Vanaf 1 april 2024 kunnen een aantal Vlaamse publieke werkgevers gebruik maken van flexi-jobtewerkstelling (opt-in). Daarnaast zijn een aantal sectoren gehele of gedeeltelijk uitgesloten van flexi-jobtewerkstelling vanaf deze datum.
1. Opt-in Vlaamse (publieke) sector
Vanaf 1 april 2024 kunnen volgende werkgevers in de Vlaamse (publieke) sector flexi-jobwerknemers tewerkstellen:
werkgevers die onder het paritair comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector (PC 331) vallen met als hoofdactiviteit kinderopvang (NACE 88.91), of publieke werkgevers die als hoofdactiviteit kinderopvang hebben (NACE 88.91).
Deze werkgevers moeten gevestigd zijn in het Vlaams Gewest of afhangen van de Vlaamse Gemeenschap in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Bovendien mag het jaarlijks toegelaten totaal arbeidsvolume aan flexi-jobtewerkstelling bij de werkgever maximaal 20 procent bedragen van het totaal arbeidsvolume van alle werknemers gepresteerd bij die werkgever. Deze laatste voorwaarde treedt pas in werking op 1 juli 2024;
- het Departement Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschap voor wat betreft:
- het officieel onderwijs ingericht of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap waarvan de
hoofdactiviteit beantwoordt aan de omschrijving van één van de NACE-codes 85.101, 85.102, 85.103, 85.105, 85.201, 85.202, 85.203, 85.205, 85.311, 85.312, 85.313, 85.321, 85.322, 85.323, 85.325, 85.410, 85.421, 85.591, 85.601 en 85.609, voor zover het bij deze laatste code gaat om centrale, ondersteunende diensten van een onderwijsnet, -koepel of scholengroep; - het door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerd vrij onderwijs, voor zover het om functies gaat waarvoor gewoonlijk gesubsidieerd personeel, dat niet onder de CAO-wet valt, wordt ingezet. De hoofdactiviteit van de gesubsidieerde inrichting moet beantwoorden aan de omschrijving van één van de NACE-codes 85.104, 85.106, 85.204, 85.206, 85.314, 85.324, 85.326, 85.410, 85.422, 85.591, 85.601, 85.609, voor zover het bij deze laatste code gaat om centrale, ondersteunende diensten van een onderwijsnet, -koepel of scholengroep;
- het officieel onderwijs ingericht of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap waarvan de
de werkgevers uit de sport- en cultuursector, op voorwaarde dat ze onder de publieke sector vallen en hun hoofdactiviteit beantwoordt aan de omschrijving van één van de NACE-codes 93.1 of 90.
Deze werkgevers moeten gevestigd zijn in het Vlaams Gewest of afhangen van de Vlaamse Gemeenschap in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
2. Opt-out 3 sectoren
Vanaf 1 april 2024 kunnen werkgevers die onder één van de volgende paritaire comités vallen niet langer flexi-jobwerknemers tewerkstellen:
- het paritair comité voor de landbouw (PC 144.00) (gehele opt-out).
het paritair comité voor het tuinbouwbedrijf (PC 145.00) met uitzondering van werknemers en werkgevers van het tuinbouwbedrijf waarvan de activiteit bestaat uit (gedeeltelijke opt-out):
- het aanleggen en/of onderhouden van parken, tuinen, sportterreinen, recreatieterreinen, groene zones, begraafplaatsen, met inbegrip van begraafplaatsen van vreemde militairen in België;
- het aanleggen en/of onderhouden in eigen beheer van parken, tuinen, sportterreinen, recreatieterreinen of groene zones, wanneer de werklieden van de onderneming hoofdzakelijk
aan deze activiteiten zijn tewerkgesteld;
Deze werkgevers kunnen nog wel gebruik maken van flexi-jobtewerkstelling.
- het paritair comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden (PC 323) voor wat de dienstboden en hun werkgevers betreft (gedeeltelijk opt-out).
Wat betekent dit voor de werkgever?
Opt-out
Werkgevers die onder één van volgende paritaire comités vallen kunnen vanaf 1 april 2024 niet langer volledig of gedeeltelijk gebruik maken van flexi-jobtewerkstelling:
- het paritair comité voor de landbouw (PC 144.00) (gehele opt-out).
