Inleiding
In de transportkalender worden de prestaties van de chauffeurs bijgehouden. Er wordt gewerkt met een flexibele arbeidsregeling in een referteperiode van 6 maanden.
Elke werknemer kan tijdens deze referteperiode van 6 maanden meeruren of overuren opsparen in een teller (spaarpot).
|
Als er bij de Instellingen van de Transportkalender (tabblad Stuurinfo) gekozen is voor
•uitbetaling bij recuperatie, dan worden de uren bijgeteld in de teller van de nog te betalen uren bij recuperatie.
Je kunt deze teller raadplegen via Werknemers - Transportkalender - tabblad Teller - teller Te recupereren uren (nog te betalen). •uitbetaling bij prestatie, dan zijn de uren reeds uitbetaald op het moment dat ze gepresteerd werden. De uren worden bijgeteld in de teller van de onbetaalde recuperatie-uren.
Je kunt deze teller raadplegen via Werknemers - Transportkalender - tabblad Teller - teller Te recupereren uren (reeds betaald). |
|
Op het einde van elke referteperiode moeten deze meer- of overuren verrekend worden, omdat ze niet mogen overgedragen worden naar de volgende referteperiode.
Verwerking
De verwerking van het einde van de referteperiode is afhankelijk van jouw gekozen optie in de stuurinfo.
Zie Instellingen van de Transportkalender (tabblad Stuurinfo) - optie Afhandeling van de referteperiode.
Optie 1: Toeslag van 50% op alle uren
Dit is een toeslag van 50% die betaald wordt op alle uren die aanwezig zijn in de teller (spaarpot) van de nog te betalen uren of de teller van de reeds betaalde uren.
Optie: Betaling bij recuperatie (Standaard)
De werknemer kan twee verschillende tellers hebben:
1.De meer- of overuren die de werknemer gepresteerd heeft zijn nog niet betaald en niet gerecupereerd.
Je kunt deze uren terugvinden in de teller via Werknemers - Transportkalender - tabblad Teller - teller Te recupereren uren (nog te betalen).
Bij de afhandeling van de referteperiode worden deze uren uitbetaald met een basis van 100% en een toeslag van 50%.
De uren kunnen niet meer gerecupereerd worden. Na de afrekening zijn er geen uren meer aanwezig in de teller. 2.Er zijn meer- of overuren aanwezig in de teller Te recupereren uren (reeds betaald) van de werknemer.
Dit is mogelijk als de werknemer meer- of overuren gepresteerd heeft en deze uren waren bij prestatie nog niet uitbetaald en later nog niet gerecupereerd. De werknemer heeft daarna een tussentijdse uitbetaling gevraagd waarbij hij/zij de overuren later nog wou recuperen. In dit geval verhuizen de tussentijds uitbetaalde meer- of overuren van de teller Te recupereren uren (nog te betalen) naar de teller Te recupereren uren (reeds betaald).
Bij de afhandeling van de referteperiode wordt enkel nog de toeslag van 50% van deze uren uitbetaald.
De uren kunnen niet meer gerecupereerd worden. Na de afrekening zijn er geen uren meer aanwezig in de teller. |
Optie: Betaling bij prestatie
De meer- of overuren die aanwezig zijn in de teller zijn reeds betaald (basis 100%) bij prestatie.
Als deze uren op het einde van de referteperiode niet gerecupereerd zijn, worden ze betaald met een toeslag van 50%.
De uren kunnen niet meer gerecupereerd worden.
Je kunt deze uren raadplegen via Werknemers - Transportkalender - tabblad Teller - teller Te recupereren uren (reeds betaald).
|
|
Optie 2: Toeslag van 50% boven 1014u (Standaard)
De afhandeling van het einde van de referteperiode voor deze optie bestaat uit 2 delen:
1.uitbetaling/boekingen van de opgespaarde uren 2.uitbetaling van uren boven de 1014 uur (indien aanwezig).
Alle werkelijk gepresteerde uren (geen gelijkgestelde uren) worden tijdens de referteperiode opgeteld.
Als het totaal van deze uren bij de afhandeling van de referteperiode groter is dan 1014 uur, wordt er op de werkelijk gepresteerde uren boven 1014 uur een toeslag van 50% betaald, omdat deze uren beschouwd worden als overuren.
Opmerking
1014 uur is het resultaat van 39 uren/week X 26 weken in een semester.
