Feedback
ella
Vergroening bedrijfswagenpark: alle data op een rij
Losse berichten
Gepubliceerd op 05/12/2022

Eind 2021 nam de regering enkele maatregelen om te evolueren naar een duurzame mobiliteit. 

Een belangrijke pijler hierbij is de versnelde vergroening van het bedrijfswagenpark.

 

De werknemer ondervindt hiervan geen rechtstreeks gevolg. De bedrijfswagen, die hij ter beschikking krijgt van zijn werkgever en waarmee hij privéverplaatsingen mag maken, blijft dezelfde gunstige sociale en fiscale behandeling genieten.

 

Mogelijk krijgt een werknemer wel andere mobiliteitskeuzes aangeboden.

Het wordt binnen afzienbare tijd immers duurder voor de werkgever om een wagen ter beschikking te stellen. Dit geldt in eerste instantie voor wagens die nog CO2 uitstoten.

 

De regering bouwt de fiscale aftrekbaarheid van de auto- en brandstofkosten geleidelijk af. Ook komt er een verhoging van de maandelijkse CO2-solidariteitsbijdrage, die de werkgever moet betalen aan de RSZ.

 

Als werkgever doet u er dus goed aan om uw mobiliteitsbeleid in het algemeen en  bedrijfswagenpark in het bijzonder onder de loep te nemen.

 

Om u daarbij te helpen, brengen we de maatregelen en relevante data nog even in herinnering.

De aanschafdatum van de wagen speelt hierbij een belangrijke rol. 'Aanschaf' betekent in dit verband: aankoop, huur of lease.

 

1 januari 2023

 

Voor oplaadbare hybride wagens beperkt de overheid de fiscale aftrekbaarheid van de benzine- of dieselkosten tot maximum 50 %. Hiermee wil men het gebruik van de elektromotor extra aanmoedigen.

 

Dit zal gelden vanaf 1 januari 2023 voor plug-in hybrides die de werkgever vanaf diezelfde datum aanschaft.

 

1 juli 2023

 

Fiscaal

 

Voor wagens die de werkgever aanschaft in de periode van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2025 en die CO2 uitstoten komt er een uitdoofscenario voor de fiscale aftrekbaarheid van de auto- en brandstofkosten.

Deze wordt geleidelijk afgebouwd om vanaf 2028 terug te vallen op 0%.

 

Sociaal

 

Voor wagens die een werkgever aanschaft vanaf 1 juli 2023 komt er een verhoging van de CO2-solidariteitsbijdrage ten laste van de werkgever.

 

1 januari 2025

 

Sociaal

 

Het bedrag van de minimum CO2-solidariteitsbijdrage, die onder meer van toepassing is voor wagens zonder CO2-uitstoot, wordt gaandeweg opgetrokken. Dit realiseert men via stapsgewijze verhoging van het basisbedrag, te beginnen vanaf 1 januari 2025.

 

1 januari 2026

 

Voor wagens die de werkgever aanschaft vanaf 1 januari 2026 én die CO2 uitstoten, zijn de auto- en brandstofkosten niet langer fiscaal aftrekbaar voor de werkgever.

 

Voor entiteiten onderworpen aan de rechtspersonenbelasting, zoals VZW's, komt er een nieuwe belasting van 25% op de volledige kosten van bedrijfswagens die CO2 uitstoten en die zij vanaf 1 januari 2026 aanschaffen.

 

1 januari 2027

 

Wagens die geen CO2 uitstoten, blijven bij aanschaf tot en met 2026 voor 100% fiscaal aftrekbaar.

Voor dergelijke wagens die de werkgever vanaf 2027 aanschaft, komt er een stapsgewijze afbouw van de aftrekbaarheid.

Vanaf 2031 stagneert die aftrek op 67,5%.

 

Voor entiteiten onderworpen aan de rechtspersonenbelasting komt er een nieuwe belasting op een gedeelte van de kosten voor wagens die zij na 31 december 2026 aanschaffen en die geen CO2 uitstoten. 

Wat betekent dit voor de werkgever?

De regering zet in op een versnelde vergroening van het bedrijfswagenpark.

 

Ze doet dit door in te grijpen in de aftrekbaarheid van auto- en brandstofkosten in de vennootschapsbelasting.

 

Voor wagens aangeschaft vanaf 2026 is de aftrekbaarheid enkel nog van toepassing op wagens zonder CO2-uitstoot.

