ella
In het kader van de tweede stap in de taxshift stijgt het netto loon van de werknemers op 1 januari 2018. Bij het begin van de regeerperiode van Michel I heeft de regering zich voorgenomen maatregelen te treffen om het netto inkomen voor de werknemers te verhogen en zo hun koopkracht te laten stijgen. De verhoging wordt gerealiseerd door een mix van maatregelen. Een eerste bescheiden stijging van de netto lonen in dit kader ontvingen we reeds in 2016.
Vanaf 1 januari 2018 wordt een volgende stap gezet door volgende maatregelen:
- de forfaitaire beroepskosten voor werknemers bedragen uniform 30% met een maximum van 2.950 EUR (niet-geïndexeerd);
- het belastingtarief 30% verdwijnt en de schijf van het belastingtarief 40% verbreedt;
- de inkomensgrens om de verhoogde belastingvrije som te genieten, verhoogt waardoor meer personen recht hebben op een verhoogde belastingvrije som.
De fiscale administratie gaf de sleutelformule vrij zodat wij de stijging van het netto loon kunnen berekenen.
| bruto maandloon | netto maand loon 2017 | netto maandloon 2018 | netto stijging | |
| 2.000 | 1.522,51 | 1.567,78 | +45,27 | +2,9734% |
| 2.500 | 1.649,87 | 1.695,68 | +45,81 | +2,7766% |
| 3.000 | 1.873,47 | 1.919,67 | +46,20 | +2,4660% |
| 3.500 | 2.097,95 | 2.139,37 | +41,42 | 1,9743% |
| 4.000 | 2.317,65 | 2.359,06 | +41,41 | +1,7867% |
| 4.500 | 2.521,12 | 2.567,97 | +46,85 | +1,8583% |
| 5.000 | 2.717,54 | 2.757,39 | +39,85 | +1,4664% |
Deze berekening geldt voor een gehuwde werknemer zonder personen ten laste waarvan de partner eigen beroepsinkomsten heeft. In de berekening werd ook rekening gehouden met de jaarlijkse indexatie van de tarieven.
De stijging zal zowel voelbaar zijn voor werknemers met een laag als een hoog loon.
Juridische inhoud
1. Toelichting maatregel taxshift 2018
1.1 Verhoging forfaitaire beroepskosten werknemers
Elke werknemer heeft recht op een forfaitaire beroepskostenaftrek, tenzij hij verkiest om zijn werkelijke beroepskosten te bewijzen. Dit forfait wordt automatisch berekend op het moment van de berekening van de definitieve personenbelasting of belasting der niet-inwoners. Het exacte bedrag is terug te vinden op het aanslagbiljet.
Deze tarieven gelden zowel voor de privé als publieke sector.
OVERZICHT
Huidig inkomstenjaar:
| Inkomstenjaar 2017 - aanslagjaar 2018 | |
| Percentage | Belastbare jaarbasis - schijf NIET - GEÏNDEXEERD |
| 30% | van 0 EUR tot 5.505 EUR |
| 11% | van 5.505 EUR tot 13.000 EUR |
| 3% | boven 13.000 EUR |
| Max. forfait 2.760 EUR | |
| Inkomstenjaar 2018 - aanslagjaar 2019 | |
| Percentage | Belastbare jaarbasis - schijf NIET - GEÏNDEXEERD |
| 30% | met een max. van 2.950 EUR |
Deze tarieven worden jaarlijks geïndexeerd.
1.2 Aanpassing belastingtarieven
De belastingtarieven zijn progressief of opklimmend, tenzij het inkomen onderworpen is aan een afzonderlijk tarief zoals de opzeggingsvergoeding of het vervroegd vakantiegeld. Het inkomen wordt aangerekend op de opeenvolgende inkomstenschijven, te beginnen met de laagste schijf.
Deze tarieven gelden voor alle belastingplichtigen (werknemers, bedrijfsleiders, …), zowel voor de privé als voor publieke sector.
De schijf van 30% verdwijnt. Het gedeelte of de schijf van het inkomen dat belast wordt aan 30%, wordt belast aan de schijf 25%.
Daarnaast verbreedt de schijf van 40%. Hierdoor wordt een groter stuk van het inkomen onderworpen aan een lager belastingtarief.
