Feedback
ella
Startersjobs voor jongeren: stand van zaken
Uit de wandelgangen van de overheid 30/11/2018
Gepubliceerd op 18/12/2018

Lagere loonkost voor jongeren zonder werkervaring

In uitvoering van het zomerakkoord van 2017 heeft de regering vanaf 1 juli 2018 'startersjobs' gelanceerd om laaggeschoolde jongeren zonder werkervaring goedkoper aan de slag te helpen (wet van 26 maart 2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie).

 

Bij aanwerving in een startersjob kan de werkgever - onder bepaalde voorwaarden - een 18-, 19- of 20-jarige zonder werkervaring een verlaagd brutoloon betalen dat respectievelijk 18 %, 12 % en 6 % lager ligt dan het sectoraal of nationaal minimumloon.

 

Bovenop het (verlaagd) loon betaalt de werkgever wel nog een netto-toeslag om te zorgen dat de jongere geen netto loonverlies ondervindt. Die compensatie kan de werkgever recupereren via een nieuwe fiscale vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing.

 

In onze nieuwsbrief van 22 november 2017 kreeg u een uitgebreide bespreking van deze maatregel.

 

Uitvoeringsbesluit noodzakelijk

De wet vergt een uitvoeringsbesluit waarin een tabel de forfaitaire toeslag bepaalt in functie van de leeftijd van de jongere en het niet verminderde loon. Dat besluit is nog steeds niet voorhanden.

 

In de loop van 2018 werd duidelijk dat dit nagenoeg onuitvoerbaar is.   Het effect op het nettoloon van een verminderd brutoloon kan heel sterk verschillen naar gelang de situatie, zowel in absolute bedragen als in percentages. Het bleek onmogelijk één tabel te ontwerpen die de compensatie van het loonverlies in alle gevallen voorziet. Om die reden is er nog steeds geen koninklijk besluit.

 

In eerdere nieuwsbrieven hebben we dan ook geadviseerd om voorzichtig te zijn en te wachten met startersjobs.

 

Oplossing in de maak

Er wordt nu gewerkt aan een wetswijziging die een oplossing moet brengen zonder aan het doel van de regeling te raken. De wijzigingen maken deel uit van de voorontwerpen in uitvoering van de arbeidsdeal en jobsdeal.

 

De werkgever zal nog steeds het brutoloon kunnen verlagen (zoals hierboven vermeld) voor aanwerving van jongeren tussen 18 tot 20 jaar zonder werkervaring. De werkgever zal ook nog steeds een toeslag moeten betalen aan de jongere. De toeslag zal echter niet meer bepaald worden op basis van een tabel.

 

Compenserende toeslag

De toeslag zal worden bepaald door het verschil te maken tussen het nettoloon berekend op basis van het verminderde brutoloon en het nettoloon berekend op basis van het niet-verminderde brutoloon.  Er is niet langer sprake van een forfaitaire netto-toeslag maar een ‘compenserende toeslag’.

 

Verlaagde vergoedingen

Het ontwerp bepaalt nu uitdrukkelijk welke vergoedingen de werkgever (procentueel) verlaagd mag betalen. 

Het gaat om:

  • het normale brutoloon voor werkelijke arbeid uitbetaald door de werkgever;
  • het gewaarborgd loon bij ziekte, ongeval of andere afwezigheden met behoud van loon;
  • het enkel en dubbel vakantiegeld;
  • de eindejaarspremie; 
  • de verbrekingsvergoeding.

Voor deze verlaagde vergoedingen is er dus een compensatie verschuldigd via de netto-toeslag.

 

Andere vergoedingen waarop de jongere aanspraak maakt mag de werkgever niet verminderen. Denk aan loon voor overuren, terugbetaalde kosten, maaltijd- en ecocheques, geschenken. Die loonelementen maken dan ook geen deel uit van de compenserende toeslag.

