De forfaitaire werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinabonnementen voor woon-werkverkeer, verhoogt op 1 juni 2024.
Om de financiële gevolgen hiervan te verzachten voor de werkgever, voorziet een wetsontwerp in een nieuw belastingkrediet, waardoor de federale overheid voor maximum 7,5% zal tegemoetkomen in de prijs.
Situering
Werknemers die met de trein naar het werk sporen, kunnen in principe rekenen op een werkgeverstussenkomst in die kosten.
In sommige gevallen is deze werkgeverstussenkomst forfaitair. Ondanks de jaarlijkse indexering van de NMBS-tarieven, bleven de forfaitaire bedragen gedurende meerdere jaren ongewijzigd.
Vanaf 1 juni 2024 komt hier verandering in.
De forfaitaire bedragen van de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart verhogen dan tot 71,8% van de prijs van het gebruikte abonnement die gold op 1 februari 2024.
Deze verhoging is goed nieuws voor de betrokken werknemers, maar brengt ook extra kosten met zich mee voor de betrokken werkgevers.
Belastingkrediet
De federale regering wil de financiële gevolgen voor de werkgevers dan ook verzachten door middel van een belastingkrediet. Hierbij komt de overheid voor maximum 7,5% tegemoet in de prijs van de treinabonnementen voor het woon-werkverkeer van werknemers.
Wetsontwerp
Het belastingkrediet zit vervat in een wetsontwerp, dat inmiddels in tweede lezing werd goedgekeurd. We bespreken de krachtlijnen.
Deze bespreking geldt onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Voorwaarden
Het belastingkrediet is gekoppeld aan enkele voorwaarden.
De werkgever verkrijgt het niet automatisch, maar moet een aanvraag indienen.
Hij komt enkel in aanmerking wanneer zijn verhoogde tussenkomst minstens 79,3% van de kostprijs van het treinabonnement bedraagt.
Het belastingkrediet kan niet verleend worden voor de werkgeverstussenkomst:
waarvoor de werkgever een 80/20-derdebetalersregeling met de NMBS heeft;
die betaald/toegekend wordt aan een werknemer die een mobiliteitsbudget (in ruil voor zijn (recht op een) bedrijfswagen) ontvangt.
De verhoogde werkgeverstussenkomst moet vastgelegd zijn in een cao, arbeidsreglement of individuele arbeidsovereenkomst en zonder beperking in de tijd gelden.
Hoeveel
Het bedrag van het belastingkrediet bekomen we door het bedrag van de werkgeverstussenkomst te delen door de (procentuele) verhoogde tussenkomst en dit resultaat vervolgens te vermenigvuldigen met het verhogingspercentage (beperkt tot 7,5%).
We verduidelijken aan de hand van volgend voorbeeld.
Een werkgever heeft op 31 december 2023 een verplichte tussenkomst van 60% in een treinabonnement. Vanaf 1 juni 2024 verhoogt hij de tussenkomst tot 79,3%.
Het verhogingspercentage is 19,3%, te beperken tot 7,5%.
De werknemer koopt op 1 september 2024 een standaard abonnement van 1.988 EUR. De werkgeverstussenkomst bedraagt 79,3% hiervan of 1.576,48 EUR.
Het bedrag van het belastingkrediet is gelijk aan 149,1 EUR [ = ( 1.576,48 EUR : 79,3% ) x 7,5% ] .
Niet aftrekbaar
De werkgeverstussenkomst in het treinabonnement is niet aftrekbaar als beroepskost ten bedrage van het belastingkrediet dat de werkgever voor die tussenkomst geniet.
Vanaf wanneer
Het belastingkrediet wordt verleend voor de tussenkomsten die de werkgever betaalt of toekent in de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027.
Let op!
Deze bespreking is gebaseerd op ontwerpteksten. Het wetsontwerp werd inmiddels in tweede lezing goedgekeurd in de Kamer. Deze bespreking geldt dan ook onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Wat betekent dit voor de werkgever?
De forfaitaire werkgeverstussenkomst in de prijs van een treinabonnement voor woon-werkverkeer verhoogt vanaf 1 juni 2024.
Mits aan alle voorwaarden voldaan is, kunnen volgende werkgevers hiervoor een financiële tegemoetkoming krijgen via een federaal belastingkrediet:
- werkgevers die vallen onder toepassing van de cao-wet van 5 december 1968;
De meeste werkgevers uit de publieke sector zijn dus uitgesloten.
Let wel!
Er zijn publiekrechtelijke werkgevers die toch onder het toepassingsgebied van de cao-wet vallen. Denk aan de openbare kredietinstellingen, huisvestingsmaatschappijen, VITO,…
- de volgende autonome overheidsbedrijven: de naamloze vennootschappen van publiek recht Proximus en bpost;
- de naamloze vennootschap van publiek recht HR Rail, met uitzondering van het personeel dat zij ter beschikking stelt aan de naamloze vennootschappen van publiek recht NMBS en Infrabel in het kader van hun activiteiten van openbare dienstverlening.
