Er komt opnieuw een verlenging van de bevriezing van de degressiviteit van de definitieve werkloosheidsuitkeringen.
Meer bepaald tot 30 juni 2021.
We herhalen hier de voornaamste principes.
Degressiviteit werkloosheidsuitkeringen
Volledig werklozen zien hun werkloosheidsuitkering in principe geleidelijk aan verminderen. In technische termen spreekt men van de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen.
In functie van de duur van de werkloosheid komt de werkloze in verschillende vergoedingsperiodes terecht. Elke periode is opgedeeld in fases en deelfases. In principe verlaagt de uitkering bij elke overgang naar elke volgende fase.
Bevriezing degressiviteit
Sinds 1 april 2020 heeft men die degressiviteit bevroren. Dit gebeurde aanvankelijk tot 30 juni 2020. We kregen ondertussen al verlengingen tot 31 augustus, tot 30 september, tot 31 december 2020 en vervolgens tot 28 februari 2021.
Nu is er dus opnieuw een verlenging tot 30 juni 2021.
Wat betekent dit concreet?
Men verlengt de vergoedingsperiode waarin de werkloze zich op 1 april 2020 bevond, tot 30 juni 2021.
Dit geldt ook voor wie een uitkeringsaanvraag indient in de maanden april 2020 tot en met juni 2021.
De fase waarin de werkloze start, verlengt met de periode van die fase gelegen in de maanden april 2020 tot en met juni 2021. Enkel volledige maanden in die periode verlengen de vergoedingsfase.
Inschakelingsvergoeding
Ook voor de aangepaste berekeningswijze van de maximale toekenningsperiode van de inschakelingsvergoeding (36 maanden) voor jonge werkzoekenden komt er een verlenging. Meer bepaald tot 30 juni 2021.
Voor de berekening van die periode van 36 maanden houdt men nu geen rekening met de periode van 1 april 2020 tot 30 juni 2021.
Wat betekent dit voor de werkgever?
De bevriezing van werkloosheidsuitkeringen kan gevolgen hebben bij de berekening van aanvullende vergoedingen die de werkgever betaalt bovenop de werkloosheidsuitkeringen.
Ze heeft ook gevolgen voor de berekening van de decava-bijdragen op aanvullende vergoedingen, die de werkgever (of derden) toekent aan oudere werklozen (SWAV-ers).
Het bedrag van de werkloosheidsuitkering bepaalt de hoogte van de inhouding op de aanvullende vergoeding.