ella
Een werkzoekende in de Duitstalige Gemeenschap kan al enige tijd bij een onderneming werkervaring opdoen, via een Individuele Beroepsopleiding (IBO) of een instapstage. Sinds 1 januari 2019 zitten de IBO en de instapstage in een nieuw kleedje. De Duitstalige Gemeenschap heeft beide tewerkstellingsmaatregelen verder uitgewerkt en aangepast.
1. IBO
Aan de IBO is het meest gesleuteld. Vanaf 1 januari 2019 moet de werkgever de aanvraag indienen om een werkzoekende via een IBO op te leiden.
Ook de vergoedingen die de werkgever dient te betalen zijn aangepast. Zo ontvangt de werkzoekende van de werkgever een productiviteitspremie. Deze premie komt overeen met het verschil tussen het belastbare loon dat de werkzoekende zou krijgen in het geleerde beroep en zijn vervangingsinkomen.
Daarnaast moet de werkgever nog een reiskosten-, dienstreisvergoeding en/of onkostenvergoeding aan de werkzoekende betalen, indien dit voorzien is in een cao die van toepassing is op de werkgever.
Ook andere gebruikelijke tegemoetkomingen voorzien in een cao, dient de werkgever toe te kennen bijvoorbeeld een vergoeding voor werkkledij.
2. Instapstage
Voor de instapstage zijn de wijzigingen eerder beperkt. De instapstage kan nu ten vroegste op de 76ste dag van de beroepsinschakelingstijd starten en ten laatste op de 310de dag.
In deze nieuwsbrief bespreken we voor de volledigheid de IBO en de instapstage zoals deze gelden vanaf 1 januari 2019.
Wat betekent dit voor de werkgever?
De werkgever in de Duitstalige Gemeenschap kan nog steeds een werkzoekende met een individuele beroepsopleiding of instapstage opleiden. Sinds 1 januari 2019 moet de werkgever andere procedures volgen en nieuwe voorwaarden vervullen. Een werkgever met concrete interesse in een IBO of instapstage wendt zich best tot de ADG (http://www.adg.be/).
Wat betekent dit voor de publieke sector?
De IBO is niet van toepassing voor de publieke sector.
Voor de instapstage komt de publieke sector wel in aanmerking.
Intro
Een werkzoekende in de Duitstalige Gemeenschap kan al enige tijd bij een onderneming werkervaring opdoen via een Individuele Beroepsopleiding (IBO) of een instapstage. Vanaf 1 januari 2019 zitten de IBO en de instapstage in een nieuw kleedje. De Duitstalige Gemeenschap heeft beide tewerkstellingsmaatregelen verder uitgewerkt en aangepast.
Aan de IBO is het meeste gesleuteld. Voor de instapstage zijn de wijzigingen eerder beperkt.
In deze nieuwsbrief bespreken we voor de volledigheid de IBO en de instapstage zoals deze gelden vanaf 1 januari 2019.
Juridische inhoud
1. IBO
1.1. Voorwaarden
De werkgever moet de werkzoekende aanwerven voor een openstaande vacature.
Verder moet er een duidelijk onderscheid bestaan tussen het sollicitatieprofiel van de werkzoekende en de kennis en vaardigheden die nodig zijn voor de vacante functie. De IBO heeft immers als doel om de werkzoekende nieuwe vaardigheden aan te leren of om te scholen naar een vak of beroep.
De werkgever moet gevestigd zijn op het grondgebied van de Duitstalige Gemeenschap.
Ten slotte moet ook de werkzoekende, in principe, in het Duitse taalgebied wonen. In uitzonderlijke situaties kunnen werkzoekenden van de andere regio's toegelaten worden.
1.2. Aanvraag
De werkgever dient een aanvraag in te dienen bij de Arbeitsamt der Deutschsprachigen Gemeinschaft Belgiens (ADG). Deze aanvraag moet minstens volgende punten bevatten:
- de identiteit van de werkgever;
- een beschrijving van de functie;
- een gedetailleerde beschrijving van de inhoud van de opleiding;
- de identiteit van de opleider(s);
- de werkvoorwaarden die na afloop van de opleidingsovereenkomst worden aangeboden, in het bijzonder het soort overeenkomst, de vergoeding en de arbeidstijdregeling.
De ADG zal vervolgens de aanvraag onderzoeken en de werkzoekende al dan niet toelaten tot de beroepsopleiding.
Na het akkoord van de ADG ondertekenen de werkzoekende, de werkgever en de ADG de beroepsopleidingsovereenkomst.
1.3. Vergoeding
De werkzoekende ontvangt van de werkgever een productiviteitspremie. Deze premie komt overeen met het verschil tussen het belastbare loon dat de werkzoekende zou krijgen in het geleerde beroep en zijn vervangingsinkomen.
Daarnaast moet de werkgever nog een reiskosten-, dienstreisvergoeding en/of onkostenvergoeding aan de werkzoekende betalen, indien dit voorzien is in een cao.
Ook andere gebruikelijke tegemoetkomingen voorzien in een cao dient de werkgever toe te kennen, bijvoorbeeld een vergoeding voor werkkledij.
1.4. Duur
1.5. Verzekeringen
1.6. Na afloop werkzoekende in dienst nemen
Na afloop van de IBO moet de werkgever de werkzoekende in dienst nemen in de functie waarvoor hij de beroepsopleiding heeft gevolgd. De duur van deze tewerkstelling moet minstens overeenstemmen met de duur van de beroepsopleiding.
2. Instapstage
2.1. Voorwaarden
Om in aanmerking te komen voor een instapstage moet de werkzoekende, bij het begin van de stage, ingeschreven zijn bij de ADG als niet-werkende werkzoekende in de beroepsinschakelingstijd. Dit is de vroegere wachttijd voor schoolverlaters.
Hij mag hoogstens een diploma of getuigschrift van het hoger secundair onderwijs hebben.
De instapstage zal steeds voltijds zijn.
Verder moet de werkgever gevestigd zijn op het grondgebied van de Duitstalige Gemeenschap.
Ook de werkzoekende moet in principe in het Duitse taalgebied wonen. In uitzonderlijke situaties kunnen werkzoekenden van de andere regio's toegelaten worden.
Ten slotte dienen de werkzoekende, de werkgever en de ADG de stageovereenkomst te ondertekenen.
2.2. Duur
De instapstage kan ten vroegste op de 76ste dag van de beroepsinschakelingstijd starten en ten laatste op de 310de dag.
Verder mag de instapstage minstens 3 en hoogstens 6 maanden duren.