Voor wagens met CO2-uitstoot, aangeschaft in de periode van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2025, komt er een overgangsregeling met uitdoofscenario.

 

In de rechtspersonenbelasting komt er vanaf 2026 een nieuwe belasting op de autokosten.

 

Er zijn ook sociale gevolgen verbonden aan de vergroening van het bedrijfswagenpark.

Meer bepaald gaat men de CO2-solidariteitsbijdrage, die ten laste is van de werkgever, stelselmatig optrekken.

 

Wagens worden voor een werkgever op termijn duurder en bijgevolg minder vanzelfsprekend als alternatief verloningsmiddel.

 

Wanneer u uw mobiliteitsbeleid in het licht van deze wijzigingen anders vorm wil geven, kan u daarvoor terecht bij onze consultants.

Zij zijn te bereiken via KMOconsultancy@sdworx.com en Consulting@sdworx.com.

Juridische inhoud

1. Fiscale aftrekbaarheid

Het betreft de aftrekbaarheid voor de werkgever van auto- en brandstofkosten voor:

  • personenauto’s;
  • auto’s voor dubbel gebruik;
  • minibussen; en
  • onechte lichte vrachtwagens.

1.1. Huidige regels

Vanaf 2020 berekenen we de aftrekbaarheid van de auto- en brandstofkosten op basis van de formule:

120% - (0,5% x coëfficiënt x aantal gram CO2 per kilometer).

 

In deze formule is de coëfficiënt gelijk aan:

  • 1 voor voertuigen met een dieselmotor;
  • 0,95 voor voertuigen met een motor op benzine, LPG, biobrandstof, elektrische motor of 'andere';
    Onder de categorie 'andere' horen ook de hybride wagens thuis, uitgerust met een hulpmotor op benzine of op diesel.
  • 0,90 voor voertuigen met een motor op aardgas en een vermogen van minder dan 12 fiscale PK.

 

Het aftrekpercentage dat het resultaat is van deze formule, mag momenteel niet lager zijn dan 50% en niet hoger dan 100%.

 

Een uitzondering geldt voor de meest vervuilende wagens. Wagens met een CO2-uitstoot vanaf 200 gr/km, zijn slechts voor 40% aftrekbaar.

 

Deze aftrek van 40 % geldt ook voor wagens waarvoor bij de Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen geen CO2-uitstootgehalte beschikbaar is.

 

Verworpen uitgave

 

Het niet-aftrekbare deel van de auto- en brandstofkosten vormt een verworpen uitgave. Deze is onderworpen aan 25% vennootschapsbelasting.

1.2. Uitdoofscenario

De fiscale ingrepen beperken zich tot de aftrekbaarheid voor de werkgever van de auto- en brandstofkosten van de wagen die de werkgever ter beschikking stelt en die de werknemer voor zijn privéverplaatsingen mag gebruiken.

 

Aan de berekening van het belastbaar voordeel van alle aard in hoofde van de werknemer raakt men dus voorlopig niet.

1.2.1. Wagens met CO2-uitstoot

Voor bedrijfswagens die CO2 uitstoten, komt er een uitdoofscenario.

 

Wanneer we in dit kader spreken over 'aanschaffen' bedoelen we aankopen, huren of leasen.

 

Wagens op fossiele brandstof

 

Aanschaf vóór 1 juli 2023

 

Voor wagens die een werkgever aanschaft vóór 1 juli 2023, wijzigt er niets.

 

De aftrekregeling zoals we deze momenteel kennen (zie hoger 1.1.) blijft dus behouden.

 

 

Aanschaf vanaf 1 juli 2023 tot en met 31 december 2025

 

Voor wagens die een werkgever in deze periode aanschaft, geldt volgend uitdoofscenario:

  • momenteel zijn de auto- en brandstofkosten minimaal voor 50% aftrekbaar (40% voor wagens met CO2-uitstoot vanaf 200 gr/km en voor wagens zonder gekende CO2-uitstoot).

    Vanaf inkomstenjaar 2025 (aanslagjaar 2026) valt deze ondergrens van 40% en 50% weg.
    De kosten verbonden aan wagens zonder gekende CO2-uitstoot zijn vanaf dan niet langer aftrekbaar.

  • de auto- en brandstofkosten zijn nu voor maximaal 100% aftrekbaar.
    Voor wagens die CO2 uitstoten, evolueert deze maximale aftrekbaarheid van de auto- en brandstofkosten als volgt:

    • 75% aftrekbaar vanaf inkomsten 2025;

    • 50% aftrekbaar vanaf inkomsten 2026;

    • 25% aftrekbaar vanaf inkomsten 2027;

    • 0% aftrekbaar vanaf inkomsten 2028.

