Feedback
ella
Vrijstelling sociaal passief : fiscus zet puntjes op de i
Losse berichten
Gepubliceerd op 18/01/2020

Werkgevers kunnen genieten van een tijdelijk belastingvoordeel. Meer bepaald door een voorziening sociaal passief af te trekken voor de kosten die de onderneming moet dragen in geval van ontslag. De vrijstelling is gelijk aan een bepaald bedrag van de bezoldigingen toegekend aan de werknemer. Voorwaarde is wel dat de werknemer een dienstanciënniteit heeft van 5 jaar in het eenheidsstatuut arbeiders-bedienden. Het eenheidsstatuut trad in werking op 2014. De eerste vrijstelling kan dan ook pas genoten worden vanaf 2019.

De fiscus publiceerde een circulaire. Hierin verduidelijkt de fiscus het toepassingsgebied en de berekeningswijze. Men besteedt in het bijzonder aandacht aan een aantal begrippen zoals werknemer en dienstanciënniteit. Ook de aanrekening en terugname van de vrijstelling komen aan bod.

Bron:
Circulaire 2019/C/138 over de vrijstelling voor sociaal passief ingevolge het eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden, fisconetplus

Intro

Werkgevers kunnen genieten van een tijdelijk belastingvoordeel. Meer bepaald door een voorziening sociaal passief af te trekken, voor de kosten die de onderneming moet dragen in geval van ontslag. De vrijstelling is gelijk aan een bepaald bedrag van de bezoldigingen toegekend aan de werknemer. Voorwaarde is wel dat de werknemer een dienstanciënniteit heeft van 5 jaar in het eenheidsstatuut arbeiders-bedienden. Het eenheidsstatuut trad in werking op 2014. De eerste vrijstelling kan dan ook pas genoten worden vanaf 2019.

De werkgever is niet verplicht een sociaal passief in aftrek te brengen in de personen- of vennootschapsbelasting. Het is een mogelijkheid voor de werkgever.

Op het moment dat een werknemer voor wie de onderneming een aftrek heeft genoten, uit dienst gaat, zal de hele voorziening toegevoegd worden aan de winsten of baten. De werkgever zal dit bedrag in mindering brengen van de eventuele ontslagkosten, die op hun beurt aftrekbaar zijn van de belastbare winsten of baten. De werkgever zal dus op dat moment de belasting betalen die hij gedurende de voorgaande jaren niet heeft betaald.

Om de vrijstelling te kunnen verkrijgen, moeten de werkgevers jaarlijks een aangifte indienen via Belcotax.

Juridische inhoud

1. Personeel toepassingsgebied

1.1. Werkgever

De vrijstelling geldt voor alle werkgevers die winst en baten verkrijgen.

 

Werkgevers onderworpen aan de rechtspersonenbelasting zijn uitgesloten. De rechtspersonenbelasting heeft winst niet als grondslag voor het bepalen van de belasting.

 

De toepassing is niet afhankelijk van de naleving van een bepaalde boekhoudkundige verplichting noch van de onaantastbaarheidsvoorwaarde op het vlak van de vennootschapsbelasting. Ze moet dus niet geboekt worden bij de vrijgestelde reserves.

1.2. Werknemer

Alle werknemers komen in aanmerking ongeacht:

 

  • het statuut (arbeider, bediende, handelsvertegenwoordiger,…);
  • de arbeidsregeling (voltijds of deeltijds);
  • de datum van aanwerving (voor of na 1/1/2014);
  • de hoogte van het loon.

 

Bedrijfsleider met arbeidsovereenkomst

Het is mogelijk dat een natuurlijk persoon tegelijk een mandaat als bestuurder en een functie in het kader van een arbeidsovereenkomst uitoefent voor eenzelfde vennootschap. Deze bedrijfsleider komt, in het kader van zijn arbeidsovereenkomst, in aanmerking voor de regeling. Dit is logisch. Als de werkgever de arbeidsovereenkomst wil stopzetten, zal hij ook de arbeidsrechtelijke regels moeten naleven.