OVERZICHT
Huidig inkomstenjaar:
| Inkomstenjaar 2017 - aanslagjaar 2018 | |
| Percentage | Netto belastbaar inkomen *- schijf van NIET - GEÏNDEXEERD |
| 25% | van 0,01 EUR tot 7.070EUR |
| 30% | van 7.070EUR tot 8.120 EUR |
| 40% | van 8.120 EUR tot 13.530 EUR |
| 45% | van 13.530 EUR tot 24.800 EUR |
| 50% | boven 24.800 EUR |
* brutoloon na aftrek van RSZ bijdragen, forfaitaire of werkelijke beroepskosten en de aftrekbare besteding (onderhoudsuitkering)
Vanaf inkomstenjaar 2018 -aanslagjaar 2019:
| Inkomstenjaar 2018 - aanslagjaar 2019 | |
| Percentage | Netto belastbaar inkomen - schijf van NIET - GEÏNDEXEERD |
| 25% | van 0,01 EUR tot 8.120 EUR |
| 40% | van 8.120 EUR tot 13.940 EUR |
| 45% | van 13.940 EUR tot 24.800 EUR |
| 50% | boven 24.800 EUR |
Deze tarieven worden jaarlijks geïndexeerd.
1.3 Belastingvrije som
De belastingvrije som is een gedeelte van het belastbaar inkomen dat van belasting wordt vrijgesteld. Elke belastingplichtige heeft recht op een basis belastingvrije som. Gehuwden of wettelijk samenwonenden hebben dus elk recht op dit belastingvrij minimum. Daarnaast bestaan er nog bijkomende belastingvrije sommen voor personen ten laste (vb. kinderen). Deze laatste wijzigen niet.
Momenteel kennen we 2 basis belastingvrije sommen met een overgangsregeling tussen de 2 sommen: een algemene belastingvrije som (niet-geïndexeerd 4.095 EUR) en een verhoogde belastingvrije som voor lage en middeninkomens (niet-geïndexeerd 4.260 EUR) wanneer het belastbaar inkomen niet hoger is dan 15.220 EUR (niet-geïndexeerd). De beoordeling gebeurt per belastingplichtige voor gehuwden of wettelijk samenwonenden in functie van het netto belastbaar inkomen. Het is dus mogelijk dat één partner recht heeft op de verhoogde belastingvrije som en de andere partner slechts op de algemene (lagere) belastingvrije som.
Vanaf inkomstenjaar 2018 - aanslagjaar 2019 verhoogt de inkomstengrens van de verhoogde belastingvrije som van 15.220 EUR tot 25.220 EUR (beiden niet-geïndexeerd). Door deze substantiële verhoging zullen meer belastingplichtigen recht hebben op de verhoogde belastingvrije som.
2. Veel gestelde vragen
2.1 Genieten bedrijfsleiders dezelfde voordelen?
De wijziging van de belastingtarieven en belastingvrije som geldt eveneens voor bedrijfsleiders, maar het forfait beroepskosten bedrijfsleiders wijzigt niet. Als compensatie verlaagt het percentage van de sociale bijdrage (RSVZ).
2.2 Als men zijn werkelijke beroepskosten bewijst, verliest men een gedeelte van het voordeel van de taxshift?
Klopt.
Eén van de maatregelen in het kader van de taxshift is de verhoging van het forfait beroepskosten voor werknemers. De werknemer die opteert om zijn werkelijke beroepskosten te bewijzen in zijn aangifte in de personenbelasting geniet dan ook niet van deze verhoging. Bewijst men zijn werkelijke beroepskosten in zijn aangifte en is dit bedrag lager dan het forfait, dan zal de fiscus toch automatisch het forfait toepassen.
Let op! In de bedrijfsvoorheffing wordt nooit rekening gehouden met de werkelijke beroepskosten. In de schalen van de bedrijfsvoorheffing past men steeds de forfaitaire beroepskosten toe.
2.3 Gelden deze voordelen ook voor niet-inwoners?
De wijziging in de belastingtarieven en forfaitaire beroepskosten gelden ook voor alle niet-inwoners zonder onderscheid. De wijziging in de belastingvrije som geldt in de bedrijfsvoorheffing enkel voor de niet-inwoners die voldoen aan de ‘75%-regel’.
2.4 Is dit de laatste stap in de fiscale taxshift?
Nee, op 1 januari 2019 volgt het laatste luik van de koopkrachtverhogende maatregelen voor werknemers in het kader van de taxshift. Volgende wijzigingen vinden plaats vanaf 1 januari 2019:
- het belastingkrediet werkbonus of fiscale werkbonus stijgt van 28,03% naar 33,14%. De werkbonus is een belastingvermindering voor werknemers met lage lonen die recht hebben op een sociale werkbonus (= vermindering persoonlijke RSZ-bijdragen).
- het onderscheid tussen de gewone en verhoogde basis belastingvrije som verdwijnt. Er zal slechts één hogere basis belastingvrije som gelden van niet-geïndexeerd 4.785 EUR.
- de schijf van 40% wordt nogmaals verbreedt. Hierdoor wordt opnieuw een groter stuk van het inkomen onderworpen aan een lager belastingtarief.