Het niet-aftrekbare deel van de kosten vormt een verworpen uitgave en is onderworpen aan 25% vennootschapsbelasting.

 

Aanschaf vanaf 1 januari 2026

 

De auto- en brandstofkosten, verbonden aan wagens die een werkgever aanschaft vanaf 1 januari 2026 én die CO2 uitstoten, zijn niet meer aftrekbaar.

 

Zij maken voor hun totaliteit een verworpen uitgave uit en zijn als zodanig onderworpen aan 25% vennootschapsbelasting.

 

Plug-in hybride wagens

 

Voor oplaadbare hybride wagens die men vanaf 1 januari 2023 aanschaft, beperkt men de fiscale aftrekbaarheid van de benzine- of dieselkosten tot maximum 50 % vanaf diezelfde datum.

 

De kosten verbonden aan het elektrisch laden, blijven wél voor 100% aftrekbaar.

 

Met deze maatregel wil de overheid het gebruik van de elektromotor extra aanmoedigen.

 

Dit geldt voor àlle plug-in hybrides en dus niet enkel voor de wagens die we als 'fake' bestempelen wegens een te hoge CO2-uitstoot en/of een te lage energiecapaciteit van de elektrische batterij.

 

Vanaf 1 januari 2026 vervalt deze maatregel.

 

Plug-in hybride wagens rijden immers deels op fossiele brandstof. Vanaf 1 januari 2026 bedraagt de maximale aftrekbaarheid voor alle wagens met CO2-uitstoot 50%. Vanaf dan gelden de ‘gewone’ aftrekregels dus ook voor plug-in hybrides.

 

Zo maken de auto- en brandstofkosten ook voor (plug-in) hybrides een volledige verworpen uitgave uit, bij aanschaf van de wagen vanaf 1 januari 2026.

1.2.2. Wagens zonder CO2-uitstoot

De auto- en ‘brandstof’kosten verbonden aan wagens die geen CO2 uitstoten, blijven voorlopig voor 100% aftrekbaar voor de werkgever.

 

Bij aanschaf van een wagen vanaf 2026 zal enkel voor wagens zonder CO2-uitstoot (koolstofemissievrije wagens) nog een fiscale aftrekbaarheid gelden.

 

Maar ook deze aftrekbaarheid bouwt de regering stelselmatig af en evolueert dan als volgt:

  • 100% aftrekbaar bij aanschaf in 2026;
  • 95% aftrekbaar bij aanschaf in 2027;
  • 90% aftrekbaar bij aanschaf in 2028;
  • 82,5% aftrekbaar bij aanschaf in 2029;
  • 75% aftrekbaar bij aanschaf in 2030;
  • 67,5% aftrekbaar bij aanschaf vanaf 1 januari 2031.

 

Het niet-aftrekbare deel van de kosten vormt een verworpen uitgave en is bijgevolg onderworpen aan 25% vennootschapsbelasting.

 

Opmerking

De mate van aftrekbaarheid is hier afhankelijk van het jaar waarin de werkgever de wagen aanschaft.

 

Hetzelfde aftrekpercentage blijft dus van toepassing gedurende de ganse looptijd van dat wagencontract.

1.3. Entiteiten onderworpen aan rechtspersonenbelasting

Hogergenoemde regels gelden in de personenbelasting en de vennootschapsbelasting.

 

Om ongelijkheden te vermijden, trekt men deze regels echter ook door naar entiteiten onderworpen aan de rechtspersonenbelasting, zoals VZW’s.

 

Zij betalen in principe geen belasting op hun winst. Er ontbreekt immers een algemene winstbasis.

 

Bijgevolg kunnen deze entiteiten geen kosten fiscaal in aftrek brengen. De aftrekbeperkingen van de autokosten hebben in principe dan ook geen impact op hen.

 

Extra belasting

 

Daar komt verandering in via een extra belasting voor personenwagens, wagens voor dubbel gebruik, minibussen en onechte lichte vracht.  

 

Meer bepaald een belasting van 25 % op:

  • de volledige kosten met betrekking tot bedrijfswagens die men vanaf 1 januari 2026 aankoopt, huurt of leaset en die CO2 uitstoten; en
  • een gedeelte van de kosten met betrekking tot koolstofemissievrije wagens die men na 31 december 2026 aankoopt, huurt of leaset.