- het paritair comité voor het tuinbouwbedrijf (PC 145.00) met uitzondering van werknemers en werkgevers van het tuinbouwbedrijf waarvan de activiteit bestaat uit (gedeeltelijke opt-out):
- het aanleggen en/of onderhouden van parken, tuinen, sportterreinen, recreatieterreinen, groene zones, begraafplaatsen, met inbegrip van begraafplaatsen van vreemde militairen in België;
- het aanleggen en/of onderhouden in eigen beheer van parken, tuinen, sportterreinen, recreatieterreinen of groene zones, wanneer de werklieden van de onderneming hoofdzakelijk
aan deze activiteiten zijn tewerkgesteld;
- het paritair comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden (PC 323) voor wat de dienstboden en hun werkgevers betreft (gedeeltelijk opt-out).
Opt-in
Vanaf 1 april 2024 kunnen werkgevers die onder het paritair comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector (PC 331) vallen met als hoofdactiviteit kinderopvang (NACE 88.91) flexi-jobwerknemers tewerkstellen.
1. Historiek
Sinds 1 januari 2024 kunnen meer sectoren flexi-jobwerknemers tewerkstellen. De nieuwe sectoren waar flexi-jobs mogelijk zijn, kunnen echter een gehele of gedeeltelijke uitsluiting van flexi-jobtewerkstelling vragen (opt-out). In sectoren waar nog geen flexi-jobs mogelijk zijn, kunnen de sociale partners overeenkomen om flexi-jobtewerkstelling geheel of gedeeltelijk toe te laten (opt-in).
Bovendien voorziet de wetgeving expliciet de mogelijkheid om voor volgende werkgevers een opt-in of opt-out te vragen:
- werknemers en werkgevers die ressorteren onder het paritair comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector (PC 331) met als hoofdactiviteit kinderopvang (NACE 88.91), of publieke werkgevers met als hoofdactiviteit kinderopvang (NACE 88.91);
- het officieel onderwijs en het gesubsidieerd personeel van het door de gemeenschap gesubsidieerd vrij onderwijs;
- de werknemers en de werkgevers uit de sport- en cultuursector, op voorwaarde dat ze onder de publieke sector vallen en hun hoofdactiviteit beantwoordt aan de omschrijving van één van de NACE-codes onder categorie 93.1 of 90.
In principe moet de vraag tot opt-in of opt-out ten laatste op 30 september aan de RSZ worden bezorgd. De opt-in of opt-out treedt dan bij koninklijk besluit in werking op 1 januari van het daaropvolgende jaar. Voor het jaar 2024 kan een sector een opt-in of opt-out echter op kwartaalbasis vragen.
Ten slotte herhalen we voor de volledigheid de voorwaarden waaraan een flexi-jobwerknemer moet voldoen.
2. Opt-in Vlaamse (publieke) sector
Vanaf 1 april 2024 kunnen volgende werkgevers in de Vlaamse (publieke) sector flexi-jobwerknemers tewerkstellen:
werkgevers die onder het paritair comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector (PC 331) vallen met als hoofdactiviteit kinderopvang (NACE 88.91), of publieke werkgevers die als hoofdactiviteit kinderopvang hebben (NACE 88.91).
Deze werkgevers moeten gevestigd zijn in het Vlaams Gewest of afhangen van de Vlaamse Gemeenschap in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Bovendien mag het jaarlijks toegelaten totaal arbeidsvolume aan flexi-jobtewerkstelling bij de werkgever maximaal 20 procent bedragen van het totaal arbeidsvolume van alle werknemers gepresteerd bij die werkgever. Deze laatste voorwaarde treedt pas in werking op 1 juli 2024;
- het Departement Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschap voor wat betreft:
- het officieel onderwijs ingericht of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap waarvan de
hoofdactiviteit beantwoordt aan de omschrijving van één van de NACE-codes 85.101, 85.102, 85.103, 85.105, 85.201, 85.202, 85.203, 85.205, 85.311, 85.312, 85.313, 85.321, 85.322, 85.323, 85.325, 85.410, 85.421, 85.591, 85.601 en 85.609, voor zover het bij deze laatste code gaat om centrale, ondersteunende diensten van een onderwijsnet, -koepel of scholengroep; - het door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerd vrij onderwijs, voor zover het om functies gaat waarvoor gewoonlijk gesubsidieerd personeel, dat niet onder de CAO-wet valt, wordt ingezet. De hoofdactiviteit van de gesubsidieerde inrichting moet beantwoorden aan de omschrijving van één van de NACE-codes 85.104, 85.106, 85.204, 85.206, 85.314, 85.324, 85.326, 85.410, 85.422, 85.591, 85.601, 85.609, voor zover het bij deze laatste code gaat om centrale, ondersteunende diensten van een onderwijsnet, -koepel of scholengroep;
- het officieel onderwijs ingericht of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap waarvan de
de werkgevers uit de sport- en cultuursector, op voorwaarde dat ze onder de publieke sector vallen en hun hoofdactiviteit beantwoordt aan de omschrijving van één van de NACE-codes 93.1 of 90.
