Feedback
ella
De ministerraad van 4 februari 2022 keurde de mini-taxshift goed. Het bijhorende wetsontwerp werd inmiddels ingediend in de Kamer.
Eén van de aspecten van de mini-taxshift is de geleidelijke afbouw van de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid. Deze spitst zich in eerste instantie toe op de midden- en lagere inkomens en  zal voor het eerst merkbaar zijn in de loonberekening van april 2022.
 
Situering
 
De bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid (BBSZ) bestaat sinds 1 april 1994 en werd ingevoerd om de sociale zekerheid bijkomend te financieren.
 
Het is een uniek samenspel van een sociale en fiscale inhouding.
 
De werkgever houdt deze BBSZ maandelijks verplicht in op het nettoloon. De bedragen die hij maandelijks inhoudt, moet hij per kwartaal aangeven en doorstorten aan de RSZ.
 
Bij de jaarlijkse belastingberekening bepaalt de fiscus de definitieve bijdrage. Deze is gebaseerd op het netto belastbare inkomen.
De heffing van de BBSZ gebeurt per fiscaal gezin en niet per individuele belastingplichtige.
 
Aanpassing grenzen en tarieven
 
De inkomensgrenzen voor de berekening van de BBSZ werden nooit geïndexeerd. Bovendien bleven de tarieven en grenzen nagenoeg ongewijzigd sinds de invoering van dit systeem. Hierdoor is de (para)fiscale druk in de loop der jaren verschoven naar de lagere inkomens.
 
Het is de bedoeling om de BBSZ uiteindelijk volledig af te schaffen. Dit zal gefaseerd gebeuren.
Als eerste stap kiest de regering nu voor een verlaging van de BBSZ voor de lage en middeninkomens vanaf 2022.  
 
Opmerking
Voor de berekening van de definitieve bijdrage maakt men voortaan ook een onderscheid naargelang het gaat om belastingplichtigen:
  • voor wie een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd; of
  • die alleen worden belast.
 
Bij de voorlopige berekening die via de RSZ verloopt, heeft men altijd al een onderscheid gemaakt tussen alleenstaanden/één-inkomensgezinnen enerzijds en tweeverdieners anderzijds.
 
Verder in de tekst tonen we de oude en nieuwe grenzen en tarieven die voor de voorfinanciering (RSZ) en uiteindelijke eindafrekening (fiscaal) van toepassing zijn.
 
Vanaf wanneer?
 
In de loonberekening (RSZ - inhouding op netto) zal dit vanaf 1 april 2022 effect hebben.
 
Voor de eindafrekening gelden de nieuwe grenzen en tarieven vanaf inkomstenjaar 2022
 
Opgelet!
Deze bespreking is gebaseerd op ontwerpteksten. Amendementen zijn dus nog steeds mogelijk waardoor de regeling zoals hier beschreven nog kan wijzigen. Deze bespreking geldt tevens onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
 
Gevolgen voor de werkgever
De nieuwe grensbedragen en tarieven voor de bijzondere bijdrage voor sociale zekerheid zullen merkbaar zijn in de loonberekening vanaf april 2022. U hoeft daarvoor zelf geen actie te ondernemen.
Bron:
Wetsontwerp van 25 februari 2022 houdende verlaging van lasten op arbeid, DOC 55 2522/001
De werkgever berekent het bedrag van de maandelijkse inhouding op het loon dat voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen in aanmerking komt.
 
De inhouding zelf gebeurt op het nettoloon, dus na aftrek van de werknemersbijdrage voor sociale zekerheid en van de bedrijfsvoorheffing.
 
De werkgever moet de bedragen die hij maandelijks inhoudt, per kwartaal aangeven en doorstorten aan de RSZ.
Principe
 
Het bedrag van de inhouding varieert naar gelang van:
  • het kwartaalloon dat men aangeeft bij de RSZ; en 
  • de gezinstoestand van de betrokken werknemer.
 
Werkwijze
 
Omdat we voor de bepaling van het bedrag van de bijdrage rekening moeten houden met de hoogte van het loon dat driemaandelijks aan de RSZ aangegeven wordt, kunnen we pas bij de laatste loonbetaling van het kwartaal het juiste bedrag vaststellen.

Daarom houden we voor de twee eerste maanden van elk kwartaal rekening met de maandgrenzen en gebeurt in de laatste maand van het kwartaal de kwartaalafrekening op basis van kwartaalgrenzen.
 
