Wanneer een werkgever een bedrijfswagen voor persoonlijk gebruik ter beschikking stelt van zijn werknemer of bedrijfsleider, ontstaat er een belastbaar voordeel van alle aard (VAA) in hoofde van de verkrijger.
In principe zijn voordelen van alle aard belastbaar voor hun werkelijke waarde bij de verkrijger. Voor bepaalde soorten wordt de waarde echter forfaitair bepaald. Dit is onder meer het geval voor de terbeschikkingstelling van bepaalde types van bedrijfswagens.
Bepaalde plug-in hybride bedrijfswagens die vanaf 2018 deel uitmaken van het wagenpark, worden vanaf 1 januari 2020 duurder voor werknemer en werkgever. Dit geldt voor plug-in hybrides met een CO2-uitstoot van meer dan 50 gr/km of waarvan de elektrische batterij een energiecapaciteit heeft van minder dan 0,5 kWh per 100 kg van het wagengewicht. Voor de berekening van het voordeel van alle aard, moet je de CO2-uitstoot vervangen door de CO2-uitstoot van het overeenstemmend voertuig op fossiele brandstof. De autofabrikant of -invoerder levert dit aan. Bij gebrek daaraan, vermenigvuldig je de CO2-uitstoot van de plug-in hybride met de factor 2,5.