Feedback
ella
Kick-off onbelast bijverdienen op 15 juli 2018
Losse berichten 05/07/2018
Gepubliceerd op 11/07/2018

Onbelast bijverdienen vanaf 15 juli 2018 mogelijk

 

Vanaf 15 juli 2018 start het onbelast bijverdienen.  De Kamer keurde het wetsontwerp daartoe vorige week goed. Bijna één jaar na het Zomerakkoord is de wetgevende finish daarmee eindelijk bereikt. Hoewel de wet nog in het Staatsblad moet verschijnen, zal het systeem binnen enkele dagen starten.

 

Onbelast bijverdienen kan via volgende drie pijlers:

  • verenigingswerk:

betaalde niet-professionele diensten voor socioculturele verenigingen, bijvoorbeeld speelpleinwerking, sportcoach, enz.;

  • diensten burger tot burger:

occasionele, betaalde diensten van een privépersoon aan een andere privépersoon, bijvoorbeeld tuinonderhoud of bijles Frans geven;

  • deeleconomie:

bijverdienen via erkende deelplatformen.

 

In verenigingswerk en diensten van burger tot burger is het onbelast bedrag beperkt tot 510,83 euro per maand (bedrag inkomsten 2018) en 6.130 euro per jaar (bedrag inkomsten 2018).  In de erkende deeleconomie geldt enkel het jaarplafond van 6.130 euro. 

 

Er komt nog wel een reparatiewet om de oorspronkelijke regeling op een aantal punten aan te passen. Zo zou leiding geven in jeugdbewegingen uit de lijst met toegelaten taken voor verenigingswerk verdwijnen.

 

Via een koninklijk besluit kan het maandelijks plafond van 510,83 euro verdubbelen naar 1.021,67 euro, al blijft de jaarlimiet altijd op maximum 6.130 euro. Dit zal naar verluidt gebeuren voor seizoensgebonden activiteiten (bijvoorbeeld voor sportleraars).

 

Verenigingswerk en occasionele diensten tussen burgers in een notendop

 

In deze nieuwsbrief gaan we hoofdzakelijk in op het verenigingswerk en de diensten van burger tot burger.

 

Via die stelsels kunnen werknemers (die minstens vier vijfde werken), zelfstandigen in hoofdberoep en gepensioneerden onbelast bijverdienen met occasionele klussen tussen burgers of met het opnemen van taken in het verenigingsleven.

 

Een bijklusser mag maximaal 510,83 euro per maand en 6.130 euro per jaar verdienen. Een afwijkende regeling via koninklijk besluit is mogelijk. Worden de bedragen overschreden dan moeten er sociale bijdragen en belastingen op het volledige klusinkomen betaald worden.

 

Onbelast bijverdienen mag men niet cumuleren met een vrijwilligersvergoeding of met een arbeidsovereenkomst, dienstencontract of statutaire aanstelling bij de opdrachtgever.

 

Bijklussers moeten een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid hebben. Ook een vereniging zal een bijkomende verzekering moeten voorzien.

 

Aangifte op www.bijklussen.be

 

Voor verenigingswerk en burger tot burger diensten is een elektronische aangifte vereist.

 

www.bijklussen.be modelcontract aangifte
Bron:
Wetsontwerp van 11 december 2017 betreffende de economische relance en de versterking van de sociale cohesie (Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 54-2839/024)

Juridische inhoud

1. Een terugblik: onbelast bijverdienen kreeg niet de verwachte steun

 

1.1. Wat voorafging

De regering besliste in de zomer van 2017 over een groot pakket aan sociaaleconomische hervormingen. Eén van die hervormingen betrof het onbelast bijverdienen. Op basis van deze maatregel zou men tot 6.000 euro per jaar vrij van sociale bijdragen en belastingen kunnen bijverdienen. Dit kan via één of meerdere van volgende drie pijlers:

 

  • verenigingswerk (betaalde niet-professionele diensten voor socioculturele verenigingen. Bijvoorbeeld: speelpleinwerking, sportcoach, enz.);

  • diensten burger tot burger (occasionele, betaalde diensten van een privépersoon aan een andere privépersoon. Bijvoorbeeld: bijles Frans. Zie de lijst op www.bijklussen.be voor meer uitleg);

  • deeleconomie(bijverdiensten via erkende deelplatformen, zoals 'ListMinut'. Zie de lijst van erkende deelplatformen).

 

De maatregel wil het verenigingsleven ondersteunen en de hulp onder burgers onderling stimuleren. Verenigingswerk en diensten van burger tot burger zijn nooit mogelijk voor 'echte' bedrijven. Enkel particulieren, VZW's en feitelijke verenigingen kunnen genieten van de hulp van een 'bijverdiener'.

1.2. Belangenconflict zette onbelast bijverdienen on hold

Vanaf het prille begin lag de maatregel onder vuur. Reden hiervoor was onder meer de vrees voor oneerlijke concurrentie bij verscheidene zelfstandigenorganisaties.

 

Initieel zou het nieuw juridisch kader op 1 januari 2018 in werking treden, maar een uitstel bleek nodig om iedereen op dezelfde lijn te krijgen. De inwerkingtreding werd naar aanleiding van de negatieve reacties van onder andere de Nationale Arbeidsraad en de Raad van State uitgesteld naar 20 februari 2018.

