Om met de transportkalender te kunnen werken, moet er aan een aantal voorwaarden voldaan zijn. Zie Transportkalender.
De transportkalender moet niet alleen beschikbaar zijn, ook de instellingen van de transportkalender moeten misschien aangepast worden.
Deze instellingen voor de nieuwe flexibele arbeidsregeling moeten ingezet worden op verschillende tabbladen.
1.Ga naar Instellingen.
2.Selecteer Transportkalender opties.
3.Geef de gewenste instellingen of opties mee voor de tabbladen
Op het tabblad Toekenning activeer je de groepen voor wie de transportkalender beschikbaar moet zijn.
De werknemers in de groep moeten behoren tot paritair comité 140.03.
Zodra je een groep geselecteerd hebt, moet je de startdatum van de eerste referteperiode meegeven.
De duur van de referteperiode kun je niet wijzigen. Dit is steeds 6 maanden.
Opmerkingen
•De huidige betaalperiode van alle contracten in de groep moet liggen tussen de startdatum en de einddatum van de referteperiode. •De startdatum van de eerste referteperiode begint steeds op de eerste dag van de maand. •Je moet op twee plaatsen een startdatum meegeven, namelijk de Startdatum eerste referteperiode op het tabblad Toekenning en de Startdatum in de afspraak die jouw payrollconsulent aanmaakt.
De hoogste datum bepaalt vanaf wanneer de transportkalender zichtbaar is. |
De grenzen die op dit tabblad bepaald zijn, zijn de wettelijke grenzen. De grenzen zijn geldig voor heel het dossier. Je kunt deze grenzen niet wijzigen.
De wettelijkge standaardgrenzen zijn:
Interne overurengrens
|
65 uur
|
Daggrens overuren
|
12 uur
|
Jaargrens uitbetaling zonder recuperatie
|
130 uur
Voor meer informatie zie Tussentijdse uitbetaling.
|
Refertegrens met gelijkstelling
|
988 uur
Opmerking: 988 uur = 38 uur/week X 26 weken in een semester.
|
Refertegrens zonder gelijkstelling (overuren)
|
1014 uur
Opmerking: 1014 uur = 39 uur/week X 26 weken in een semester.
|
Vanaf dat een werknemer 15 uur vóór de ingestelde waarde van een grens bereikt heeft, wordt er een waarschuwing gegeven.
|
Op het tabblad Stuurinfo bepaal je voor de actieve referteperiode (6 maanden) hoe gegevens moeten verwerkt worden.
De eerste keer dat je met de transportkalender werkt, is er voor elke optie op het tabblad Stuurinfo de standaardwaarde geselecteerd.
Je kunt op elk niveau (dossierniveau, groepsniveau, werknemerniveau) van deze standaardwaarde afwijken.
Zodra een dossier afwijkt van de standaardwaarde, wordt het dossier voorafgegaan door een .
Als de onderliggende groep of werknemer afwijkt van het hogerliggende niveau, wordt de naam van de groep of van de werknemer ook voorafgegaan door een .
De optie die afwijkt bevat achteraan een .
Zodra je een afwijking ingesteld hebt, blijft deze geldig voor de hele referteperiode.
Vanaf dat er een eerste loonberekening gebeurd is, kun je niet meer afwijken in de lopende referteperiode. Je kunt opnieuw afwijken voor de eerste loonberekening van de volgende referteperiode. Een afwijking blijft geldig voor toekomstige referteperiodes.
Opmerking
Als er binnen eenzelfde dossier groepen aanwezig zijn met verschillende referteperiodes, dan kunnen de instellingen op het tabblad Stuurinfo niet afwijken op dossierniveau.
Opties
Onderstaande opties kun je enkel wijzigen als de eerste maand van de referteperiode nog niet berekend is.
Uitzondering: De optie voor de Afhandeling van de referteperiode en Specifieke toeslag referteperiode wordt gebruikt bij de afhandeling op het einde van de referteperiode. Deze optie kun je wijzigen tot de laatste maand in de referteperiode.
Je kunt de opties enkel wijzigen op groepsniveau als de huidige betaalperiode van alle werknemers in de groep gelijk is aan de eerste referteperiode.
