Wanneer een werkgever aan zijn werknemer de kosten voor het thuis opladen van de elektrische of plug-in hybride bedrijfswagen van zijn werknemer terugbetaalt, ontstaat er in principe geen bijkomend voordeel van alle aard.
De Minister van Financiën heeft dit in het verleden al verduidelijkt.
Daartoe moet wel voldaan zijn aan volgende voorwaarden:
de werkgever stelt een laadpunt ter beschikking bij de werknemer thuis;
het laadpunt beschikt over een specifiek communicatiesysteem dat het effectieve verbruik communiceert aan de werkgever;
de car policy voorziet in de terugbetaling van de elektriciteit die de werknemer afneemt via het thuislaadpunt;
de terugbetaling heeft uitsluitend betrekking op de elektriciteit die de werknemer afneemt voor het opladen van de elektrische (of plug- in hybride) bedrijfswagen die zijn werkgever hem ter beschikking stelt;
de terugbetaling gebeurt op basis van de werkelijke elektriciteitskosten van de werknemer.
Over de terbeschikkingstelling van het laadpunt door de werkgever waren echter nog enkele onduidelijkheden.
In een recent gepubliceerd antwoord op een parlementaire vraag bevestigt de minister dat hij deze voorwaarde los laat. De werknemer mag dus ook zijn eigen laadpunt gebruiken om zijn bedrijfswagen thuis op te laden.
De terugbetaling van de elektriciteitskosten vormt dan geen belastbaar voordeel, op voorwaarde dat aan de overige voorwaarden is voldaan.
1. Principe: voordeel van alle aard
Werknemers met een elektrische of plug-in hybride bedrijfswagen die zij ook voor privéverplaatsingen mogen gebruiken, worden belast op een forfaitair gewaardeerd voordeel van alle aard. Krijgen zij een laadpas ter beschikking waarmee zij de wagen publiek kunnen laden, dan heeft dit geen impact op dit voordeel van alle aard.
Er zijn echter nog steeds onvoldoende openbare laadpunten. Bovendien is deze vorm van laden duur.
Daarom vragen heel wat werkgevers om de batterij van de bedrijfswagen thuis op te laden. De werkgever betaalt dan deze laadkosten terug aan de werknemer.
De terugbetaling van deze elektriciteitskosten vormt echter in bepaalde situaties een belastbaar voordeel van alle aard (VAA) voor de werknemer.
Voor de kwalificatie moeten we een onderscheid maken in functie van de verplaatsing.
De terugbetaling van elektriciteitskosten verbonden aan:
professionele verplaatsingen, vormt een niet-belastbare terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever;
woon-werkverplaatsingen kan eventueel genieten van een gedeeltelijke vrijstelling (maximum 490 EUR - inkomstenjaar 2024).
Daartoe is vereist dat de werknemer zijn werkelijke beroepskosten niet bewijst in de aangifte personenbelasting.
Let op!
Deze gedeeltelijke vrijstelling is eenmalig. Als de werknemer deze al toepast voor de bedrijfswagen zelf, is de werkgeverstussenkomst in de elektriciteitskosten volledig belastbaar.zuivere privéverplaatsingen is een volledig belastbaar voordeel.
Dergelijke apothekersrekening levert de nodige problemen op in de praktijk en zet een rem op de verdere elektrificatie van het bedrijfswagenpark.
Merk op dat RSZ zich hier soepeler opstelt. Voor RSZ maakt het geen verschil uit op welke manier een werkgever de kosten voor het elektrisch laden voor zijn rekening neemt. Zowel bij rechtstreekse betaling aan de leverancier als bij terugbetaling aan de werknemer, vormen elektriciteit en wagen één geheel.
2. Eerste versoepeling: geen apart VAA mits voorwaarden
De Minister van Financiën kwam eerder al deels tegemoet aan deze problematiek.