 

Op 19 januari 2018 riep de Franse Gemeenschapscommissie dan een belangenconflict in. Daardoor werd het dossier helemaal op de lange baan geschoven.  Na afloop van de procedure van het belangenconflict besliste de federale regering om de maatregel toch ongewijzigd door te voeren.

1.3. Wetgevende finish bereikt

Nu, bijna één jaar na het Zomerakkoord van 2017 is de wetgevende finish bereikt. Vanaf 15 juli 2018 kan men genieten van de voordelige regeling van onbelast bijverdienen. Aangifte is al vanaf 8 juli 2018 mogelijk via de online tool www.bijklussen.be.

 

De maatregel kan echter nog steeds niet op onverdeelde steun rekenen. De Boerenbond en Unizo hebben aangekondigd dat zij naar het Grondwettelijk Hof zullen trekken. De vrees voor (oneerlijke) concurrentie blijkt nog steeds heel groot.  Een beroep bij het Grondwettelijk Hof blokkeert de maatregel voorlopig niet.  Het kan een hele tijd duren vooraleer het Hof uitspraak doet.  Tot dan kan het onbelast bijverdienen gewoon toegepast worden.

2. Een beknopte FAQ

2.1. Wat is onbelast bijverdienen?

Wie in zijn vrije tijd tegen betaling bijklust, mag tot 510,83 euro per maand en 6.130 euro per jaar (bedragen inkomsten 2018) bijverdienen zonder daarop belastingen of sociale bijdragen te moeten betalen.

 

Het gaat daarbij zowel om klusjes voor particulieren als om verenigingswerk, bijvoorbeeld als sportcoach of begeleider van schooluitstappen. De regeling geldt ook voor erkende deelplatformen, waarvoor enkel het maximaal jaarbedrag geldt.

 

Het nieuwe statuut is dus van toepassing op:

 

  • diensten van burger aan burger. Het gaat hier om occasionele, betaalde diensten van een privépersoon aan een andere privépersoon. Wie met andere woorden voor een medeburger bijklust, mag dat niet met een vaste regelmaat doen. De diensten mogen ook niet professioneel zijn of geleverd worden via de deeleconomie.  Ze moeten op de lijst van toegelaten activiteiten staan. Het is de persoon die de klus uitvoert, die de aangifte moet doen. Voorbeelden van dit type van diensten: kleine onderhoudswerken aan de woning, gras maaien, kinderopvang, bijlessen, administratieve bijstand, enzovoort.

 

  • verenigingswerk. Het gaat hier om betaalde diensten voor socioculturele verenigingen zonder winstoogmerk, feitelijke verenigingen of openbare besturen. De diensten mogen niet professioneel zijn en moeten op de lijst van toegelaten activiteiten staan. Wie voor een vereniging bijklust, mag dat wél met een vaste regelmaat doen. Bijvoorbeeld gidsen, sporttraining geven, begeleiding van schooluitstappen enzovoort. Let op! Verenigingswerk mag niet verward worden met vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk is vrij en zonder verplichting. Er is geen overeenkomst, er is geen aangifte, en het is onbetaald. Vrijwilligers kunnen enkel een beperkte kostenvergoeding krijgen.

 

  • de deeleconomie. Het gaat hier om diensten die geleverd worden via een erkend deeleconomieplatform. Een lijst van erkende platformen vindt u hier terug.

2.2. Wie mag bijverdienen?

Vuistregel is dat onbelast bijverdienen in verenigingswerk en activiteiten van burger tot burger enkel mogelijk is voor:

 

  • werknemers die minstens 4/5 werken;

  • zelfstandigen in hoofdberoep;

  • gepensioneerden.

 

Concreet gaat het om een complexe beoordeling tijdens een referentiekwartaal T - 3 of T - 2 (het derde of tweede kwartaal) voorafgaand aan het begin van de prestaties als verenigingswerker of occasionele dienstenverrichter. Indien de bijklusser niet aan deze voorwaarde voldoet, geeft de RSZ bij de elektronische aangifte een foutmelding.

 

Naargelang het type werk of het statuut van de bijklusser kunnen er bijkomende voorwaarden gelden. Bijvoorbeeld indien er voor het beroepsmatig uitoefenen van de activiteiten bepaalde kwaliteitseisen gelden, zoals in de zorgsector.

2.2.1. Bijklussen voor een vereniging

Verenigingswerk mag niet gecombineerd worden met professioneel werk voor dezelfde vereniging, op hetzelfde moment. Dit verbod geldt tot 12 maanden na het beëindigen van de professionele samenwerking.

 

Dit betekent concreet dat een vereniging geen werknemer of recente ex-werknemer mag engageren als bijklusser. Dit geldt ook voor de uitzendkracht, de tijdelijke werknemer (vervanging of inzet bij tijdelijke vermeerdering van het werk) en de werknemer die ter beschikking werd gesteld aan de vereniging. Hetzelfde verbod geldt voor personen die verbonden zijn door een dienstverleningsovereenkomst met de vereniging of die een statutaire aanstelling hebben.

