ella
Een voorontwerp van wet bevat enkele nieuwigheden op het vlak van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing.
Enerzijds wil de regering de toepassingsperiode van de bestaande steunzones met twee jaar verlengen. Anderzijds zou er een nieuwe vrijstelling komen voor werkgevers die getroffen worden door een natuurramp.
Verlenging toepassingsperiode voor steunzones
Werkgevers die in steunzones investeringen doen met het oog op jobcreatie, kunnen ervan vrijgesteld worden om 25% van de ingehouden bedrijfsvoorheffing (BV) door te storten aan de schatkist.
Uiteraard moet hiervoor aan bepaalde voorwaarden voldaan zijn.
Momenteel zijn er drie steunzones in Vlaanderen afgebakend en vier in Wallonië.
De toepassing van de steunzones is beperkt in de tijd. Voor elk van de betrokken steunzones bedraagt de maximale termijn momenteel 7 jaar en 6 maanden.
Met het nieuwe voorontwerp van wet wil de regering tegemoet komen aan de huidige crisis die de oorlog in Oekraïne met zich mee brengt.
Daartoe wil men de toepassingstermijn met 2 jaar verlengen voor elk van de betrokken steunzones.
De maximale termijn bedraagt op die manier 9 jaar en 6 maanden.
Nieuwe vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing natuurrampen
Het nieuwe voorontwerp van wet voorziet ook in een volledig nieuwe vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor werkgevers die getroffen worden door een natuurramp.
De betrokken vrijstelling is ingegeven door de enorme schade die bedrijven en particulieren opliepen tijdens de overstromingen in Wallonië in juli 2021.
Om hieraan tegemoet te komen, werkte de federale regering een steunmaatregel uit voor alle gewesten.
Zowel het gewest zelf als de werkgever moeten een procedure doorlopen en zich houden aan een aantal formaliteiten en strikte plafonds.
Opgelet!
Wat betekent dit voor de werkgever?
Er komt een aanzienlijke verlenging van de termijn voor de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor steunzones. Dit geeft werkgevers meer ademruimte.
Dat is zeker zo voor wat de steunzone Genk - Turnhout betreft.
De nieuwe mogelijke vrijstelling van doorstorting vanbedrijfsvoorheffing 'natuurrampen' roept wel een aantal vragen op. De procedure lijkt zwaar en de termijnen lang.
De betrokken wetgeving kan natuurlijk soelaas bieden voor de werkgevers in het Waalse Gewest dat in 2021 zwaar getroffen werd door de overstromingen.
We volgen dit op de voet op.
Juridische inhoud
1. Mogelijkheid tot verlenging periode steunzones
1.1. Situering
Werkgevers die in steunzones investeringen doen met het oog op jobcreatie kunnen ervan vrijgesteld worden om 25% van de ingehouden bedrijfsvoorheffing (BV) door te storten aan de schatkist. Daarvoor moet wel voldaan zijn aan bepaalde voorwaarden.
De bedrijfsvoorheffing heeft betrekking op de bezoldiging van elke nieuw gecreëerde arbeidsplaats gekoppeld aan de investering. En dit gedurende 2 jaar na creatie van de nieuwe arbeidsplaats.
De extra tewerkstelling moet wel gedurende 3 jaar (KMO’s) of 5 jaar (andere ondernemingen) behouden blijven.
1.2. Huidige steunzones en erkenningstermijnen
Huidige steunzones en erkenningstermijnen
Momenteel zijn er drie zones in Vlaanderen afgebakend:
- de bedrijventerreinen binnen een straal van 40 km rondom Ford Genk;
- de ondernemingen gelegen binnen een straal van 40 km rond de vestigingen van Philips en Heinz in Turnhout; en
- de bedrijventerreinen binnen een straal van 40 km rondom de gemeente Zaventem-Vilvoorde.
De steunzones in het Vlaamse gewest hadden oorspronkelijk een toepassingsperiode van 6 jaar.
Voor de zone Genk en Turnhout startte die periode op 1 mei 2015 en voor de zone Zaventem- Vilvoorde op 1 december 2018.
Ook het Waals Gewest heeft vier steunzones afgebakend binnen een straal van 40 km rond de volgende sites waarin een collectief ontslag heeft plaatsgevonden:
- Seraing (de site van Arcelor Mittal);
- Sambreville (de site van Saint Gobain Sekurit);
- Charleroi (de site van Caterpillar);
- Frameries (de site van Doosan).
Alle zones waren oorspronkelijk erkend voor een periode van 6 jaar. De periode van 6 jaar startte op 1 november 2017.
Verlenging
Onlangs verlengde Minister van Financiën Vincent Van Peteghem de termijn van de bestaande Vlaamse en Waalse steunzones met 18 maanden.
Concreet betekent dit dat de huidige termijn van de steunzones Genk en Turnhout afloopt op 31 oktober 2022.
De steunzone Zaventem-Vilvoorde loopt tot 31 mei 2026.
De Waalse steunzones blijven telkens erkend tot 30 april 2025.
1.3. Opnieuw verlenging termijn
Met het voorontwerp van wet geeft men de gewesten nu de mogelijkheid om de termijn opnieuw met 2 jaar te verlengen.
De totale toepassingstermijn zou dus maximaal 9 jaar en 6 maanden bedragen.
