de uren die een student presteert in het 2de kwartaal 2020 niet in rekening brengen van het jaarlijks contingent van 475 uren.
Ook de fiscus geeft mee dat zij dat extra inkomen tijdens het 2de kwartaal 2020 niet in aanmerking zullen nemen om te bepalen of de student nog steeds ten laste kan zijn van zijn/haar ouders.
Opgelet!
Juridische inhoud
1. Kind ten laste
Bij de berekening van de verschuldigde personenbelasting, hebben ouders recht op een belastingvoordeel voor de kinderen die zij ten laste hebben.
Dit belastingvoordeel voor de ouders bestaat in een verhoging van een belastingvrij minimum.
2. Kind 'ten laste': voorwaarden
Opdat de ouders hun kinderen als 'ten laste' mogen beschouwen, moeten volgende voorwaarden vervuld zijn:
- het kind moet deel uitmaken van het gezin op 1 januari van het jaar volgend op het inkomstenjaar;
- de netto bestaansmiddelen van het kind mogen een bepaald bedrag niet overschrijden.
Dat bedrag varieert al naar gelang de ouders gezamenlijk of alleen worden belast; - het kind mag geen bezoldigingen ontvangen die de ouders inbrengen als beroepskosten.
Een student blijft dus fiscaal maar ten laste van zijn ouders wanneer hij/zij per jaar niet meer verdient dan een bepaald maximumbedrag.
Voor het inkomstenjaar 2020 (aanslagjaar 2021) gelden volgende bedragen:
Inkomstenjaar 2020 - Aanslagjaar 2021 | Netto belastbaar inkomen | Bruto belastbaar inkomen (= na inhouding RSZ) |
Algemeen plafond voor kinderen ten laste
|
3.380,00 EUR |
4.225,00 EUR
|
Bijzonder plafond voor kinderen ten laste van een belastingplichtige die alleen wordt belast
|
4.880,00 EUR |
6.100,00 EUR |
Bijzonder plafond voor gehandicapte kinderen ten laste van een belastingplichtige die alleen woont |
6.200,00 EUR |
7.750,00 EUR |
3. Geen impact voor extra inkomsten 2e kwartaal
Als studenten extra werkzaamheden gaan verrichten in het tweede kwartaal, riskeren ze met dat extra inkomen natuurlijk gemakkelijker de hogervermelde grenzen te overschrijden.
Men wil vermijden dat studenten door die extra prestaties te veel netto bestaansmiddelen zouden hebben en dus niet langer ten laste kunnen zijn van hun ouders.
Daarom zal de fiscus bij het bepalen van die bestaansmiddelen geen rekening houden met de bezoldigingen voor de uren studentenarbeid gepresteerd in de periode van 1 april 2020 tot 30 juni 2020.