Algemeen principe: cumulverbod ZIV-uitkeringen en vakantiegeld
Vandaag bestaat binnen de regelgeving over arbeidsongeschiktheids- en moederschapsuitkeringen een algemeen principe van weigering van uitkeringen in periodes waarin de werknemer vakantiegeld ontvangt.
Om de controle op dit principe te kunnen uitvoeren sturen de ziekenfondsen jaarlijks een ‘aangifte vakantiedagen’ (ZIMA 5) uit naar de werkgevers of hun lasthebbers. Voor de arbeiders gebeurt dit vanaf juni, voor de bedienden vanaf oktober.
Aan de hand van de verzamelde informatie kunnen zij bepalen of de betrokken gerechtigde al dan niet recht heeft op arbeidsongeschiktheids- en/of moederschapsuitkeringen.
Het kan immers voorkomen dat de werknemer vakantiegeld ontvangt, terwijl hij in de onmogelijkheid is om de overeenstemde vakantiedagen op te nemen vóór het einde van het vakantiejaar.
Het gaat over vakantiegeld voor:
- wettelijke vakantiedagen,
- bijkomende vakantiedagen betaald door Vacantex en de verlofkas voor de diamantnijverheid.
- en bijkomende vakantiedagen die niet overdraagbaar zijn naar een volgend vakantiejaar, maar toch uitbetaald door de werkgever hoewel de opname ervan vóór het einde van het vakantiejaar onmogelijk is.
Afschaffing algemeen principe en ZIMA 5
Naar aanleiding van de recente wijziging van de regels inzake samenloop van arbeidsongeschiktheid en jaarlijkse vakantie, is dit algemeen principe overbodig geworden.
Bovendien hebben de werknemers - in specifieke omstandigheden - de mogelijkheid om wettelijke vakantiedagen, die zij niet kunnen opnemen vóór het einde van het vakantiejaar, over te dragen naar een volgend vakantiejaar. Dit kan vanaf het vakantiejaar 2024.
Het vakantiegeld voor deze overdraagbare dagen ontvangen zij wel op het einde van het oorspronkelijke vakantiejaar.
Dit vakantiegeld kan eigenlijk beschouwd worden als een voorfinanciering van de overdraagbare vakantiedagen. Hierdoor kan de periode, waarin de werknemer dit vakantiegeld ontvangt, bezwaarlijk nog beschouwd worden als een periode gedekt door vakantiegeld.
Als gevolg hiervan wordt vanaf het vakantiejaar 2024 het algemeen principe van weigering van ZIV-uitkeringen in periodes met vakantiegeld afgeschaft. Bij gevolg heeft de jaarlijkse aangifte vakantiedagen (ZIMA 5) geen reden van bestaan meer.
Merk op:
Er blijft één situatie van weigering van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen tijdens een vakantieperiode over.
Met vakantieperiode bedoelt men wettelijke vakantie, bijkomende vakantiedagen betaald door Vacantex en de Verlofkas van de diamantnijverheid en bijkomende vakantiedagen.
Het betreft de situatie waarin een werknemer een niet-toegelaten activiteit heeft uitgevoerd tijdens een periode met arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (in het kader van progressieve werkhervatting). Voor het tijdvak waarin hij de niet-toegelaten activiteit uitvoerde, alsook voor de vakantiedagen die hij heeft opgenomen tijdens zo’n tijdvak, moet de werknemer de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen terugbetalen.
Inwerkingtreding
De wijzigingen treden in werking vanaf 1 januari 2024, met dien verstande dat ze voor het eerst gelden voor het vakantiejaar 2024, vakantiedienstjaar 2023.
Wat betekent dit voor de werkgever?
Vanaf het vakantiejaar 2024 zal de werkgever of zijn lasthebber geen ZIMA 5 meer moeten verrichten op vraag van het ziekenfonds voor de werknemers met arbeidsongeschiktheids- en/of moederschapsuitkeringen.