Betaling van over- en meeruren
|
Standaard geldt : Betaling bij recuperatie.
Je kunt echter van de standaard afwijken en de over- en meeruren laten uitbetalen bij prestatie.
Zie ook: Wat is het verschil tussen over-en meeruren?
|
Toelaten van negatief saldo recup en automatisch aanvullen
|
Standaard geldt : Ja, automatisch uren aanvullen bij een negatief saldo.
Deze keuze bestaat steeds uit twee delen.
In het eerste deel , ja of neen, zeg je of je een negatief dagsaldo wenst toe te laten.
In het tweede deel bepaal je je keuze in verband met het automatisch aanvullen.
Je kunt dus zowel voor het toelaten van een negatief saldo als voor het bepalen van het automatisch aanvullen van de uren in de transportkalender van de standaard afwijken.
Andere mogelijke keuzes zijn: Neen, automatisch aanvullen uitgeschakeld en Ja, maar automatisch aanvullen uitgeschakeld.
Voor meer informatie zie: Uren aanvullen in de transportkalender.
|
Volgorde automatisch aanvullen vanuit recup
|
Je kunt de rubriek niet wijzigen. Deze optie wordt gestuurd door je keuze in de eerste rubriek (Betaling van over- en meeruren).
Als je in het eerste rubriek gekozen hebt voor Betaling bij recuperatie (Standaard), geldt in de derde rubriek Eerst aanvullen met betaalde uren, daarna aanvullen met onbetaalde uren.
Als je in de eerste rubriek gekozen hebt voor Betaling bij prestatie, geldt in de derde rubriek Eerst aanvullen met onbetaalde uren, daarna aanvullen met betaalde uren.
Voor meer informatie zie: Uren aanvullen in de transportkalender.
|
Bepaling van ARAB-uren
|
Standaard geldt: afronden van de ARAB-uren op dagbasis.
Je kunt echter van de standaard afwijken en ARAB-uren afronden op maandbasis.
|
Afhandeling van referteperiode
|
Elke referteperiode duurt 6 maanden. Tijdens deze maanden kunnen over- en meeruren opgespaard worden.
Tijdens de referteperiode kunnen de opgespaarde uren gerecupereerd of tussentijds uitbetaald worden.
Op het einde van de referteperiode moeten de niet-gerecupereerde uren uitbetaald worden.
Niet-gerecupereerde uren kunnen niet overgedragen worden naar de volgende referteperiode.
Standaard geldt de optie Toeslag van 50% op uren boven 1014u (Standaard).
Naast het uitbetalen van de uren via Werknemers - Transportkalender - tabblad Teller - teller Te recupereren uren (nog te betalen) met een basis van 100% en een toeslag van 0%, wordt er ook een toeslag van 50% betaald op alle werkelijk gepresteerde uren boven de 1014 uur. Deze toeslag van 50% wordt zowel betaald bij de optie: Betaling bij recuperatie als bij de optie: Betaling bij prestatie.
Je kunt echter van de standaard afwijken. Je kunt kiezen voor de optie Toeslag van 50% op alle uren die op het einde van de referteperiode nog niet gerecupereerd of uitbetaald zijn.
De uren die je kunt raadplegen via Werknemers - Transportkalender - tabblad Teller - teller Te recupereren uren (nog te betalen) worden uitbetaald met een basis van 100% en een toeslag van 50%.
De uren die je kunt raadplegen via Werknemers - Transportkalender - tabblad Teller - teller Te recupereren uren (reeds betaald) zijn reeds uitbetaald. Voor deze uren wordt nog een toeslag van 50% uitbetaald.
Voor meer informatie zie: Afhandeling van de referteperiode.
|
Specifieke toeslag referteperiode
|
Als je in de optie Afhandeling van referteperiode gekozen hebt voor een specifieke toeslag voor alle werkelijke gepresteerde en gelijkgestelde uren tussen 988 en 1014 uur, kun je hier het percentage voor deze toeslag meegeven.
|
|
4.Klik op Opslaan.
Was deze informatie nuttig?
ja |
neen