Een zelfstandig bedrijfsleider die enkel een mandaat als bestuurder uitoefent, is uitgesloten.

Onderwerping aan Belgische sociale zekerheid

De circulaire stelt dat de werknemer onderworpen moet zijn aan de Belgische sociale zekerheid. De fiscus lijkt hier een bijkomende voorwaarde of beperking toe te voegen aan de wet.

Dit heeft bijvoorbeeld tot gevolg dat een werknemer die in een ander Europees land gevestigd is, maar in het kader van een salary split ook werkt voor een Belgische werkgever, uitgesloten wordt van de regeling.

Bij een gelijktijdige tewerkstelling in diverse EU landen (zoals bij een salary split) is het socialezekerheidsregime van de woonplaats van de werknemer van toepassing.

Hierdoor is de tewerkstelling bij de Belgische werkgever onderworpen aan een buitenlands sociale zekerheid. Deze werknemer wordt op basis van de circulaire uitgesloten, ook al is hij verbonden is met een Belgische werkgever. O.i. betreft dit een onterechte uitsluiting.

2. Voorwaarde 5 jaar dienstanciënniteit

Het recht op de vrijstelling sociaal passief ontstaat voor de werknemers die bij de betrokken belastingplichtige minimaal 5 dienstjaren hebben bereikt vanaf 1/1/2014.

De werknemer moet uiteraard nog in dienst zijn op de laatste dag van het belastbaar tijdperk waarvoor de aftrek wordt toegepast.

Dienstanciënniteit

Het begrip dienstanciënniteit wordt op fiscaal vlak niet gedefinieerd. De wettelijke bepalingen uit het arbeidsrecht zijn dan ook van toepassing.

Anciënniteit is de periode waarin de werknemer ononderbroken in dienst is geweest bij éénzelfde onderneming.

Men kan in dienst blijven met verschillende opeenvolgende arbeidsovereenkomsten. Voor zover er geen onderbreking is, wordt de werknemer geacht in dienst te zijn gebleven en blijft hij dus anciënniteit opbouwen.

De anciënniteit wordt ook verder opgebouwd tijdens periodes van wettelijke of conventionele schorsing zoals jaarlijkse vakantie, ouderschapsverlof,…

Opgebouwd bij éénzelfde werkgever, tenzij herstructureringsverrichtingen

De anciënniteitsvoorwaarde wordt beoordeeld per werkgever. De anciënniteit verworven bij verschillende werkgevers worden niet samengeteld, tenzij bij:

  • een herstructureringsverrichting bedoeld in art. 46 WIB92 (inbreng vennootschap) en art. 211 WIB92 (belastingvrije fusie en splitsing)
  • overname van personeel van een onderneming in faling waarbij er een automatische overdracht van de arbeidsovereenkomsten is. In dit geval is er behoud van de anciënniteit verworven door de werknemers.

In dergelijke gevallen beoordeelt men de verschillende berekeningselementen van de vrijstelling sociaal passief (anciënniteit, bedrag van de voorheen verkregen vrijstellingen,…) alsof  die verrichting niet heeft plaatsgevonden.

Dit heeft voordelen, maar ook nadelen. De anciënniteitsteller wordt enerzijds niet terug op 0 geplaatst. Anderzijds zal de overnemer de belasting moeten ophoesten bij de terugname van de vrijstelling die de overdrager heeft genoten.

Conventionele anciënniteitsclausule uitgesloten

Partijen kunnen overeenkomen om anciënniteit, waarmee normaal gezien geen rekening mee moet worden gehouden, in het kader van ontslag toch in aanmerking te nemen. Denk hierbij aan anciënniteit opgebouwd bij een vorige werkgever. Deze fictieve anciënniteit wordt niet in rekening gebracht in het kader van het sociaal passief. Ook niet als de clausule uitdrukkelijk bepaalt dat zij wel meetelt voor de berekening van de opzegtermijnen.

