Vanaf 1 september 2019 moet een Belgische werkgever nieuwe regels volgen wanneer hij een buitenlandse seizoenarbeider uit een derde land (niet-EER/Zwitserland) wil aanwerven. De procedure is ook gewijzigd voor de derdelanders die hier, met een Europese blauwe kaart, komen werken.
Kort samengevat komt het er op neer dat een Belgische werkgever de nieuwe procedure van de single permit moet volgen, wanneer hij deze buitenlanders langer dan 90 dagen in dienst wil nemen. Voor een kortere tewerkstelling (wat vaak het geval is voor een seizoenarbeider), blijft de oude procedure van de arbeidskaarten en -vergunningen van toepassing.
1. De buitenlandse seizoenarbeider
Een buitenlandse seizoenarbeider komt naar hier om een seizoensgebonden activiteit te verrichten. Hij behoudt zijn hoofdverblijfplaats in een derde land.
In het Vlaamse en Waalse Gewest mag de betrokkene in de landbouw, tuinbouw of horeca werken. In Brussel kan het alleen in de landbouw. Voor de Duitstalige Gemeenschap is tewerkstelling in de landbouw en de horeca mogelijk.
De toegankelijkheid tot de arbeidsmarkt gebeurt niet even vlot in alle Gewesten.
De Vlaamse werkgever moet immers blijven bewijzen dat hij geen kandidaat vindt op de Europese arbeidsmarkt. Hij doet dit door de vacature bij de VDAB drie weken te laten publiceren. Na afloop van deze termijn kan hij pas een toelating tot arbeid aanvragen.
De andere Gewesten vereisen dit arbeidsmarktonderzoek niet. Daar kan de seizoenarbeider dus, in principe, sneller aan de slag.
De seizoenarbeider mag maximum 5 maanden per periode van 12 maanden werken.
2. De Europese blauwe kaart
Naast de mogelijkheid van een single permit voor buitenlandse hooggeschoolden en leidinggevenden kan een Belgische werkgever ook een buitenlander met een Europese blauwe kaart aanwerven.
Dit was vroeger al mogelijk, maar ook hier zal de werkgever voortaan de procedure van de 'single permit' moeten volgen.
De buitenlander moet aan volgende voorwaarden voldoen om dergelijke kaart te krijgen:
- hij moet minstens 53.971 EUR bruto per jaar verdienen. De loongrens in Vlaanderen ligt iets lager, namelijk 50.242 EUR per jaar;
- hij moet een arbeidsovereenkomst van minstens 1 jaar sluiten;
- hij moet over een hooggeschoold diploma beschikken. De studies moeten minimaal 3 jaar geduurd hebben.
De buitenlander kan de Europese blauwe kaart voor maximum 3 jaar verkrijgen.
Wat betekent dit voor de werkgever?
Vanaf 1 september 2019 moet een Belgische werkgever nieuwe regels volgen, wanneer hij een buitenlandse seizoenarbeider uit een derde land (niet-EER/Zwitserland) wil aanwerven. De procedure is ook gewijzigd voor de derdelanders die hier met een Europese blauwe kaart komen werken.
Voor meer informatie hieromtrent of voor concrete internationale vragen kan u steeds terecht bij onze consultants van Legal Internationaal via TaxConsultancy@sdworx.com.
Context
Vanaf 1 september 2019 moet een Belgische werkgever nieuwe formaliteiten vervullen, wanneer hij een buitenlandse seizoenarbeider uit een derde land (niet-EER/Zwitserland) wil aanwerven voor een periode langer dan 90 dagen. De procedure is ook gewijzigd voor de derdelanders die hier met een Europese blauwe kaart komen werken.
Kort samengevat komt het er op neer dat een Belgische werkgever de nieuwe procedure van de single permit moet volgen, wanneer hij deze buitenlanders langer dan 90 dagen in dienst wilt nemen. Voor een kortere tewerkstelling (wat vaak het geval is voor een seizoenarbeider), blijft de oude procedure van de arbeidskaarten en -vergunningen van toepassing.
Aangezien zowel de Dienst Vreemdelingenzaken als de regionale migratiediensten bevoegd zijn voor de toekenning van de single permit, moesten zowel de federale verblijfswet als de regionale migratiewetgevingen aangepast worden. Dat is nu gebeurd. Er staat dus niets meer in de weg om de nieuwe regels voor seizoenarbeiders en Europese blauwe kaarten toe te passen.
Zowel voor de seizoenarbeiders als voor de Europese blauwe kaarten hebben de Gewesten soms hun eigen accenten gelegd.