Concreet zou dit betekenen:
- Vlaams Gewest:
- zone Genk en Turnhout tot uiterlijk 31 oktober 2024;
- zone Zaventem en Vilvoorde tot uiterlijk 31 mei 2028;
- Waals Gewest : 30 april 2027.
2. Nieuwe mogelijke vrijstelling natuurrampen
De nieuwe mogelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing is ingegeven door de overstromingen van 2021 in Wallonië.
Deze brachten immense schade teweeg aan bedrijven en particulieren.
Uiteraard kunnen alle gewesten op basis van dit voorontwerp gebruik maken van deze nieuwe vrijstelling.
Het gaat ruimer dan enkel overstromingen.
Ook aardbevingen, lawines, grondverschuivingen, overstromingen, tornado's, orkanen, vulkaanuitbarstingen of natuurbranden met een natuurlijke oorzaak zouden in aanmerking kunnen komen voor de nieuwe vrijstelling.
2.1. Erkenning en aanvraag door gewest
Vooraleer een werkgever in aanmerking kan komen voor de vrijstelling, moet het gewest zelf eerst een aantal stappen ondernemen.
Zo moet het gewest:
- de ramp in eerste instantie zelf formeel als natuurramp erkennen; en
- tijdig (binnen de 24 maanden) federale fiscale steun aanvragen bij de federale Minister van Financiën.
De aanvraag van die steun moet gebeuren onder de vorm van een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing.
Bovendien moeten het gewest en de federale overheid een samenwerkingsakkoord sluiten.
Tot slot moet een koninklijk besluit het geheel bekrachtigen, waarbij men de natuurramp opneemt in de toepasselijke wetgeving.
2.2. Formaliteiten en mogelijkheid tot vrijstelling voor werkgever
Van zodra het gewest de nodige stappen heeft doorlopen, kan de werkgever in aanmerking komen voor de vrijstelling doorstorting van bedrijfsvoorheffing.
Toch zijn er een aantal belangrijke aandachtspunten.
2.2.1. Beperking tot 25%
Om in overeenstemming te zijn met EU-regelgeving kan het totale vrijgestelde bedrag aan doorstorting van bedrijfsvoorheffing niet hoger zijn dan 25% van het verschil tussen:
de kosten die voortvloeien uit de schade die een direct gevolg van de natuurramp; en
de steun en de vergoedingen die de onderneming heeft ontvangen vanwege het gewest, een andere overheid of een verzekeraar ter compensatie van deze schade.
Het gewest moet daarom ten laatste in de 42e maand die volgt op de maand waarin de natuurramp heeft plaatsgevonden, een attest bezorgen aan de FOD Financiën.
Daarin moet ze de verschillende kosten, vergoedingen en steunbedragen specifiëren.
Pas dan kan de werkgever de hieronder vermelde vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing toepassen.
2.2.2. Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing van 30%
De werkgever heeft recht op een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing van 30% op bezoldigingen:
- voor werknemers (niet bedrijfsleiders) die zijn tewerkgesteld in een onderneming die schade heeft geleden ten gevolge van de natuurramp;
- betaald of toegekend in de loop van een periode van 46 maanden die aanvangt vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de natuurramp heeft plaatsgevonden.
De werkgever mag de vrijstelling niet toepassen op:
- het dubbel vakantiegeld, de eindejaarspremie en de achterstallige bezoldigingen;
- aanvullend (vrijwillige) bedrijfsvoorheffing.
Enkel de bedrijfsvoorheffing die reglementair minimaal verschuldigd is, komt in aanmerking.
De werkgever mag de vrijstelling niet cumuleren met een andere vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing op dezelfde bezoldiging.
Dit cumulverbod geldt niet voor de vrijstelling voor overwerk en voor de zogenaamde IPA-korting.
2.3. Formaliteiten werkgever
Om van de vrijstelling te kunnen genieten, moet de werkgever zelf ook een aantal formaliteiten vervullen.
Zo moet hij ten laatste in de 30e maand die volgt op de maand waarin de natuurramp heeft plaatsgevonden een formulier overmaken aan de fiscus.
Daarin moet hij een aantal gegevens opnemen zoals:
- zijn identiteit;
- het adres en perceelnummer van de inrichting of inrichtingen die getroffen zijn door de natuurramp;
- het bedrag van de kosten die voortvloeien uit de schade die is ontstaan als een direct gevolg van de natuurramp; en
- het eventuele bedrag van de steun door een overheid of verzekering toegekend ter compensatie van schade.
2.4. Fiscus verwittigt werkgever via brief
Van zodra de fiscus het hierboven vermelde attest (zie 2.2.1.) van het gewest heeft ontvangen, verwittigt ze de werkgever per brief over het al dan niet mogen toepassen van de vrijstelling.
Dit gebeurt via elektronisch platform.
De fiscus heeft hiertoe 47 maanden de tijd volgend op de maand waarin de natuurramp heeft plaatsgevonden.
In de brief omschrijft de fiscus:
- de bezoldigingen waarop de werkgever deze vrijstelling kan toepassen;
- de formaliteiten die men in acht moet nemen bij de aangifte van de vrijstelling;
- de bewijzen die de werkgever moet bijhouden om van de vrijstelling te kunnen genieten.
2.5. Inwerkingtreding
De vrijstelling zou in werking treden vanaf 1 juli 2021.
Het lijkt er dus op dat men - indien men de toepassing ervan vraagt - de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing retroactief zal moeten toepassen. Dat zou dan eventueel onder de vorm van een bezwaarschrift moeten gebeuren.