Bedrag van de inhouding
 
De hoogte van de inhouding ziet eruit als volgt:
 
Tabel éénverdiener: alleenstaande of één-inkomensgezin
 
Kwartaalloon (bruto)
Maandloon (bruto)
 
Maandelijkse inhouding per werknemer op het nettoloon
 
< 5.836,14 EUR
< 1.945,38 EUR
 
0 EUR
 
 
5.836,14 EUR - 6.570,54 EUR
 
1.945,38 EUR - 2.190,18 EUR
7,60 % op gedeelte maandloon boven 1.945,38 EUR
 
6.570,55 EUR - 18.116,46 EUR
 
2.190,19 EUR - 6.038,82 EUR
18,60 EUR + 1,1 % op gedeelte maandloon boven 2.190,18 EUR
 
> 18.116,46 EUR
 
> 6.038,82 EUR
 
60,94 EUR
 
Tabel tweeverdiener: twee-inkomensgezin
 
Kwartaalloon (bruto)
Maandloon (bruto)
 
Maandelijkse inhouding per werknemer op het nettoloon
 
< 3.285,29 EUR
< 1.095,10 EUR
 
0 EUR
 
 
3.285,29 EUR - 5.836,14 EUR
 
1.095,10 EUR - 1.945,38 EUR
9,30 EUR
5.836,14 EUR - 6.570,54 EUR
1.945,38 EUR - 2.190,18 EUR
 
7,60 % op gedeelte maandloon boven 1.945,38 EUR met een minimum van 9,30 EUR
 
6.570,55 EUR - 18.116,46 EUR
2.190,19 EUR - 6.038,82 EUR
 
 
18,60 EUR + 1,1 % op gedeelte maandloon boven 2.190,18 EUR met een maximum van 51,64 EUR
 
 
 
> 18.116,46 EUR
 
> 6.038,82 EUR
 
51,64 EUR
Vanaf 1 april 2022 wil men volgende grenzen en tarieven hanteren:
 
Tabel éénverdiener: alleenstaande of één-inkomensgezin
 
Kwartaalloon (bruto)
Maandloon (bruto)
 
Maandelijkse inhouding per werknemer op het nettoloon
 
< 5.836,14 EUR
< 1.945,38 EUR
 
0 EUR
 
 
5.836,14 EUR - 6.570,54 EUR
 
1.945,38 EUR - 2.190,18 EUR
4,22 % op gedeelte maandloon boven 1.945,38 EUR
 
6.570,55 EUR - 11.211,00 EUR
 
2.190,19 EUR - 3.737,00 EUR
10,33 EUR + 1,1 % op gedeelte maandloon boven 2.190,18 EUR
 
11.211,01 EUR - 12.300 EUR
 
3.737,01 EUR - 4.100 EUR
27,35 EUR + 3,38 % op gedeelte maandloon boven 3.737 EUR
 
12.300,01 EUR - 18.116,46 EUR
 
4.100,01 EUR - 6.038,82 EUR
39,61 EUR + 1,1 % op gedeelte maandloon boven 4.100 EUR
 
> 18.116,46 EUR
 
> 6.038,82 EUR
 
60,94 EUR
 
Tabel tweeverdiener: twee-inkomensgezin
 
Kwartaalloon (bruto)
Maandloon (bruto)
 
Maandelijkse inhouding per werknemer op het nettoloon
 
< 3.285,29 EUR
< 1.095,10 EUR
 
0 EUR
 
 
3.285,29 EUR - 5.836,14 EUR
 
1.095,10 EUR - 1.945,38 EUR
5,15 EUR
5.836,14 EUR - 6.570,54 EUR
1.945,38 EUR - 2.190,18 EUR
 
5,9 % op gedeelte maandloon boven 1.945,38 EUR
met minimum van 5,15 EUR
 
> 6.570,54 EUR
> 2.190,18 EUR
 
14,44 EUR + 1,1 % op gedeelte maandloon boven 2.190,18 EUR met een maximum van:
  • 51,64 EUR (echtgenoot met beroepsinkomsten)
  • 60,94 EUR (echtgenoot zonder beroepsinkomsten)
 
 
SITUATIE 1 :  bediende - ongehuwd - geen personen ten laste
 
Brutomaandloon
Netto maandloon
 
2021
jan - maart 2022
april 2022*
2.800 EUR
1.903,57 EUR
1.924,67 EUR
1.932,96 EUR
3.750 EUR
2.321,71 EUR
2.342,81 EUR
2,350,78 EUR
4.500 EUR
2.652,64 EUR
2.675,97 EUR
2.675,97 EUR
 
SITUATIE 2 :  bediende - gehuwd - echtgenote heeft eigen beroepsinkomen - 1 kind ten laste
 
Brutomaandloon
Netto maandloon
 
2021
jan - maart 2022
april 2022*
2.800 EUR
1.914,57 EUR
1.941,67 EUR
1.945,83 EUR
3.750 EUR
2.332,71 EUR
2.359,81 EUR
2.363,97 EUR
4.500 EUR
2.663,64 EUR
2.692,97 EUR
2.697,13 EUR
 
* Deze berekening houdt geen rekening met wijzigingen inzake de sociale werkbonus die mogelijk vanaf 1 april 2022 van toepassing zullen zijn.
De fiscus berekent het bedrag van de inhouding dat definitief verschuldigd is per gezin.
 