 

Dit verbod geldt echter niet indien de verenigingswerker in de betrokken periode:

  • als student bij de vereniging werkte met een wettelijke arbeidsovereenkomst voor studenten;

  • uit dienst is gegaan om met pensioen te vertrekken.

 

Bovendien mag de verenigingswerker geen werknemer vervangen die in de loop van de vier kwartalen voor het sluiten van de overeenkomst inzake verenigingswerk in dezelfde technische bedrijfseenheid actief was. 

2.2.2. Bijklussen als werknemer

Een werknemer kan bijklussen van zodra hij in de periode tussen 12 en 9 maanden voorafgaand aan de startdatum van de klus ten minste voor 4/5 werkte.

 

Een ex-werknemer van een vereniging kan pas nadat hij 1 jaar uit dienst is bij de voormalige werkgever, bij die vereniging bijklussen.

2.2.3. Bijklussen als werkzoekende of uitkeringsgerechtigde werkloze

De informatie over bijklussen als werkzoekende of werkloze is niet volledig duidelijk.

 

De website www.bijklussen.be vermeldt dat werkzoekenden niet mogen bijklussen. Hierop gelden echter twee uitzonderingen:

 

  • trajecten burgerdienst voor jongeren;

  • werken bij een erkend platform deeleconomie.

 

In dat laatste geval moet de activiteit wel verenigbaar zijn met de beschikbaarheid van de werkzoekende voor de arbeidsmarkt. De RVA kan de inkomsten uit het onbelast bijverdienen compenseren met de werkloosheidsuitkering.

 

De wet bevat dan weer een specifieke bepaling voor uitkeringsgerechtigde werklozen en verenigingswerk. Zij kunnen enkel bijklussen als verenigingswerker indien ze dat vooraf schriftelijk bij de RVA aangeven. Bovendien moet het gaan om de voortzetting van verenigingswerk dat al vóór het begin van de werkloosheid werd uitgevoerd.

 

Dezelfde regel geldt voor SWT'ers (bruggepensioneerden).

 

In elk geval moet een werkloze of een SWT'er die onbelast wenst bij te verdienen vooraf het werkloosheidsbureau van de RVA contacteren.

2.2.4. Bijklussen als zelfstandige

Voor zelfstandigen geldt dat de bijklusactiviteit niet dezelfde mag zijn als hun zelfstandige hoofdactiviteit. De maatregel mag met andere woorden niet misbruikt worden om onbelast de zelfstandige activiteit te ontplooien.

 

Ook hier geldt dat men in de periode tussen 12 en 9 maanden voorafgaand aan de startdatum van de klus zelfstandig moet geweest zijn.

2.3. Hoeveel bijverdienen?

Maximaal 500 euro per maand én maximaal 6.000 euro per jaar. Dit zijn niet-geïndexeerde bedragen, die dit jaar (wel geïndexeerd) respectievelijk 510,83 en 6,130 euro zijn. In deze bedragen zijn eventuele verplaatsingskosten en onkosten inbegrepen. Via een koninklijk besluit kan een afwijkende regeling worden ingevoerd voor seizoensgebonden activiteiten.

 

Bij overschrijding moeten er eventuele sociale bijdragen en belastingen op het volledige klusinkomen betaald worden.

 

2.4. Aangifte via www.bijklussen.be

Als een vereniging een beroep doet op iemand die in zijn vrije tijd een betaalde taak komt uitvoeren, moet de vereniging aangifte doen via de nieuwe onlinedienst Bijklussen.

 

Als een burger in zijn vrije tijd een klus opknapt voor een andere burger, doet hijzelf de aangifte.

 

Wanneer de bijklusser niet aan de voorwaarden voldoet, dan weigert de onlinedienst de aangifte.

 

Deeleconomieplatformen communiceren de bijklus-inkomsten zelf aan de overheid.

 

www.bijklussen.be

2.5. Extra verzekering nodig?

Bijklussers moeten een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid hebben. Ook een vereniging zal een bijkomende verzekering moeten voorzien. De polisnummers moeten in de bijklusovereenkomst vermeld worden.

2.7. Moet de bijklusser een overeenkomst hebben?

Voor burger tot burger diensten is geen schriftelijke overeenkomst tussen de bijklusser en de medeburger nodig. Voor verenigingswerk is dit wel het geval. Een modelovereenkomst vindt u op www.bijklussen.be.

2.8. Arbeidswetgeving niet van toepassing

Verenigingswerk en activiteiten van burger tot burger vallen niet onder de klassieke arbeidswetgeving. 

 

Een hele resem wetten zijn dus niet van de toepassing: de arbeidsovereenkomstenwet, de sociale zekerheidswetgeving, de loonbeschermingswet, de CAO-wet, de arbeidswet, de feestdagenwetgeving, de welzijnswet, …

 

Enkel voor het verenigingswerk schrijft de reglementering voor dat een vereniging op vlak van veiligheid en bescherming het welzijn van de verenigingswerkers redelijkerwijze 'nastreeft'. 

3. Wat doet SD Worx? (enkel intern leesbaar)

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.