Verhoging tarief roerende voorheffing

Het belastingtarief voor de meeste roerende inkomsten stijgt in het kader van de begroting van 27% naar 30% vanaf 1 januari 2017.

Maar niet voor auteursrechten!

Voor de vergoeding auteursrechten verhoogt het tarief niet. Het blijft behouden op 15% op het vlak van de roerende voorheffing (= inhouding bij de toekenning) en de personenbelasting.

Dit tarief geldt tot een grensbedrag van 37.500 EUR (geïndexeerd voor aj.2017 57.590 EUR). Tot dit bedrag worden de vergoedingen voor auteursrechten beschouwd als roerend inkomen.

Boven deze grens gelden de algemene regels om te bepalen of dit inkomen nog een roerend of een beroepsinkomen is voor de verkrijger.

Let op!

De roerende voorheffing boven dit grensbedrag stijgt wel van 27% naar 30%. Maar het tarief van 15% blijft in de personenbelasting indien deze inkomsten nog steeds als roerend inkomen kunnen gekwalificeerd worden. Het bedrag aan roerende voorheffing dat te veel werd ingehouden aan de bron, wordt verrekend en terugbetaald in de personenbelasting.

Deze tarieven zijn van toepassing op het netto-bedrag. De vergoedingen mogen eerst nog verminderd worden met de werkelijk bewezen beroepskosten of een wettelijk forfait.

Gunstregime: wel fiscaal maar niet voor RSZ

Op fiscaal vlak geldt dus een zeer gunstig regime voor de vergoeding van auteursrechten. De populariteit blijkt dan ook uit het aantal rulings afgeleverd over dit onderwerp.

Maar dit gunstregime geldt niet op het vlak van de sociale zekerheid. In een arrest van 15 september 2014 oordeelde het Hof van Cassatie dat de vergoeding die men van zijn werkgever ontvangt voor de overdracht van zijn vermogensrechten, waartoe men zich bij het sluiten van een arbeidsovereenkomst heeft verbonden, een tegenprestatie is voor de overdracht van rechten met betrekking tot een in uitvoering van de arbeidsovereenkomst geleverde prestaties. Bijgevolg is die vergoeding, in de regel, een voordeel waarop de werknemer "ingevolge zijn dienstbetrekking" recht heeft ten laste van zijn werkgever en maakt die vergoeding dus deel uit van het loon op basis waarvan de socialezekerheidsbijdragen worden berekend.