Het gezinsinkomen dat als basis dient voor de eindberekening, is het totale belastbare netto-inkomen, na aftrek van beroepskosten, toekenning aan meewerkend echtgenoot en onderhoudsgelden.
 
Het begrip 'gezin' is in dit kader te begrijpen als de personen die hun inkomsten op één enkel aangifteformulier moeten aangeven.
 
Netto belastbaar inkomen
 
Jaarlijkse (definitieve) bijdrage
 
< 18.592,02 EUR
 
0 EUR
 
18.592,02 EUR - 21.070,96 EUR
 
9 % op het gedeelte gezinsinkomen boven 18.592,01 EUR
 
21.070,97 EUR - 60.161,85 EUR
 
223,10 EUR + 1,3 % op gedeelte gezinsinkomen boven 21.070,96 EUR
 
> 60.161,85 EUR
731,28 EUR
 
Nieuw is dat de fiscus vanaf 2022 een onderscheid maakt tussen werknemers:
  • die alleen belast worden; en
  • op wie een gemeenschappelijke aanslag van toepassing is.
 
Dat geeft volgende opdeling:
 
Gezinsinkomen - werknemer wordt alleen belast
 
Netto belastbaar inkomen
 
Jaarlijkse (definitieve) bijdrage
 
< 18.592,02 EUR
 
0 EUR
 
18.592,02 EUR - 21.070,96 EUR
 
5 % op gedeelte gezinsinkomen boven 18.592,02 EUR
 
21.070,97 EUR - 37.344,00 EUR
 
123,95 EUR + 1,3 % op gedeelte gezinsinkomen boven 21.070,96 EUR
 
37.344,01 EUR - 40.977,26 EUR
 
335,50 EUR + 4,0090 % op gedeelte gezinsinkomen boven 37.344 EUR
 
40.977,27 EUR - 60.181,95 EUR
 
481,96 EUR + 1,2996 % op gedeelte gezinsinkomen boven 40.977,26 EUR
 
60.181,95 EUR
 
731,28 EUR
 
 
Gezinsinkomen - Gemeenschappelijke aanslag
 
Netto belastbaar inkomen
 
Jaarlijkse (definitieve) bijdrage
 
< 18.592,02 EUR
 
0 EUR
 
18.592,02 EUR - 21.070,96 EUR
 
5 % op gedeelte gezinsinkomen boven 18.592,02 EUR
 
21.070,97 EUR - 60.181,95 EUR
 
123,95 EUR + 1,3 % op gedeelte gezinsinkomen boven 21.070,96 EUR
 
60.181,96 EUR -74.688,00 EUR
 
632,39 EUR
 
74.688,01 EUR -81.944,00 EUR
 
632,39 EUR + 1,3629 % op gedeelte gezinsinkomen boven 74.688,00 EUR
 
> 81.944 EUR
 
731,28 EUR
De regering beoogt de volledige afschaffing van de bijzondere bijdrage voor sociale zekerheid (BBSZ). Dit zal echter geleidelijk gebeuren.
 
In een eerste fase zal men de BBSZ verlagen voor de lage en middeninkomens.
 
De memorie van toelichting legt als volgt uit wat dit precies betekent.
 
Werknemer wordt alleen belast
 
Voor wie een gezinsinkomen heeft dat begrepen is in de schijf:
  • van 18.592,02 EUR tot 21.070,96 EUR
    De BBSZ verlaagt met iets minder dan 45 %.
  • van 21.070,96 EUR tot 37.344 EUR, 
    De BBSZ bedraagt +/- 99 EUR minder op jaarbasis.
  • 37.344 EUR tot 40.997,26 EUR
    Geleidelijke afbouw van de verlaging van de BBSZ
Voor wie een gezinsinkomen heeft dat meer bedraagt dan 40.997,26 EUR, blijft de BBSZ ongewijzigd.
 
Het maximumbedrag van 731,28 EUR wordt bereikt bij een gezinsinkomen van meer dan 60.181,95 EUR.
 
Gemeenschappelijke aanslag
 
Voor wie een gezinsinkomen heeft dat begrepen is in de schijf:
  • van 21.070,96 EUR tot 60.181,95 EUR
    De BBSZ verlaagt met iets meer dan 99 EUR op jaarbasis.
  • van 60.181,95 EUR tot 74.688 EUR (= 2 maal het netto belastbaar inkomen op jaarbasis van een voltijds werkende met een mediaan loon)
    De BBSZ verlaagt met +/-  99 EUR op jaarbasis.
  • van 74.688,01 EUR tot 81.944 EUR (= 2 maal het netto belastbaar inkomen op jaarbasis van een voltijds werkende met een gemiddeld loon)
    Geleidelijke afbouw van de verlaging van de BBSZ.
 
De maximumbijdrage blijft behouden op 731,28 EUR. Men bereikt dit bij een gezinsinkomen van 81.994 EUR.

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.