1. Situering
Werknemers die met de trein naar het werk sporen, kunnen in principe rekenen op een werkgeverstussenkomst in die kosten.
Om de tussenkomst te bepalen, bestaan er twee systemen. Sectoren kunnen voor de werkgeverstussenkomst namelijk verwijzen naar:
een percentage van de treinkaart.
Wanneer de NMBS/SNCB de tarieven van de treinkaarten aanpast, wijzigt de werkgeverstussenkomst.
OF
de forfaitaire tabel “werkgeverstussenkomst in de prijs treinkaart”.
Deze tabel bleef ongewijzigd sinds 1 juli 2019, waardoor ook de werkgeverstussenkomst niet wijzigde.
Ingevolge cao 19/11 van de Nationale Arbeidsraad (NAR), komt er vanaf 1 juni 2024 een verhoging van die forfaitaire tabel, meer bepaald tot 71,8 % van de prijs treinkaarten geldig sinds 1 februari 2024.
Werkgevers die voor de tussenkomst in het treinabonnement gebruik maken van de forfaitaire tabel, zullen dus meer moeten betalen. Voor meer informatie hierover, verwijs ik naar onze nieuwsbrief van 23 april 2024.
Om de financiële gevolgen van de prijsindexering te verzachten, komt er een federaal belastingkrediet. Dit zit momenteel vervat in een wetsontwerp dat in tweede lezing werd goedgekeurd in de Kamer. Deze bespreking geldt dan ook onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
2. Belastingkrediet
2.1. Principe
Een belastingkrediet is een bedrag dat in mindering komt van de belasting.
Er gebeurt een volledige verrekening met de verschuldigde personen-, rechtspersonen- of vennootschapsbelasting (of corresponderende belasting der niet-inwoners (BNI)).
Bij een eventueel overschot (minstens 2,50 EUR) gebeurt er een terugbetaling.
2.2. Voorwaarden
Het belastingkrediet wordt enkel verleend wanneer de verhoogde werkgeverstussenkomst minstens 79,3% van de kostprijs van het abonnement bedraagt.
Het doel van de maatregel is immers om er voor te zorgen dat de werknemer maximaal 20,7% van de kostprijs draagt.
Om ervan te kunnen genieten, moet de werkgever een aanvraag indienen.
Het belastingkrediet geldt enkel wanneer de werkgever de kost van de (verhoogde) tussenkomst draagt.
Het geldt dus niet:
- wanneer een derde de werkgeverstussenkomst vergoedt;
- wanneer de (verhoogde) werkgeverstussenkomst ten laste is van een buitenlandse inrichting van de belastingplichtige.
Het belastingkrediet is evenmin van toepassing:
- voor de werkgeverstussenkomst in een treinabonnement waarvoor de werkgever een derdebetalersregeling heeft met de NMBS.
Bij de derdebetalersregeling neemt de werkgever 80% van de abonnementsprijs voor zijn rekening. De resterende 20% is ten laste van de overheid. In dit systeem geniet de werknemer dus van een kosteloos abonnement voor zijn woon-werkverkeer.
- voor de tussenkomst die een werkgever betaalt/toekent aan een werknemer die een mobiliteitsbudget ontvangt (in ruil voor zijn (recht op een) bedrijfswagen).
.
Voor wat de belastingplichtigen betreft, onderworpen aan de BNI, wordt het belastingkrediet enkel verleend voor de (verhoging van de) tussenkomst die drukt op de inkomsten die in België aan de inkomstenbelastingen onderworpen zijn.
De verhoging van de werkgeverstussenkomst moet vastgelegd zijn in een collectieve arbeidsovereenkomst, arbeidsreglement of individuele arbeidsovereenkomst en zonder beperking in de tijd gelden.
2.3. Treinabonnement
De regeling is van toepassing op treinabonnementen, bestemd voor het woon-werkverkeer, op naam van de werknemer voor een bepaalde route met een bepaalde vertrek- en aankomstplaats.
Komen in aanmerking:
- standaardabonnementen voor één, drie of twaalf maanden;
- halftijdse abonnementen voor vijf retourreizen in een periode van 15 dagen;
- flex-abonnementen voor een bepaald aantal reisdagen in een periode van één tot twaalf maanden;
- gecombineerde abonnementen (treinkaart + abonnement MIVB, De Lijn of TEC) maar dan enkel voor het treingedeelte;
- citypas voor het gebruik van openbaar vervoer in een bepaalde stad of stadsregio, enkel voor het treingedeelte.
2.4. Welke werkgevers
Volgende werkgevers kunnen van het belastingkrediet genieten:
- werkgevers die vallen onder toepassing van de cao-wet van 5 december 1968;
- de volgende autonome overheidsbedrijven: de naamloze vennootschappen van publiek recht Proximus en bpost;
- HR Rail, met uitzondering van het personeel dat zij ter beschikking stelt aan de naamloze vennootschappen van publiek recht NMBS en Infrabel in het kader van hun activiteiten van openbare dienstverlening.