3. Berekening voorziening

Om het bedrag van de voorziening te kunnen berekenen, moeten we een aantal stappen doorlopen :

 

Stap 1: Berekening maandbezoldiging

 

De wet stelt het volgende :"De in aanmerking te nemen bruto maandbezoldiging is de gemiddelde bruto maandelijkse bezoldiging, voor inhouding van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage, berekend over het totaal aantal maanden van het belastbaar tijdperk waarvoor de vrijstelling wordt aangevraagd."

 

De circulaire maakt een onderscheid in de berekening voor het jaar waarin de 5 jaar anciënniteit wordt bereikt. "Zodra de werknemer in de loop van het belastbaar tijdperk de 5 jaar dienstanciënniteit bereikt, worden de bezoldigingen die vanaf dat moment worden toegekend, voor de berekening van de vrijstelling voor het sociaal passief in aanmerking genomen."

 

Deze interpretatie kunnen wij niet terugvinden in de wettekst, noch in de parlementaire voorbereiding. Vanaf zodra de 5 dienstjaren worden bereikt, mag voor hem een voorziening berekend worden volgens de wetsbepaling. Alle maanden van het belastbaar tijdperk mogen in rekening gebracht worden en niet enkel de maanden vanaf dat hij 5 jaar anciënniteit heeft bereikt.

 

Voor een werknemer met een stabiele tewerkstelling, m.a.w. een gelijkaardig periodiek maandloon en arbeidsregime, zal dit geen verschil opleveren.

 

Uitgesloten bezoldiging

Bezoldigingen en voordelen die geen deel uitmaken van een normale maandbezoldiging worden uitgesloten uit de berekeningsbasis. Eindejaarspremie, dubbel vakantiegeld, jaarlijkse bonussen,… worden dan ook niet in rekening gebracht. 

 

Stap 2: Wettelijke beperking maandloon

 

Gemiddeld bruto maandloon van In aan merking te nemen percentage
0 tot 1.500,00100%
1.500,01 tot 2.600,0030%
> dan 2.600,00nihil

 

Het maximale basisbedrag bedraagt dan ook 1.830 EUR [= 1.500 + (1.100 x 30%)]

 

Stap 3: Van maandbezoldiging naar weekbezoldiging

 

De (wettelijk beperkte) maandbezoldiging moet vervolgens omgezet worden naar een weekbezoldiging. De omzetting van een maand naar een weekbezoldiging gebeurt door de multiplicator x 3/13 toe te passen op de maandbezoldiging.

 

Stap 4: Aantal weken provisie

 

Aantal begonnen dienstjaren na 1/1/2014Voorziening per belastbaar tijdperk
vanaf 6e dienstjaar3 weken
vanaf 21e dienstjaar (*)1 week

 

(*) deze mogelijk kan pas vanaf 2035 (= 2014 + 21 dienstjaren).

 

Stap 5 : Spreiding

 

De voorziening voor de ontslagkost wordt gespreid over 5 jaar (om de kostprijs voor de overheid te beperken).

4. Terugname vrijstelling

4.1. Tijdelijk voordeel

De vrijstelling voor sociaal passief is slechts tijdelijk.

Het totale bedrag dat voor die werknemer tijdens de jaren vóór zijn vertrek werd vrijgesteld, voegt men toe aan de winst of baten van het belastbaar tijdperk waarin zijn tewerkstelling eindigt.

De terugname is beperkt tot de effectief fiscaal genoten vrijstelling.

Als de genoten vrijstelling voor een bepaald jaar wordt beperkt door een gebrek aan voldoende winst of baten, dan moet voor de terugname het beperkte bedrag van de vrijstelling evenredig worden verdeeld over alle werknemers die voor het betrokken jaar in aanmerking komen.

