Tewerkstellingsbreuk op 31/12/2013

Tewerkstellingsbreuk op 31/12/2013

Deze rubriek is enkel van belang voor bedienden met een arbeidsovereenkomst aangevangen vóór 01.01.2014. Voor deze bedienden bestaat de opzeggingstermijn uit 2 delen: rugzak (deel I) + termijn opgebouwd vanaf 01.01.2014 (deel II).

Om de rugzak te berekenen is het nodig om de hoogte van (fictief voltijds) jaarloon van de bediende te kennen op 31.12.2013. De rugzak wordt op een andere manier samengesteld naargelang het jaarloon al dan niet hoger is dan 32.254 euro.

Om te oordelen of een deeltijdse bediende op 31.12.013 een jaarloon had al dan niet hoger dan 32.254 euro, moet het deeltijds loon omgezet worden in een ‘ficfief voltijds loon’. Om het deeltijds loon om te zetten naar een fictief voltijds loon, maken we gebruik van de prestatiebreuk van de deeltijdse bediende. De samenstelling van het deeltijds jaarloon gebeurt aan de hand van de rubriek jaarloon ‘op 31.12.2013’. De bewerking vindt steun in het arrest van het Grondwettelijk Hof van 20 april 1999 (B.S. 11.08.1999)

Vul daarom de prestatiebreuk van de deeltijdse bediende in, zoals van toepassing op 31.12.2013. Was de bediende op 31.12.2013 voltijds tewerkgesteld, dan mag de breuk niet ingevuld worden. In de teller vult u het deeltijds regime van de betrokken bediende in. In de noemer vult u het regime van een vergelijkbare voltijdse bediende in de onderneming in

Voorbeeld:

22 u/week (deeltijds regime)
38 u/week (voltijds regime)

Voorbeeld

  • het voltijds regime in de onderneming = 38 u/week
  • het deeltijds regime van de bediende = 22 u/week
  • het werkelijke jaarloon van de deeltijdse bediende = 18.600 euro
  • het fictief voltijds loon van de bediende = 18.600 euro x 38/22 = 32.127,27 euro

Opgelet!
Het bedrag van het voordeel firmawagen is niet onderworpen aan de prestatiebreuk

Opgelet!
De rubriek moet ingevuld worden voor alle deeltijdse bedienden op 31.12.2013. Dus ook voor zij die deeltijds tewerkgesteld zijn in het kader van de themaverloven (palliatieve verzorging, medische bijstand en ouderschapsverlof) en tijdskrediet (niet-gemotiveerd tijdskrediet en gemotiveerd tijdskrediet, zijnde palliatieve verzorging, medische verzorging en ouderschapsverlof en landingsbanen).