 

Bijzondere regeling arbeiders

Voor arbeiders die hun vakantiegeld ontvangen van de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie of een andere vakantiekas voegt het ontwerp een bijzondere regeling toe om loonverlies te vermijden. De vakantiekas berekent het vakantiegeld voor deze jonge arbeiders immers op het verminderde brutoloon.  Daarom betaalt de werkgever voor hen een lichtjes verhoogde compenserende toeslag. 

 

De werkgever moet de toeslag verhogen met een vast percentage:

  • 0,82% indien het loon verlaagd wordt met 6%;
  • 1,75% indien het loon verlaagd wordt met 12%;
  • 2,82% indien het loon verlaagd wordt met 18%.

 

Nieuwe uitsluitingen

Het voorontwerp voegt ook nieuwe uitsluitingen toe voor bepaalde sectoren of werknemers. 

 

  • starterslonen zijn niet mogelijk in sectoren die voor jongeren tussen 18 en 21 jaar nog lagere sectorale minimumlonen hanteren. Deze uitsluiting is belangrijk om te vermijden dat er tweemaal een vermindering op het loon van de jongere zou gebeuren.

 

Voorbeelden: het aanvullend paritair comité voor bedienden (PC 200), het paritair comité voor toeristische attacties (PC 333) en het paritair comité voor orthopedische technologieën (PC 340).

 

  • starterslonen zijn niet mogelijk voor werknemers in een flexi-job. Deze zijn immers gericht op werknemers die reeds minstens 80% werken terwijl de starterslonen bedoeld zijn voor jongeren zonder werkervaring.  Beide regelingen zijn niet verenigbaar.

 

Jongeren zonder werkervaring

Om een startersjob te mogen toepassen moet de werkgever een jongere 'zonder werkervaring' in dienst nemen.  Voor de beoordeling van het gebrek aan werkervaring zijn bepaalde prestaties niet relevant: deeltijds werken/deeltijds leren, een studentenovereenkomst, een IBO, een flexi-job, gelegenheidsarbeid in land-, tuinbouw.   Tewerkstelling als extra in de horeca wordt toegevoegd aan deze lijst.

 

Aandachtspunt!

De werkgever moet van de RSZ bij de Dimona-aangifte bij indienst de expliciete bevestiging ontvangen dat de werknemer kan beschouwd worden als 'nieuwe werknemer zonder werkervaring'. Tot nu toe verstrekt RSZ nog geen dergelijke bevestigingen.  

Vermits het uitvoeringsbesluit nog ontbreekt, kunnen werkgevers in de praktijk de startersjobs immers nog niet toepassen.

 

Inwerkingtreding / startersjobs gestart in 2018

De ontwerptekst bepaalt 1 januari 2019 als inwerkingtreding voor de wijzigingen.

 

De wet van 26 maart 2018 voorziet dat werkgevers vanaf 1 juli 2018 reeds startersjobs kunnen hanteren bij aanwerving van bepaalde jonge werknemers. Deze jongeren hebben recht op een forfaitaire toeslag als compensatie voor het loonverlies. Maar door het ontbreken van het uitvoeringsbesluit kan de werkgever de netto-toeslag nog niet correct bepalen en betalen. Dit leidt ertoe dat de toepassing in de praktijk moet wachten.

 

Het ontwerp voorziet evenwel toch een overgangsregeling voor startersjobs die al gestart zouden zijn in 2018: de werkgever dient de compenserende toeslag voor de maanden van 2018 te betalen in de loop van januari 2019.


Opgelet!

Deze bespreking is gebaseerd op ontwerpteksten. Wijzigingen zijn nog mogelijk. Omwille van de moeilijke politieke toestand, is het onduidelijk of en wanneer de ontwerpen in de Kamer zullen gestemd worden.  Vermoedelijk zal dat pas in januari of februari 2019 gebeuren.

 

Deze bespreking geldt tevens onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Bron:
Voorontwerpen van wet tot uitvoering van de arbeidsdeal en inzake de jobsdeal

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.