Deze werkgevers moeten gevestigd zijn in het Vlaams Gewest of afhangen van de Vlaamse Gemeenschap in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
3. Opt-out 3 sectoren
Vanaf 1 april 2024 kunnen werkgevers die onder één van de volgende paritaire comités vallen niet langer flexi-jobwerknemers tewerkstellen:
- het paritair comité voor de landbouw (PC 144.00). Het gaat hier om een gehele uitsluiting.
het paritair comité voor het tuinbouwbedrijf (PC 145.00) met uitzondering van werknemers en werkgevers van het tuinbouwbedrijf waarvan de activiteit bestaat uit:
- het aanleggen en/of onderhouden van parken, tuinen, sportterreinen, recreatieterreinen, groene zones, begraafplaatsen, met inbegrip van begraafplaatsen van vreemde militairen in België;
- het aanleggen en/of onderhouden in eigen beheer van parken, tuinen, sportterreinen, recreatieterreinen of groene zones, wanneer de werklieden van de onderneming hoofdzakelijk
aan deze activiteiten zijn tewerkgesteld;
Deze werkgevers kunnen nog wel gebruik maken van flexi-jobtewerkstelling.
PC 145.00 heeft een gedeeltelijke opt-out gevraagd.
- het paritair comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden (PC 323) voor wat de dienstboden en hun werkgevers betreft. Ook hier gaat het om een gedeeltelijk uitsluiting.
4. Voorwaarden flexi-jobwerknemer
Een flexi-job is enkel mogelijk als de werknemer reeds bij één of meerdere andere werkgevers aan de slag is. Hij moet minstens 4/5 van een voltijdse referentiepersoon van de sector waarin de 4/5 tewerkstelling wordt gepresteerd, werken in het referentiekwartaal T-3 (het derde kwartaal voorafgaand aan het kwartaal waarin de tewerkstelling met een flexi-job plaatsvindt).
Deze voorwaarde geldt niet voor gepensioneerden. Wie gepensioneerd is in het 2de kwartaal voorafgaand aan het kwartaal van tewerkstelling (T-2), kan ook werken in een flexi-job.
In het kwartaal van uitvoering (T) van de flexi-job gelden volgende voorwaarden:
- de werknemer mag niet voorafgaandelijk, noch bijkomend tewerkgesteld zijn onder een andere arbeidsovereenkomst of statutaire aanstelling bij de werkgever bij wie hij de flexi-job uitoefent;
- de flexi-job mag niet samenvallen met een periode gedekt door een verbrekingsvergoeding of een ontslagcompensatievergoeding ten laste van de werkgever bij wie de flexi-job wordt uitgeoefend;
- de werknemer met een flexi-job mag zich ook niet bevinden in een opzeggingstermijn;
- de werknemer mag niet met een arbeidsovereenkomst bij de gebruiker tewerkgesteld zijn, aan wie hij door een uitzendkantoor ter beschikking wordt gesteld;
- de werknemer mag niet tewerkgesteld zijn bij een onderneming die verbonden is, zoals gedefinieerd in artikel 1.20 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, , aan de onderneming waarbij men een arbeidsovereenkomst heeft voor een tewerkstelling van minimaal 4/5e van een voltijdse job van een referentiepersoon van de sector.
- de vennootschappen waarover zij een controlebevoegdheid uitoefent;
- de vennootschappen die een controlebevoegdheid over haar uitoefenen;
- de vennootschappen waarmee zij een consortium vormt;
- de andere vennootschappen die, bij weten van haar bestuursorgaan, onder de controle staan van de vennootschappen bedoeld in voormelde punten.
Personen die hun arbeidsvolume verlagen door van 100% in T-4 naar 80% in T-3 over te gaan, mogen gedurende de 2 kwartalen T en T+1 geen flexi-job uitoefenen.