De terugbetaling van de elektriciteitskosten door de werkgever geeft geen aanleiding tot een apart VAA voor de elektriciteit, mits voldaan is aan volgende voorwaarden:
de werkgever stelt een laadpunt ter beschikking bij de werknemer thuis;
het laadpunt beschikt over een specifiek communicatiesysteem dat het effectieve verbruik communiceert aan de werkgever;
de car policy voorziet in de terugbetaling van de elektriciteit die de werknemer afneemt via het thuislaadpunt;
de terugbetaling heeft uitsluitend betrekking op de elektriciteit die de werknemer afneemt voor het opladen van de elektrische bedrijfswagen die zijn werkgever hem ter beschikking stelt;
de terugbetaling gebeurt op basis van de werkelijke elektriciteitskosten van de werknemer.
Hiervoor zijn alle bewijsmiddelen van het gemeen recht, met uitzondering van de eed, toegestaan.
3. Tweede versoepeling: slechts één slim laadpunt bij meerdere bedrijfswagens
Nu de elektrische bedrijfswagens stilaan in aantal toenemen, is het niet uitgesloten dat er meerdere elektrische bedrijfswagens binnen één gezin zijn.
Daarom bevestigde de Minister dat werknemers in dat geval gebruik mogen maken van eenzelfde laadpunt.
Weliswaar mits de werkgevers de laadkosten van elke bedrijfswagen afzonderlijk op een verifieerbare wijze kunnen vaststellen.
De terugbetaling door de werkgever mag immers uitsluitend betrekking hebben op de laadkosten van de elektrische bedrijfswagen die hij zelf ter beschikking stelt van zijn werknemer.
Het is dus niet vereist dat er voor elk gezinslid een apart slim laadpunt ter beschikking gesteld wordt.
4. NIEUW Derde versoepeling: ter beschikking stellen laadpaal niet vereist
Er bestond echter nog discussie of het laadpunt effectief ter beschikking gesteld moest worden door de werkgever.
Het komt namelijk steeds vaker voor dat werknemers zelf al beschikken over een privaat laadpunt. Kan men ook in deze situatie terugvallen op de versoepelingen van de Minister?
In een recent gepubliceerd antwoord op een parlementaire vraag bevestigt de Minister dat de terbeschikkingstelling van een laadpunt geen voorwaarde op zich is voor de toepassing van de administratieve tolerantie.
Door de terbeschikkingstelling van het laadpunt door de werkgever te vermelden, wilde men enkel verduidelijken dat die terbeschikkingstelling van het laadpunt evenmin aanleiding geeft tot het belasten van een afzonderlijk voordeel van alle aard.
De werknemer mag dus ook zijn eigen laadpunt gebruiken om zijn bedrijfswagen thuis op te laden.
De terugbetaling van de elektriciteitskosten vormt dan geen belastbaar voordeel, op voorwaarde dat aan de overige voorwaarden is voldaan.
Zo is het nog steeds noodzakelijk dat men het elektriciteitsverbruik voor het thuis opladen van de bedrijfswagen op een verifieerbare wijze kan vaststellen. De werkgever moet er over waken dat hij uitsluitend de verbruikskosten van de door hem ter beschikking gestelde bedrijfswagen terugbetaalt. Een specifiek communicatiesysteem is dus vereist. Men aanvaardt ook andere vormen van communicatie, zoals werken met een tussenteller.
De Minister herhaalt ook nog eens dat de terugbetaling door de werkgever moet gebeuren op basis van de werkelijke elektriciteitskosten van de werknemer. Hiervoor zijn alle bewijsmiddelen van het gemeen recht, met uitzondering van de eed, toegestaan.
5. Geen vermelding op fiscale fiche
De Minister van Financiën verduidelijkt bovendien dat de terugbetaling van de thuislaadkosten niet vermeld moet worden op een fiscale fiche.
Als aan bovenstaande voorwaarden is voldaan, doet de terugbetaling van de elektriciteit geen bijkomend belastbaar voordeel ontstaan. Het zit vervat in het forfaitair geraamde voordeel van alle aard verbonden aan de ter beschikking gestelde elektrische bedrijfswagen. Er is in dat geval dan ook geen sprake van een eventuele terugbetaling van een eigen kost van de werkgever die moet worden vermeld op een inkomstenfiche 281.10 of 20.