Feedback
ella
Hof van Justitie spreekt zich uit over impact van vakantiedagen op berekening overloondrempel
Rechtspraak 13/01/2022
Gepubliceerd op 08/04/2022

Het Europese Hof van Justitie sprak zich recent uit over de vraag of opgenomen jaarlijkse vakantie moet worden meegeteld bij de berekening van overwerk dat recht geeft op een toeslag. Het antwoord in deze specifieke Duitse zaak luidde ja. Opgenomen vakantiedagen moet men in de betrokken maand meetellen als waren het gewerkte uren om te bekijken of de drempel voor een overloontoeslag is bereikt.

 

Context

 

Een cao van toepassing op uitzendwerk in Duitsland geeft voltijdse werknemers in een maand met 23 werkdagen een loontoeslag voor de gewerkte uren boven 184 uren. Om de grens van 184 uren te berekenen wordt enkel rekening gehouden met gewerkte uren. En dus niet met vakantiedagen die genomen zijn in de betrokken maand.

 

Een uitzendkracht was van mening dat de opgenomen vakantie in een maand toch moest meegeteld worden om te kijken of de grens van 184 uren was bereikt.

 

De Duitse rechter die hierover moest beslissen stelde een prejudiciële vraag aan het Europese Hof van Justitie: is deze regeling in strijd met het Europees gegarandeerde recht van werknemers op minstens vier weken betaalde vakantie?

 

Beslissing van het Hof

 

Het Hof oordeelde dat de regeling weldegelijk in strijd is met het recht op jaarlijkse vakantie van de werknemer.

 

Het recht van een werknemer op jaarlijkse vakantie met behoud van loon is een belangrijk beginsel van sociaal recht van de Europese Unie. Prikkels om (werknemers aan te zetten) afstand te doen van deze vakantierust zijn voor het Hof van Justitie onverenigbaar met het doel van dit recht, namelijk de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemer.

 

Een regeling waarbij jaarlijkse vakantie niet meetelt bij de berekening van overwerk dat op maandbasis recht geeft op een toeslag, kan een werknemer ertoe aanzetten om geen vakantie te nemen.

 

Het Hof van Justitie oordeelt dus dat de regeling in de Duitse cao voor uitzendwerk onverenigbaar is met het recht van werknemersop minstens 4 weken betaalde vakantie per jaar zoals voorzien in de Europese Arbeidstijdenrichtlijn.

 

Wat betekent dit voor de Belgische werkgevers?

 

Het antwoord van het Hof van Justitie op een prejudiciële vraag heeft in principe geen rechtstreekse bindingskracht voor andere lidstaten, dan degene die de vraag heeft gesteld.

Het is echter wel richtinggevend voor de interpretatie van de Europese regelgeving.

 

Om te kijken of de grens voor de betaling van een overwerktoeslag bereikt is, houdt ook de Belgische wet enkel rekening met “verrichte arbeid” (te lezen als: arbeidstijd tijdens dewelke de werknemer ter beschikking is van de werknemer). Opgenomen vakantie hoort daar, net als andere schorsingen, niet bij.

 

In België bestaat bovendien geen recht op een overwerktoeslag op maandbasis, maar enkel op dag- of weekbasis. Daarnaast handelde het dispuut over een uitzendkracht, die in België veelal met weekcontracten werken.

 

Dit kunnen allemaal redenen zijn om de uitspraak van het Hof van Justitie niet onverkort toe te passen in België. 

 

Het is onduidelijk of de Belgische wetgever naar aanleiding van dit arrest gaat ingrijpen en hoe dit dan zal uitdraaien in onze wetgeving.

Het is ook afwachten hoe Belgische rechters met dit arrest zullen omgaan.

 

Maar we zien momenteel geen reden om ons systeem voor berekening van overwerktoeslagen anders in te vullen.

Bron:
HvJ 13 januari 2022, zaak nr. C-514/20, DS tegen Koch Personaldienstleistungen GmbH, curia.europa.eu

Juridische inhoud

1. Context

Het Hof van Justitie boog zich over een regeling in een Duitsecao voor uitzendwerk.

 

Deze cao bepaalt onder andere dat een voltijdse werknemer in een maand met 23 werkdagen een toeslag van 25 % ontvangt voor de gewerkte uren boven 184 uren. Een Duitse werkgever moet bij de telling naar 184 uren enkel rekening houden metde gewerkte uren. Opgenomen vakantiedagen tellen dus niet mee.

 

In augustus 2017, een maand met 23 werkdagen, werkte een voltijdse uitzendkracht tijdens de eerste 13 werkdagen 121,75 uren. De overige 10 werkdagen, die overeenkwamen met 84,7 werkuren, nam de werknemer betaalde vakantie. Door de opname van vakantiedagen, die niet worden meegeteld, bereikte de uitzendkracht de drempel van 184 gewerkte uren niet waardoor deze geen overwerktoeslag ontving die maand.

 

De uitzendkracht vond dat de opgenomen vakantie toch moest meegeteld worden om te kijken of de grens van 184 uren was bereikt. Hij vorderde daarom bij de Duitse rechtbank een toeslag van 25 % voor 22,45 uren (121,75 uren + 84,7 uren - 184 uren).

2. Prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie

De Duitse rechter die moest beslissen over de vordering van de uitzendkracht stelde volgende prejudiciële vraag aan het Europese Hof van Justitie:

 

Is de regeling in een cao waar, bij de berekening of een werknemer recht heeft op een overwerktoeslag, alleen de daadwerkelijk gewerkte uren worden meegeteld en niet de uren waarin de werknemer zijn jaarlijkse vakantie met behoud van loon opneemt, in strijd met het recht van werknemers op minstens vier weken betaalde vakantie zoals voorzien in de EU-Richtlijn 2003/88 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd(Arbeidstijdenrichtlijn) gelezen in het licht van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (EU)?

3. Beslissing van het Hof

In dit concrete geschil besliste het Hof van Justitie dat de regeling in de Duitse cao voor uitzendwerk in strijd is met het recht van werknemers op minstens vier weken betaalde vakantie.

 

Motieven

 

De lidstaten van de EU zijn, in toepassing van art. 7 van de Arbeidstijdenrichtlijn,verplicht om ervoor te zorgen dat werknemers jaarlijks een vakantie van ten miste vier wekenmet behoud van loon krijgen.

 

Het recht van een werknemer op jaarlijkse vakantie met behoud van loon is een belangrijk beginsel van sociaal recht van de EU. Het doel van de vakantie is om de veiligheid en de gezondheid van werknemers op het werk te verbeteren. Prikkels om werknemers aan te zetten afstand te doen van deze vakantierust zijn voor het Hof van Justitie onverenigbaar met dit doel.

 

De handeling of nalatigheid van een werkgever die een werknemer verhindert om jaarlijkse vakantie op te nemen is in strijd met het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon.

Het Hof besliste vroeger in deze context al eens dat het loon dat de werknemer krijgt tijdens de opname van zijn vakantie minstens even hoog moet zijn als het normale loon dat deze krijgt als deze aan het werk is. Zo niet is dit een reden voor de werknemer om geen vakantie op te nemen (arrest Hein van 13 december 2018).

 

Een regeling waarbij jaarlijkse vakantie niet meetelt bij de berekening van overwerk dat op maandbasis recht geeft op een toeslag, kan een werknemer er toe aanzetten om geen vakantie te nemen. Jaarlijkse vakantie nemen leidt er dan toe dat het loon lager is dan het loon dat de werknemer zou ontvangen als deze in de betrokken maand geen vakantie zou opnemen.

En dat is, volgens het Hof, in strijd met het recht op jaarlijkse vakantie van een werknemer.

 

Het Hof van Justitie oordeelt dus dat de regeling in de Duitse cao voor uitzendwerk onverenigbaar is met het recht van werknemers op minstens 4 weken betaalde vakantie per jaar zoals voorzien in de Arbeidstijdenrichtlijn, gelezen in het licht van het Handvest van de grondrechten van de EU.

 

Enkel bij vakantie aan het einde van de maand?

 

De Duitse uitzendkracht had tijdens de eerste 13 werkdagen van augustus 2017 al 121,75 uren gewerkt. Dat betekende dat de uitzendkracht, als deze de resterende 10 werkdagen voltijds zou gewerkt hebben, sowieso recht zou hebben gehad op de overloontoeslag. Het Hof van Justitie vond het problematisch dat de werknemer de toeslag niet kreeg doordat deze de laatste 10 werkdagen vakantie opnam en door de berekeningswijze de toeslag verloren zag gaan.

 

Maar ook wanneer een werknemer aan het begin van de maand vakantie opneemt vindt het Hof het berekeningssysteem uit de cao problematisch. Vakantie opgenomen aan het begin van de maand kan overuren die de werknemer na die vakantie presteert in eenzelfde maand namelijk ook neutraliseren. En ook dan leidt dit tot vermindering van het loon.

 

Dus wanneer het financieel nadeel zich voordoet nà de opgenomen vakantie kan dit ook een reden zijn voor de werknemer om geen vakantie op te nemen. Dit is in strijd met het recht van werknemers op minstens 4 weken betaalde vakantie per jaar zoals voorzien in de Arbeidstijdenrichtlijn (zie ook het arrest Lock van het Hof van Justitie van 22 mei 2014).

4. Wat betekent dit voor de Belgische werkgevers?

Het antwoord van het Hof van Justitie op een prejudiciële vraag heeft in principe geen rechtstreekse bindingskracht voor andere lidstaten, dan degene die de vraag heeft gesteld.

Het is echter wel richtinggevend voor de interpretatie van de Europese regelgeving.

 

Om te kijken of de grens voor de betaling van een overwerktoeslag bereikt is, houdt ook de Belgische wet enkel rekening met “verrichte arbeid” (te lezen als: arbeidstijd tijdens dewelke de werknemer ter beschikking is van de werknemer). Opgenomen vakantie hoort daar, net als andere schorsingen, niet bij. Belgische rechters hebben dit in het verleden al beslist.

 

In België bestaat bovendien geen recht op een overwerktoeslag op maandbasis, maar enkel op dag- of weekbasis. Daarnaast handelde het dispuut over een uitzendkracht, die in België veelal met weekcontracten werken.

 

Dit kunnen allemaal redenen zijn om de uitspraak van het Hof van Justitie niet onverkort toe te passen in België.

 

Het is onduidelijk of de Belgische wetgever naar aanleiding van dit arrest gaat ingrijpen en hoe dit dan zal uitdraaien in onze wetgeving.

Het is ook afwachten hoe Belgische rechters met dit arrest zullen omgaan.

 

Maar we zien momenteel geen reden om ons systeem voor berekening van overwerktoeslagen anders in te vullen.

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.