1. Laatste weekend van oktober overschakeling naar wintertijd

In de nacht van zaterdag 27 op zondag 28 oktoberschakelen we over van zomertijd naar wintertijd.

Dit betekent dat we om 3 uur de klok 1 uur terugdraaien.                        

Voor de meesten onder ons betekent de omschakeling naar het winteruur een uurtje langer onder de wol.

Werknemers die in ploegen tewerkgesteld worden, zullen tijdens deze nacht een uur meer moeten presteren.

Hoe moet u de prestaties tijdens deze nacht verlonen?

De werknemer die bij de omschakeling naar het zomeruur ook in de nachtploeg werkte, krijgt nu 8 uren betaald hoewel hij 9 uren effectief presteert. Dit omdat hij tijdens de omschakeling naar het zomeruur reeds 8 uren betaald werd, hoewel hij toen maar 7 uren gepresteerd heeft.

Op deze manier ontvangen deze werknemers in totaal het normale loon voor twee prestaties van 8 uren.

Indien het niet dezelfde werknemers zijn die tijdens de twee omschakelingen in de nachtploeg zullen werken, geldt volgende regeling:

• de werknemers die door de omschakeling naar het winteruur 9 uren werken, ontvangen een loon voor 9 uren prestaties;
• de werknemers die door de omschakeling naar het zomeruur slechts 7 uren werkten, ontvingen toch een loon voor 8 uren prestaties. Concreet betaalde de werkgever 1 uur meer dan er effectieve prestaties waren.

De wintertijd zal duren tot 31 maart 2019, dan schakelen we, misschien wel definitief, over op de zomertijd.

2. Is dit onze laatste omschakeling naar wintertijd?

Al jaren is er kritiek op de switch van zomer- naar wintertijd.

Het Europees Parlement pleitte begin dit jaar in een resolutie voor de afschaffing van het terugdraaien van de klok eind oktober. In navolging hiervan organiseerde de Europese Commissie afgelopen zomer een publieke onlinebevraging in de 28 EU-lidstaten. Daarin sprak een meerderheid zich uit voor de afschaffing en dit omwille van de impact van de switch op gezondheid en verkeersveiligheid. Het resultaat van deze bevraging is interessant, maar beslist niet over het lot van de zomer- of wintertijd binnen de EU. Hiervoor is overleg binnen het Europees Parlement en de lidstaten nodig.

Europa gaat niet zelf voorstellen om permanent op de zomertijd over te schakelen, maar hoopt dat de lidstaten tot een uniforme tijdsregeling kunnen komen. Lukt dit niet, dan kunnen lidstaten zelf beslissen of ze de klok vastzetten op wintertijd dan wel op zomertijd. Dit kan er wel toe leiden dat in sommige lidstaten het zomeruur zal gelden en in andere het winteruur.

De Europese Commissie wil dat de lidstaten op zondag 31 maart 2019 voor de laatste keer omschakelen naar de zomertijd. Tegen april zou elke lidstaat dan aan de Commissie moeten meedelen of hij voor permanente zomer- of wintertijd kiest.

Premier Michel pleit alvast voor eenzelfde tijdsregeling binnen de Benelux-landen.

Wordt vervolgd.