ella
Sinds 1 september 2016 bestaat duaal leren in Vlaanderen. Bij duaal leren verwerft een leerling vaardigheden in een school, centrum voor deeltijds onderwijs of Syntra-lesplaats én op de werkvloer. Dat heeft een aantal voordelen:
- de jongere ontwikkelt vaardigheden die op de arbeidsmarkt goed van pas komen: gepast communiceren, feedback vragen, met deadlines werken, …;
- hij of zij leert op school én op de werkplek, en doet dus werkervaring op;
- na de studies vindt de jongere makkelijker een job.
Al jarenlang bestaan er financiële stimulansen voor bedrijven en jongeren die in dergelijke opleidingssystemen willen stappen. De werkgever krijgt een stagebonus indien hij een leerling aan boord neemt. De jongere krijgt een startbonus indien hij zijn opleidingsjaar met vrucht beëindigt.
De regeling van de start- en de stagebonus wordt nu aangepast aan het nieuwe landschap van duaal leren. Er komt een eenvoudiger aanvraagprocedure. Op 13 juli 2018 keurde de Vlaamse Regering het besluit daartoe definitief goed.
De bedragen voor start- en stagebonus blijven ongewijzigd:
- 500 EUR voor de twee eerste opleidingsjaren;
- 750 EUR voor het derde opleidingsjaar.
Het nieuwe besluit treedt in werking op 1 september 2018. Alle nuttige informatie, en binnenkort eveneens de aanvraagformulieren voor de start- of stagebonus, vindt u op www.werk.be/online-diensten/start-en-stagebonus.
Intro
Door de Zesde staatshervorming werden de Gewesten bevoegd voor de start- en stagebonus. Sinds 1 september 2015 nam in Vlaanderen het departement Werk en Sociale Economie (WSE) deze maatregel effectief over van de federale RVA.
De startbonus richt zich tot jongeren die in het kader van een alternerende opleiding een praktijkopleiding volgen bij een werkgever. Voor werkgevers die deze jongeren een leerwerkplek aanbieden, is een stagebonus voorzien.
Het doel van de start- en stagebonus is:
- jongeren stimuleren om een theoretische opleiding op school te combineren met werken in een echte organisatie en om deze opleiding af te maken;
- werkgevers stimuleren om jongeren een leerwerkplek te geven.
Hiervoor kunnen de jongere en de werkgever een start- of stagebonus krijgen. De bonus bedraagt telkens 500 EUR voor het eerste opleidingsjaar, 500 EUR voor het tweede opleidingsjaar en 750 EUR voor het derde opleidingsjaar.
Sinds Vlaanderen de maatregel van de federale overheid overnam, is het landschap voor alternerende opleiding grondig gewijzigd.
Het nieuwe besluit heeft twee doelstellingen:
- de aanvraagprocedure voor de bonussen vereenvoudigen : één stap in plaats van twee (de 'initiële aanvraag' valt weg);
- het systeem van de bonussen beter afstemmen op het nieuwe duaal leren.
Juridische inhoud
1. Voor welke overeenkomsten?
Jongeren en bedrijven komen in aanmerking voor de bonussen indien ze één van de volgende overeenkomsten sluiten:
een stageovereenkomst alternerende opleiding;
een overeenkomst alternerende opleiding;
een deeltijdse arbeidsovereenkomst (maar alleen in uitzonderingsgevallen, bijvoorbeeld in de non-profitsector).
2. Startbonus
2.1. Voor welke jongere?
Een jongere komt in aanmerking voor de startbonus indien hij aan volgende voorwaarden voldoet:
- hoofdverblijfplaats in het Vlaamse Gewest;
- praktische opleiding van minstens 3 maanden op de werkvloer bij een werkgever tijdens het schooljaar waarvoor de bonus wordt aangevraagd;
- schooljaar met vrucht beëindigd.
Bij de eerste toekenning van de bonus moet de jongere jonger dan 18 jaar zijn op 1 september van het schooljaar waarvoor de bonus wordt aangevraagd (tenzij een onderneming al een stagebonus heeft gekregen voor die jongere).
2.2. Eén keer per schooljaar
2.3. Bedrag
De bedragen van de startbonus blijven ongewijzigd:
- 500 EUR bij de eerste en de tweede toekenning;
- 750 EUR bij de derde toekenning.
3. Stagebonus
3.1. Voor welke onderneming?
De onderneming kan de stagebonus verkrijgen indien:
de werkplek van de jongere in het Vlaamse Gewest ligt;
de jongere een praktische opleiding van minstens 3 maanden op de werkvloer bij de onderneming volgt tijdens het schooljaar waarvoor de bonus wordt aangevraagd.
Bij de eerste toekenning van de stagebonus moet de jongere in principe jonger dan 18 jaar zijn op 1 september van het schooljaar waarvoor de bonus wordt aangevraagd (tenzij een andere onderneming al een stagebonus heeft gekregen voor die jongere, of de jongere al een startbonus heeft gekregen).
3.2. Eén keer per schooljaar
3.3. Bedrag
Ook hier blijven de bedragen van de stagebonus ongewijzigd:
500 EUR bij de eerste en de tweede toekenning:
750 EUR bij de derde toekenning.
4. Aanvraagprocedure
Zowel de jongere als de onderneming vragen hun bonus aan bij het Departement WSE.
Voor de jongere moet de aanvraag binnen 4 maanden na het einde van het schooljaar gebeuren. De onderneming vraagt haar stagebonus aan ten vroegste na 3 maanden praktische opleiding van de jongere op de werkvloer en binnen 4 maanden na het einde van het schooljaar.
De Vlaamse overheid moet nog bepalen:
welke gegevens en documenten bij de aanvragen moeten meegegeven worden; en
op welke manier de aanvragen zullen moeten gebeuren.
De Vlaamse overheid lijkt oren te hebben naar de vraag van de sociale partners om de aanvraag digitaal te laten lopen en geen gegevens meer op te vragen die de Vlaamse overheid al in haar bezit heeft.
In ieder geval zal de aanvraag voortaan niet meer in twee stappen moeten gebeuren: eerst een initiële aanvraag en dan de betaalaanvraag.
5. Overgangsregeling
6. Meer info
De Vlaamse overheid biedt alle informatie rond de start- en stagebonus op https://www.werk.be/online-diensten/start-en-stagebonus. Op deze website vindt u binnenkort ook de nodige formulieren voor de aanvraag van de hervormde start- of stagebonus (momenteel nog niet beschikbaar).
