Een nieuw dubbelbelastingverdrag afgesloten tussen België en Frankrijk op 9 november 2021 wijzigt een aantal belangrijke principes met betrekking tot de toewijzing van belastingheffing tussen beide landen.
Met dit nieuwe verdrag wilden beide landen meer rechtszekerheid creëren.
Meer specifiek wijzigen o.a. de voorwaarden met betrekking tot de zogeheten 183-dagen regeling waardoor in sommige situaties de heffingsbevoegdheid m.b.t. beroepsinkomsten van het ene naar het andere land kan verschuiven.
Concreet
Het nieuwe verdrag wijzigt onder andere de regels met betrekking tot de heffingsbevoegdheid van belasting op beroepsinkomsten : welk land mag belasting heffen op de beroepsinkomsten van een werknemer wanneer die werknemer in het andere land werkt.
a. Hoofdregel :
De hoofdregel luidt : een werknemer is belastbaar op zijn beroepsinkomsten in het land waar hij woont tenzij hij in het andere land werkt. Dan is het land waar hij werkt, bevoegd om die beroepsinkomsten te belasten.
Het nieuwe verdrag wijzigt die hoofdregel niet.
b. Uitzondering - de 183 - dagen regeling
De 183-dagen regel is een uitzondering op de hoofdregel. En die wijzigt onder het nieuwe verdrag wel.
In de mate dat (nieuw verdrag):
- de werknemer minder dan 183 dagen in de werkstaat verblijft in enig tijdperk van twaalf maanden, dat aanvangt of eindigt tijdens het betrokken belastbaar tijdperk en
- de beloningen worden betaald door of namens een werkgever die geen inwoner van de werkstaat is, en
- de beloningen niet ten laste komen van een vaste inrichting die de werkgever in de werkstaat heeft
blijft de werknemer belastbaar in de woonstaat m.b.t. zijn beroepsinkomsten.
Onder het oude verdrag formuleert men deze uitzonderingsregel als volgt. De werknemer blijft integraal belastbaar in de woonstaat als :
- hij/zij minder dan 183 dagen gedurende het kalenderjaar in de werkstaat verblijft én
- zijn salaris gedragen wordt door de werkgever in de woonstaat; en
- zijn salaris niet ten laste wordt genomen door een vaste inrichting in de werkstaat,
Deze herformulering kan er wel degelijk toe leiden dat de heffingsbevoegdheid van het ene naar het andere land verschuift.
De inwerkingtreding van het verdrag is ten vroegste voorzien op 1 januari 2023.
Wat betekent dit voor de werkgever?
Een wijziging in heffingsbevoegdheid tussen twee landen heeft een impact voor de werkgever en dan meer specifiek wat de inhouding van belastingheffing in de loonlijn betreft.
Een verschuiving van belastingheffing van het ene land naar het andere land zal daardoor ook een impact hebben op het netto inkomen van de betrokken werknemer.
Bovendien is de Franse belastingheffing over het algemeen lager dan de Belgische en een werkgever zal hiermee rekening moeten houden bij de onderhandeling van een salarispakket.
Onze Tax consultants van Taks&Legal kunnen u hierin verder bijstaan. U kan hen bereiken via Taxconsulting@sdworx.com.
Context
Op 9 november 2021 ondertekenden België en Frankrijk een nieuw dubbelbelastingverdrag. Met dit dubbelbelastingverdrag willen beide landen meer rechtszekerheid en duidelijkheid creëren. Het huidige verdrag dateert al immers van 1964.
Een dubbelbelasting bepaalt welk land belastingen mag heffen over een welbepaald inkomstenbestanddeel. Dit met de bedoeling dubbele belastingen te vermijden.
Het nieuwe verdrag tussen België en Frankrijk brengt toch wel een aantal belangrijke wijzigingen met zich mee zoals op het vlak van onroerend inkomen, roerend inkomen, pensioenen, enz.
Juridische inhoud
1. Beroepsinkomsten
Ook de regels rond beroepsinkomsten en de toewijzing van de belastbaarheid op die beroepsinkomsten ondergaan een grondige wijziging.
We overlopen ze even
1.2. Algemeen principe
Het algemeen principe is dat de beroepsinkomsten uit een dienstbetrekking belastbaar zijn in de woonstaat van een werknemer.
Wanneer de werknemer zijn werkzaamheden echter uitoefent in de andere verdragsstaat (de werkstaat), dan is de werkstaat in principe bevoegd om die beroepsinkomsten te belasten.
