ella
Situering
In mei 2018 ging het systeem van de mobiliteitsvergoeding officieel van start. Hierdoor kunnen werknemers de bedrijfswagen die ze ook privé mogen gebruiken, inleveren in ruil voor een extra financiële vergoeding. Deze regeling is daarom ook gekend als 'cash for car'.
De mobiliteitsvergoeding wordt berekend op basis van de cataloguswaarde van de ingeleverde wagen en geniet een gunstige sociale en fiscale behandeling.
Daarnaast werkt de regering aan de invoering van een mobiliteitsbudget, dat vooral inzet op gecombineerde mobiliteit.
Sleutelen aan mobiliteitsvergoeding
Opdat beide mobiliteitsoplossingen volwaardige alternatieven kunnen zijn voor elkaar, sleutelt de regering nu aan het systeem van de mobiliteitsvergoeding.
Volgende wijzigingen staan op stapel.
Toepassingsgebied
Het systeem zal niet langer enkel toegankelijk zijn voor de werknemers die al gedurende een welbepaalde periode over een bedrijfswagen beschikten, maar ook voor werknemers die al voldoende lang voor een bedrijfswagen in aanmerking komen.
De bijzondere regels die gelden bij wijziging van werkgever, worden opgeheven. Het beschikken over een bedrijfswagen of het ervoor in aanmerking komen, wordt binnenkort uitsluitend beoordeeld bij de huidige werkgever.
Mobiliteitsvergoeding: van statisch naar dynamisch
Initieel was voorzien dat de mobiliteitsvergoeding een statisch gegeven zou zijn. De grootte wordt vastgelegd op het moment van inlevering van de wagen. Carrièrewendingen beïnvloeden het bedrag van de mobiliteitsvergoeding niet.
Ook daar komt binnenkort verandering in. Naar analogie met het mobiliteitsbudget, zal de mobiliteitsvergoeding kunnen stijgen of dalen bij een bevordering of functieverandering.
Antimisbruikbepaling: geen vervanging bestaand voordeel
De oorspronkelijke antimisbruikbepaling wordt minder strikt geformuleerd.
De toekenning van de mobiliteitsvergoeding mag niet gekoppeld zijn aan een gehele of gedeeltelijke omzetting van bestaande voordelen. Met uitzondering uiteraard van de bedrijfswagen enerzijds en eerder verkregen voordelen ter compensatie van het niet aanvaarden van een bedrijfswagen anderzijds.
Eigen bijdrage
Wanneer de werknemer een bijdrage betaalt aan de werkgever voor het gebruik van de wagen, wordt deze eigen bijdrage in mindering gebracht van de mobiliteitsvergoeding.
Men voorziet nu ook dat deze eigen bijdrage in mindering mag worden gebracht van het belastbaar voordeel verbonden aan de mobiliteitsvergoeding.
Vanaf wanneer?
Het in mindering brengen van de eigen bijdrage treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 1 januari 2018.
De ingrepen om de mobiliteitsvergoeding meer af te stemmen op het mobiliteitsbudget zullen op 1 januari 2019 in werking treden. Tegelijkertijd met de regeling rond het mobiliteitsbudget.
Juridische inhoud
1. Situering: mobiliteitsvergoeding in een notendop
2. Sleutelen aan cash for car
2.1. Toepassingsgebied
2.1.1. Huidige situatie: wie bedrijfswagen heeft
2.1.2. Toekomstige situatie: ook wie voor bedrijfswagen in aanmerking komt
2.1.3. Huidige werkgever
2.2. Mobiliteitsvergoeding: van statisch naar dynamisch
2.3. Fictieve cataloguswaarde
2.4. Geen vervanging bestaand voordeel
2.4.1. Huidige situatie: geen salary sacrifice
2.4.2. Versoepeling: geen vervanging bestaand voordeel
2.4.3. Geen combinatie mobiliteitsvergoeding en -budget
3. Eigen bijdrage
4. Verduidelijkingen
5. In de marge: individuele overeenkomst
De werknemer die in het systeem van de mobiliteitsvergoeding wil instappen, dient een formele aanvraag in bij de werkgever. Deze aanvraag vormt, samen met de positieve beslissing van de werkgever, een overeenkomst die deel uitmaakt van de arbeidsovereenkomst tussen beide partijen.
Deze overeenkomst wordt vóór de eerste toekenning van de mobiliteitsvergoeding gesloten en vermeldt onder andere het basisbedrag van de mobiliteitsvergoeding.
Men beschouwt de overeenkomst formeel als een "sociaal document", zodat de sociale inspectie het oneigenlijk gebruik van het mobiliteitsbudget kan opsporen, rechtzetten en sanctioneren.
De sancties in het Sociaal Strafwetboek worden aangepast. Het gebrek aan een overeenkomst, of de opmaak van een onjuiste overeenkomst, wordt gesanctioneerd met een sanctie van niveau 2.
Hetzij dus met een administratieve geldboete van 200 tot 2000 EUR, hetzij met een strafrechtelijke geldboete van 400 tot 4000 EUR.
De boete is te vermenigvuldigen met het aantal betrokken werknemers.