Juridische inhoud
1. De buitenlandse seizoenarbeider
Een buitenlandse seizoenarbeider komt naar hier om een seizoensgebonden activiteit te verrichten. Hij behoudt zijn hoofdverblijfplaats in een derde land.
1.1. In welke sectoren?
In het Vlaamse en Waalse Gewest mag de betrokkene in de landbouw, tuinbouw of horeca werken. In Brussel kan het alleen in de landbouw. Voor de Duitstalige Gemeenschap is tewerkstelling in de landbouw en de horeca mogelijk.
1.2. Arbeidsmarktonderzoek
De toegankelijkheid tot de arbeidsmarkt gebeurt niet even vlot in alle Gewesten.
De Vlaamse werkgever moet immers blijven bewijzen dat hij geen kandidaat vindt op de Europese arbeidsmarkt. Hij doet dit door de vacature bij de VDAB drie weken te laten publiceren. Na afloop van deze termijn kan hij pas een toelating tot arbeid aanvragen.
De andere Gewesten vereisen dit arbeidsmarktonderzoek niet. Daar kan de seizoenarbeider dus in principe sneller aan de slag.
1.3. Arbeidskaart of single permit
Als derdelander moet de seizoenarbeider over een toelating tot arbeid beschikken:
indien hij minder dan 90 dagen komt werken, moet hij een arbeidskaart B hebben;
indien de tewerkstelling langer is, dan moet zijn werkgever de procedure van de 'single permit' volgen. De verblijfstitel van de werknemer zal dan vermelden dat hij een seizoenarbeider is.
Een seizoenarbeider mag het Belgische grondgebied niet betreden vooraleer hij de toelating tot arbeid (arbeidskaart of single permit) toegekend krijgt.
1.4. Afwijkingen ten opzichte van de gewone procedure
Er zijn afwijkingen ten opzichte van de gewone procedure van de 'single permit':
de seizoenarbeider mag maximum 5 maanden per periode van 12 maanden werken;
de overheid kent de toelating tot arbeid toe binnen de 90 dagen, terwijl het in principe tot 120 dagen kan duren;
de termijn is zelfs nog korter, indien de betrokken werknemer in de laatste 5 jaar vóór de aanvraag minstens éénmaal als seizoenarbeider gewerkt heeft. In dit geval moet de overheid binnen de 60 dagen een beslissing nemen;
bij een verlenging van de toelating tot arbeid moet de werkgever de aanvraag doen uiterlijk 1 maand vóór het verstrijken van de lopende toelating. In principe is de termijn 2 maanden voor een 'gewone' derdelander.
2. De Europese blauwe kaart
Naast de mogelijkheid van een single permit voor buitenlandse hooggeschoolden en leidinggevenden kan een Belgische werkgever ook een buitenlander met een Europese blauwe kaart aanwerven.
Dit was vroeger al mogelijk, maar ook hier zal de werkgever voortaan de procedure van de 'single permit' moeten volgen
2.1. Voorwaarden
De buitenlander moet aan volgende voorwaarden voldoen om dergelijke kaart te krijgen:
hij moet minstens 53.971 EUR bruto per jaar verdienen. De loongrens in Vlaanderen ligt iets lager, namelijk 50.242 EUR per jaar;
hij moet een arbeidsovereenkomst van minstens 1 jaar sluiten;
hij moet over een hooggeschoold diploma beschikken. De studies moeten minstens 3 jaar geduurd hebben.
2.2. Beslissing binnen de 90 dagen
De overheid beslist binnen de 90 dagen, nadat de aanvraag volledig is, over de toekenning van de Europese blauwe kaart. De buitenlander krijgt dus hier sneller zijn toelating tot arbeid dan bijvoorbeeld een hooggeschoolde derdelander. Voor die laatste heeft de overheid immers 120 dagen de tijd om de single permit uit te reiken.
2.3. Mag al in België zijn
De buitenlander mag al in België zijn wanneer de werkgever de Europese blauwe kaart aanvraagt. Moest hij nog in het buitenland verblijven, dan krijgt hij een visum lang verblijf om naar België te komen nadat de Belgische overheid een positieve beslissing genomen heeft over de Europese blauwe kaart.
2.4. Voor maximum 3 jaar
De buitenlander kan de Europese blauwe kaart voor maximum 3 jaar verkrijgen. Deze langere termijn speelt niet altijd in het voordeel van hun werkgever want na 2 jaar tewerkstelling kan de bezitter van de Europese blauwe kaart bij om het even welke werkgever werken.