Bijvoorbeeld, een werknemer die in België woont, maar in Frankrijk werkt, zal in Frankrijk belastingen moeten betalen over zijn in Frankrijk verdiend salaris.
1.3. Uitzondering - 183-dagen regeling
Op dit algemeen principe bestaat er een belangrijke uitzondering, de zogenaamde 183-dagen regeling.
De werknemer blijft onder die regel belastbaar in de woonstaat ondanks de tewerkstelling in de werkstaat. Men wil immers vermijden dat men bij elke verplaatsing voor beroepsdoeleinden naar het buitenland, onmiddellijk aldaar belastingen moet betalen.
De uitzonderingsregel is maar van toepassing als er drie voorwaarden cumulatief vervuld zijn. Voortaal zijn deze als volgt onder het nieuwe Frans - Belgische verdrag (art. 14) :
- de werknemer verblijft maximaal in de andere Staat gedurende een tijdvak of tijdvakken die in enig tijdperk van twaalf maanden, dat aanvangt of eindigt tijdens het betrokken belastbaar tijdperk, een totaal van 183 dagen niet te boven gaan, en
- de beloningen worden betaald door of namens een werkgever die geen inwoner van de werkstaat is, en
- de beloningen niet ten laste komen van een vaste inrichting die de werkgever in de werkstaat heeft.
De huidige voorwaarden (die momenteel nog steeds gelden) zijn:
- de werknemer verblijft tijdelijk in de werkstaat voor een of meer tijdvakken welke gedurende het kalenderjaar 183 dagen niet te boven gaan;
- zijn bezoldiging voor de tijdens dit verblijf uitgeoefende activiteit wordt ten laste genomen door een in de woonstaat gevestigde werkgever;
- hij oefent zijn activiteit niet uit ten laste van een in de werkstaat gelegen vaste inrichting of vaste installatie van de werkgever;
Deze herformulering kan er toe leiden dat de heffingsbevoegdheid van het ene naar het andere land verschuift.
1.4. Enkele concrete voorbeelden:
1.4.1. Voorbeeld 1
Een werkgever in België detacheert zijn Belgische werknemer A (woont in België) van 1 september 2020 tot 31 mei 2021 naar een vennootschap in Frankrijk om daar een voltijdse opdracht uit te oefenen. Er is geen vaste inrichting in Frankrijk.
Oude regeling
Zowel voor het kalenderjaar 2020 als 2021 presteert werknemer A minder dan 183 dagen in Frankrijk. Conclusie: hij blijft voor beide periodes belastbaar in België.
Nieuwe regeling
Onder het nieuwe verdrag overschrijdt de werknemer 183 dagen in een tijdperk van 12 maanden en komt de belastingheffing integraal toe aan Frankrijk over de beroepsinkomsten die hij daar verdient.
1.4.2. Voorbeeld 2
Een Nederlandse werkgever detacheert een Belgische werknemer (woont in België) van 1 februari 2021 tot 31 mei 2021 naar Frankrijk. De Nederlandse werkgever betaalt het salaris en er is geen vaste inrichting in Frankrijk.
Oude regeling
Onder het oude verdrag is de 183 dagen niet van toepassing vermits het salaris niet ten laste is van een werkgever in de woonstaat (België). Met andere woorden, werknemer A is belastbaar in Frankrijk.
Nieuwe regeling
Onder het nieuwe verdrag verandert dit. Zolang het salaris niet ten laste is van een vennootschap in de werkstaat (nl. Frankrijk) kan de 183 dagen regeling wel van toepassing zijn mits de andere voorwaarden vervuld zijn. Met andere woorden, werknemer A zal dan belastbaar blijven in België gedurende de periode van detachering.
2. Grensarbeiders
In het huidige verdrag tussen België en Frankrijk is er een specifieke grensarbeidersregeling opgenomen.
Op basis daarvan blijft een werknemer die woont in de Franse grensstreek maar werkt in de Belgische grensstreek, volledig belastbaar in Frankrijk. Voorwaarde is wel dat betrokkene maar maximaal 30 dagen per jaar buiten de Belgische grensstreek – bv. thuis in Frankrijk - werkt.
Het gaat hier om een overgangsregeling die eindigt in 2033.
Het nieuwe verdrag neemt deze regeling onverkort over.
3. Inwerkingtreding
Om in werking te kunnen treden, moet de nieuwe overeenkomst nog worden geratificeerd in België en Frankrijk.
Normaal is de inwerkingtreding voorzien op 1 januari 2023 maar veel hangt af van de termijn van ratificatie.