1. Uitbetaling (ev. alleen boeking) van opgespaarde uren
Optie: Betaling bij recuperatie (Standaard)
De werknemer kan twee verschillende tellers hebben:
1.De meer- of overuren die de werknemer gepresteerd heeft zijn nog niet betaald en niet gerecupereerd.
Je kunt deze uren terugvinden in de teller via Werknemers - Transportkalender - tabblad Teller - teller Te recupereren uren (nog te betalen).
Bij de afhandeling van de referteperiode worden deze uren uitbetaald met een basis van 100%. Er wordt geen toeslag uitbetaald.
De uren kunnen niet meer gerecupereerd worden. Na de afrekening zijn er geen uren meer aanwezig in de teller. 2.Er zijn meer- of overuren aanwezig in de teller Te recupereren uren (reeds betaald) van de werknemer.
Dit is mogelijk als de werknemer meer- of overuren gepresteerd heeft en deze uren waren bij prestatie nog niet uitbetaald en later nog niet gerecupereerd. De werknemer heeft daarna een tussentijdse uitbetaling gevraagd waarbij hij/zij de overuren later nog wou recuperen. In dit geval verhuizen de tussentijds uitbetaalde meer- of overuren van de teller Te recupereren uren (nog te betalen) naar de teller Te recupereren uren (reeds betaald).
Bij de afhandeling van de referteperiode wordt er geen toeslag uitbetaald. Deze uren worden wel geboekt, zodat ze aanwezig zijn in de Dmfa-aangifte.
De uren kunnen niet meer gerecupereerd worden. Na de afrekening zijn er geen uren meer aanwezig in de teller. |
Optie: Betaling bij prestatie
De meer- of overuren die aanwezig zijn in de teller zijn reeds betaald (basis 100%) bij prestatie.
Bij de afhandeling van de referteperiode wordt er geen toeslag uitbetaald. Deze uren worden wel geboekt zodat ze aanwezig zijn in de Dmfa-aangifte.
De uren kunnen niet meer gerecupereerd worden
Je kunt deze uren raadplegen via Werknemers - Transportkalender - tabblad Teller - teller Te recupereren uren (reeds betaald).
|
|
2. Uitbetaling van uren boven 1014 uur (indien aanwezig)
Alle werkelijk gepresteerde uren (geen gelijkgestelde uren) worden tijdens de referteperiode opgeteld.
Als het totaal van deze uren bij de afhandeling van de referteperiode groter is dan 1014 uur, wordt er op de uren boven 1014 uur een toeslag van 50% betaald, omdat deze uren beschouwd worden als overuren.
Deze toeslag van 50% wordt zowel betaald bij Betaling bij recuperatie als bij Betaling bij prestatie.
|
Zie ook: Veel gestelde vragen over de afhandeling van de referteperiode
|
Veelgestelde vragen over de afhandeling van de referteperiode
De werknemer gaat uit dienst
Elke keer als de gegevens van de transportkalender opgeslagen worden tijdens de laatse maand van de referteperiode, gebeurt er een controle:
•Gaat de werknemer uit dienst?
Zo ja, dan gebeurt er een uitdienstberekening. Er gebeurt dan geen afhandeling van de referteperiode. •Is het de laatste maand van de referteperiode?
Enkel als de werknemer niet uit dienst gaat en het is werkelijk de laatste maand van de referteperiode, gebeurt er een afhandeling van de referteperiode.
Opmerking
Ook als de werknemer uit dienst gaat op de laatste dag van de referteperiode, zal er geen afhandeling van de referteperiode gebeuren. Er gebeurt dan enkel een uitdienstberekening.
|
De werknemer komt in dienst
Als de werknemer in de loop van de referteperiode in dienst komt, moet de grens van optie 2 geproratiseerd worden.
Optie 2 is Toeslag van 50% boven 1014u (Standaard). De grens is 1014 uur.
Het proratiseren van de grens/grenzen gebeurt automatisch en op basis van de kalenderdagen.
Raadpleeg jouw payrollconsulent indien je hierover meer informatie wenst.
Zie ook: Meer uitleg over optie 2.
|
Opties wijzigen
Ieder dossier kan zelf bepalen hoe de afhandeling van de referteperiode gewenst is.
Deze opties geef je mee in de Instellingen van de Transportkalender (tabblad Stuurinfo) - optie Afhandeling van de referteperiode.
Je kunt deze opties wijzigen tot vlak voor de afrekening van de laatste maand.
Als je de opties wijzigt na de afrekening van de laatste maand, is de optie geldig vanaf de eerste maand van de volgende referteperiode.
|
Was deze informatie nuttig?
ja |
neen