Een CAO van de Nationale Arbeidsraad (NAR) regelt de werkgeverstussenkomst in de prijs voor het woon-werkvervoer.
De NAR voorziet volgende wijzigingen:
- een verhoging van de werkgeverstussenkomst voor woon-werkverplaatsingen met de trein en ander openbaar vervoer, vanaf 1 juni 2024;
- een tussenkomst in de flex abonnementen.
Situering
De federale regering bereikte eind januari 2024 een akkoord over een pakket mobiliteitsmaatregelen.
Aanleiding voor dit akkoord waren de bedrijfswagens op fossiele brandstof, die een pak duurder dreigden te worden voor de werknemers. Een ingreep in de berekeningswijze van de CO2-referentie-uitstoot moest een oplossing bieden.
Daarnaast bereikte men ook een akkoord over extra ondersteunende maatregelen voor wie met de fiets of trein naar het werk komt.
Voor deze laatste categorie maakten de sociale partners binnen de NAR afspraken en legden deze vast in de nieuwe cao.
Wijzigingen werkgeverstussenkomst woon-werkverkeer
Trein en ander openbaar vervoer - verhoging werkgeverstussenkomst
De tabel werkgeverstussenkomst in de prijs treinkaart bleef ongewijzigd sinds 1 juli 2019.
Vanaf 1 juni 2024 volgt een verhoging van die tabel, meer bepaald tot 71,8 % van de prijs treinkaarten geldig sinds 1 februari 2024.
Deze verhoging is van toepassing op de tussenkomst van de werkgever in de trein en het ander openbaar vervoer.
Voor het ander openbaar vervoer dan de trein (tram, metro, bus en waterbus), maken we een onderscheid tussen:
- de prijs in verhouding tot de afstand
De bijdrage is gelijk aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart, met als maximum 75% van de werkelijke vervoerprijs; - de eenheidsprijs
De bijdrage is gelijk aan 71,8% van de prijs, die de werknemer effectief betaalt, met als maximum de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart voor een afstand van 7 km.
Voor de periode van 1 januari 2025 tot 31 december 2029 zal een jaarlijkse aanpassing op 1 februari volgen. De verhoging zal jaarlijks maximum 2,5 % bedragen. Er zal hierbij rekening gehouden worden met de tariefaanpassingen van de NMBS.
Sectorale cao's die een minstens evenwaardig voordeel toekennen in de kosten van het gemeenschappelijk openbaar vervoer, vallen niet onder deze aanpassing.
We denken hier bijvoorbeeld aan PC 200, die een tussenkomst voorzien voor de trein van 80 % van de prijs treinkaart.
Heel wat sectoren voorzien afwijkende bepalingen. Het is dus van belang de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst te raadplegen.
Trein - werkgeverstussenkomst flex abonnement
Door de toename van het telewerk ontwikkelde de NMBS een nieuwe formule: 'Flex abonnement'.
Dit abonnement is interessant voor werknemers die zich 2 of 3 dagen per week verplaatsen naar het werk.
Hier voorziet de CAO nu ook een tussenkomst op basis van de verschillende formules: 6, 10, 80 of 120 reisdagen.
Keuze werknemer
De werknemer moet het vervoerbewijs kiezen dat het meest aangepast is aan zijn werkregeling en het aantal woon-werkverplaatsingen die hij moet doen.
Privé-vervoer
De NAR CAO regelt de tussenkomst in het privé-vervoer niet.
Ze voorziet enkel dat er geen wijziging is voor de cao's die voor het privé-vervoer verwijzen naar:
- ofwel de tabel van gemiddeld 60 % (overgangsregeling);
- ofwel de tabel van de werkgeversbijdrage treinkaart zoals die van toepassing was vóór 1 juli 2019.
Het gaat om een beperkt aantal sectoren die nog verwijzen naar deze oude tabellen.
Op sectoraal en ondernemingsvlak kunnen collectieve arbeidsovereenkomsten voor het privé-vervoer ook verwijzen naar de werkgeversbijdrage in de treinkaart. De vraag is of die tussenkomst zal wijzigen vanaf 1 juni 2024.
Naar verluidt zou er nog een aparte NAR CAO volgen die deze problematiek regelt. We houden jullie uiteraard verder op de hoogte.
Belastingkrediet
De verhoging van de werkgeverstussenkomst voor woon-werkverkeer per trein en ander openbaar vervoer, betekent een extra kost voor de betrokken werkgevers.
Ter compensatie zou de federale overheid een belastingkrediet invoeren voor ondernemingen die boven het forfaitair bedrag van 71,8% willen gaan.
Het belastingkrediet zit vervat in aparte ontwerpwetgeving. We komen hier in een aparte nieuwsbrief verder op terug.