    Dit geldt meer bepaald voor:
    • 5 % van de kosten voor voertuigen aangeschaft in 2027;
    • 10 %  van de kosten voor voertuigen aangeschaft in 2028;
    • 17,5% van de kosten voor voertuigen aangeschaft in 2029;
    • 25% van de kosten voor voertuigen aangeschaft in 2030;
    • 32,5% van de kosten voor voertuigen aangeschaft vanaf 2031.

 

Geen overgangsregeling

 

Merk op dat er in de rechtspersonenbelasting geen overgangsregeling komt voor wagens aangeschaft tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025.

 

De nieuwe regels gaan in voor wagens die de werkgever aanschaft vanaf 1 januari 2026 en die CO2 uitstoten.

Ze gelden dus vanaf het moment dat er voor deze wagens ook in de vennootschapsbelasting geen aftrek meer geldt.

 

Voor koolstofemissievrije wagens geldt de wijziging bij aanschaf vanaf 2027.

 

Toepassingsgebied

 

Dit zal gelden voor entiteiten onderworpen aan de rechtspersonenbelasting zoals Vzw’s.

 

Dit is bijgevolg niet van toepassing op de Staat, de gewesten, de Gemeenschappen, de provincies, de agglomeraties, de federaties van gemeenten, de gemeenten, OCMW's, de Polders en Wateringen en openbare kerkelijke instellingen.

2. Luik sociale zekerheid

De vergroening van de bedrijfswagens laat zich ook voelen op sociaal vlak.

 

Het privégebruik van de wagen die de werkgever ter beschikking stelt, vormt in principe een loonvoordeel. Het wordt echter expliciet uitgesloten uit het loonbegrip dat als basis dient voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen.

 

Er zijn bijgevolg geen 'gewone' werkgevers- en werknemersbijdragen op verschuldigd.

 

De werkgever moet wel een solidariteitsbijdrage betalen, in functie van het brandstoftype en de CO2-uitstoot van de wagen.

2.1. Wagens met CO2-uitstoot

Wagens aangeschaft voor 1 juli 2023

 

Voor wagens aangeschaft vóór 1 juli 2023, wijzigt er niets. De CO2-solidariteitsbijdrage blijft berekend volgens de gekende formule.

 

Voor 2023 geldt volgende formule voor:

  • benzinewagens: [ ( ( CO2-emissie x 9 EUR ) - 768 ) / 12 ] x 1,5046
  • dieselwagens: [ ( ( CO2-emissie x 9 EUR ) - 600 ) / 12 ] x 1,5046

 

Wagens aangeschaft vanaf 1 juli 2023

 

Voor wagens die een werkgever aanschaft vanaf 1 juli 2023 komt er een verhoging van de CO2-solidariteitsbijdrage.

 

De berekeningswijze van de solidariteitsbijdrage blijft grotendeels hetzelfde.

 

We starten van de basisformule voor:

 

  • benzinewagens: [ ( ( CO2-emissie x 9 EUR ) - 768 ) / 12 ]
  • dieselwagens: [ ( ( CO2-emissie x 9 EUR ) - 600 ) / 12 ]

 

Het resultaat van deze formule vermenigvuldigen we met factor:

  • 2,25 vanaf 1 juli 2023;
  • 2,75 vanaf 1 januari 2025;
  • 4,00 vanaf 1 januari 2026; en 
  • 5,50 vanaf 1 januari 2027.

 

Tot slot vermenigvuldigen we dat resultaat met factor 1,5046 (factor geldig voor 2023).

2.2. Minimum CO2-solidariteitsbijdrage

Ook het bedrag van de minimum CO2-solidariteitsbijdrage wordt gaandeweg opgetrokken.

 

De minimumbijdrage, die onder meer van toepassing is voor wagens zonder CO2-uitstoot, bedraagt momenteel 20,83 EUR (basisbedrag - niet-geïndexeerd).

 

Het geïndexeerd bedrag van de minimumbijdrage voor 2023 is 31,34 EUR.

 

Het basisbedrag van deze minimumbijdrage verhoogt naar:

  • 23,41 EUR vanaf 1 januari 2025;
  • 25,99 EUR vanaf 1 januari 2026;
  • 28,57 EUR vanaf 1 januari 2027; en
  • 31,15 EUR vanaf 1 januari 2028.

3. Aanschaf

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.