2.5. Hoeveel
Het bedrag van het belastingkrediet bekomen we door het bedrag van de werkgeverstussenkomst te delen door de verhoogde tussenkomst en vervolgens te vermenigvuldigen met het verhogingspercentage (beperkt tot 7,5%).
Deze begrippen vragen enige duiding.
Werkgeverstussenkomst
De werkgeverstussenkomst in het treinabonnement is het bedrag dat de werkgever effectief (terug)betaalt en dat in hoofde van de werknemer een vrijgesteld voordeel van alle aard uitmaakt.
Het is beperkt tot de tussenkomst voor het abonnement voor eenzelfde duur en afstand in tweede klasse.
Referentietussenkomst
De referentietussenkomst is een percentage dat de verhouding weergeeft tussen:
enerzijds de verplichte werkgeverstussenkomst (ingevolge een collectieve of individuele arbeidsovereenkomst of een arbeidsreglement) op 31 december 2023 in een referentie-abonnement.
Het referentie-abonnement is het jaarabonnement in tweede klasse, voor het traject dat de werknemer aflegde.
anderzijds de prijs van een referentie-abonnement op diezelfde datum.
De referentietussenkomst mag niet lager zijn dan 59,57% (= het percentage van de tussenkomst op basis van cao nr. 19/9 van de NAR op 31 december 2023).
Voor “nieuwe” werkgevers, die nog geen tussenkomst verschuldigd waren op 31 december 2023, baseert men zich op de tussenkomst die ze op 31 december 2023 zouden moeten betalen op basis van cao nr. 19/9 van de NAR of van de cao van het paritair comité waaronder zij vallen.
Verhoogde tussenkomst
De verhoogde tussenkomst van de werkgever is het percentage dat de verhouding weergeeft tussen:
de verplichte tussenkomst in een treinabonnement op de datum van de betaling of toekenning van de tussenkomst van de werkgever; en
de prijs van het referentie-abonnement voor diezelfde afstand op diezelfde datum.
Pro memorie:
Het belastingkrediet geldt enkel bij een verhoging van de werkgeverstussenkomst, tot minstens 79,3% van de kostprijs van het abonnement.
Verhogingspercentage
Het verhogingspercentage:
is gelijk aan het verschil tussen de referentietussenkomst en de verhoogde tussenkomst van de werkgever.
wordt geplafonneerd op 7,5%.
2.6. Voorbeelden
Enkele voorbeelden uit de memorie van toelichting ter verduidelijking.
Voorbeeld 1
Voor een jaarabonnement tweede klasse voor een afstand van 75 km bedraagt de verplichte werkgeverstussenkomst op 31 december 2023 op grond van cao nr. 19/9 1.340 EUR. De abonnementsprijs op diezelfde datum bedroeg 2.249 EUR.
De referentietussenkomst is gelijk aan 59,58% (= 1.340 / 2.249).
Door een wijziging van het arbeidsreglement verhoogt de werkgever zijn tussenkomst vanaf 1 juli 2024 tot 141% van de verplichte tussenkomst op grond van cao nr. 19/9.
In het voorbeeld verhoogt de tussenkomst dus tot 1.889,40 EUR.
De prijs van het jaarabonnement dat een werknemer aankoopt op 1 september 2024 bedraagt 2.382 EUR.
De verhoogde werkgeverstussenkomst is dus 79,32% (= 1.889,4 / 2.382).
Het verhogingspercentage is gelijk aan 19,74%, zijnde het verschil tussen de verhoogde werkgeverstussenkomst (79,32%) en de referentietussenkomst (59,58%).
Conform de afspraken, is het verhogingspercentage echter te beperken tot 7,5%.
Het bedrag van het belastingkrediet is 178,65 EUR [ = (1.889,40 EUR : 79,32% ) x 7,5% )
Voorbeeld 2
Een werkgever heeft op 31 december 2023 een verplichte tussenkomst van 60% in een treinabonnement (referentietussenkomst).
Vanaf 1 juni 2024 verhoogt hij de tussenkomst tot 79,3% (verhoogde werkgeverstussenkomst).
Het verhogingspercentage is 19,3% (= 79,3% - 60%), te beperken tot 7,5%.
De werknemer koopt op 1 september 2024 een standaard abonnement van 1.988 EUR. De werkgeverstussenkomst bedraagt 1.576,48 EUR.
Het bedrag van het belastingkrediet is gelijk aan 149,1 EUR [ = ( 1.576,48 EUR : 79,3% ) x 7,5% ] .
2.7. Vanaf wanneer
Het belastingkrediet zal verleend worden voor de tussenkomsten die de werkgever betaalt of toekent in de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027.