De regering diende in de Kamer het wetsontwerp in voor een vrij aanvullend pensioen voor werknemers (VAPW). Daarmee wil ze de tweede pensioenpijler, het zogenaamd aanvullend bedrijfspensioen, uitbreiden en veralgemenen.
De bepalingen in het ontwerp stemmen volledig overeen met de gedetailleerde informatie die we al in ons nieuwsbericht van eind juli meedeelden. We herhalen hier enkel de hoofdlijnen. Het VAPW zal ten vroegste in maart of april 2019 van toepassing worden.
Individueel recht op aanvullend pensioen, gefinancierd met nettoloon
Met het VAPW krijgen sommige werknemers, die nu geen of slechts een lage tweede pensioenpijler hebben, toegang tot een aanvullend pensioen. Het wordt gefinancierd door inhoudingen op het nettoloon.
Het initiatief ligt bij de werknemer. Hij of zij kiest vrij de pensioeninstelling en het bedrag van de inhoudingen op het nettoloon. Weliswaar zijn de bijdragen beperkt tot 1.600 euro per jaar, of 3% van het brutojaarloon van het tweede voorafgaande jaar (afhankelijk van wat het hoogste is).
De pensioenrechten die de werknemer al opgebouwd heeft in de loop van dat tweede voorafgaande jaar, worden van het maximum afgetrokken. Op die manier blijft het VAPW beperkt tot werknemers met helemaal geen of met een laag aanvullend pensioen. De werknemer kan de opbouw van zijn pensioenreserves terugvinden op de website www.mypension.be.
De werkgever stort het bedrag van de inhoudingen in het pensioenplan. Daar houdt zijn verplichting op. Er is geen rendementsgarantie.
De bijdragen en de uitkering worden op dezelfde sociale en fiscale manier behandeld als bij werknemersbijdragen in een aanvullend bedrijfspensioen:
- geen 8,86% werkgeversbijdrage, wel 4,4% verzekeringstaks geïnd en doorgestort door de pensioeninstelling;
- belastingvermindering van 30% in hoofde van de werknemer, de bedrijfsvoorheffing zal hiermee reeds rekening houden;
- een dubbele sociale bijdrage voor de uitkering: 3,55% ZIV-bijdrage en 0 tot 2% solidariteitsbijdrage;
- belasting op het kapitaal aan 10% bij betaling op de normale pensioenleeftijd of bij overlijden.
Nog in ontwerp
Het wetsontwerp moet nog door het parlement goedgekeurd worden. Nadien volgt de publicatie in het Belgisch Staatsblad. De wet zal slechts in werking treden drie maanden na publicatie. We verwachten de inwerkingtreding ten vroegste in maart of april 2019.
Opgelet!
Wat betekent dit voor de werkgever?
Op vraag van de individuele werknemer zal de werkgever de bijdragen van het nettoloon moeten inhouden en doorstorten aan de pensioeninstelling. De werkgever draagt verder geen administratieve of financiële verplichtingen.
Aangezien de werknemer zelf de pensioeninstelling kiest, kan een werkgever wel geconfronteerd worden met meerdere pensioeninstellingen.
Wat betekent dit voor de publieke sector?
Het VAPW zal ook mogelijk zijn voor contractuelen in de publieke sector.