 

Voorbeeld

Gegeven: belastbaar tijdperk 2019

De winst van een onderneming bedraagt 2.000 EUR.

Het bedrag van de genoten vrijstelling voor sociaal passief 3.000 EUR.

Die vrijstelling is als volgt samengesteld per werknemer:

    • Alain: 1.200 EUR;

    • Bernard: 1.000 EUR;

    • Cécile: 800 EUR.

De belastingplichtige vraagt geen enkele andere economische vrijstelling.

Werkelijk genoten vrijstelling: 2.000 EUR (vrijstelling voor sociaal passief beperkt tot de nettowinst).

 

Verdeling van het werkelijk vrijgesteld bedrag per werknemer:

  • Alain: 1.200 x (2.000/3.000) = 800 EUR

  • Bernard: 1.000 x (2.000/3.000) = 666,67 EUR

  • Cécile: 800 x (2.000/3.000) = 533,33 EUR

 

Later belastbaar tijdperk waarin Alain de onderneming verlaat:

Het terug te nemen bedrag voor het jaar 2019 is 800 EUR en niet 1.200 EUR.

4.2. Effectief genoten voordeel : aanrekening

Indien het sociaal passief in een vorig belastbaar tijdperk niet of niet volledig is genoten bij gebrek aan (voldoende) winst, moeten we uiteraard weten hoe de aanrekening of volgorde van aftrek van de verschillende aftrekposten in het betrokken belastbaar tijdperk is gebeurd. De terugname is immers beperkt tot de effectief in vorige belastbare tijdperken genoten vrijstelling.

De circulaire licht de aanrekeningsregels toe:

Natuurlijk persoon

De vrijstelling sociaal passief wordt afgetrokken van de nettowinst of -baten :

  • NA de aftrek beroepskosten en van de economische vrijstellingen (vrijstelling  bijkomend personeel voor de uitvoer en voor de integrale kwaliteitszorg, vrijstelling  tewerkstelling van stagiaires en vrijstelling voor ander bijkomend personeel) maar
  • VOOR de investeringsaftrek.

Vennootschappen

De vrijstelling wordt opgenomen in het vak Niet belastbare bestanddelen (code 1607) en afgetrokken van resterende winst.

De aftrek van de niet-belastbare bestanddelen gebeurt globaal. Als de resterende winst kleiner is dan het totaal van de niet-belastbare bestanddelen, moet het bedrag van de aftrek van de vrijstelling voor sociaal passief kunnen worden vastgesteld om latere terugnemingen van vrijstellingen te bepalen.

Hierbij hanteert de fiscus het principe dat : 

  • de aftrek van de vrijstellingen waarvoor eventuele terugnemingen van toepassing is, als laatste gebeurt

Voorbeeld - aanslagjaar 2020

Resterende winst voor aftrek niet belastbare bestanddelen : 10.000 EUR

Niet belastbare bestanddelen Effectieve aftrek
vrijgestelde giften (*)2.0002.000
vrijstelling sociaal passief eenheidsstatuut11.2508.000

(*) giften zijn niet onderworpen aan een eventuele terugname

  • voor de diverse vrijstellingen onderworpen aan terugname, gebeurt de aanrekening in de volgorde zoals opgenomen in het WIB 92.

Voorbeeld - aanslagjaar 2020

Resterende winst voor aftrek niet belastbare bestanddelen : 25.000 EUR

Niet belastbare bestanddelen Effectieve aftrek
vrijstelling aanvullend persoon (o.a. diensthoofd uitvoer) - art. 67 (*)16.32016.320
vrijstelling sociaal passief eenheidsstatuut - art. 67 quater (*)11.2508.680

(*) beide vrijstellingen zijn onderworpen aan een terugname. Art.67 komt voor art. 67quater in wetboek

 

Geen overdacht naar volgend belastbaar tijdperk

De vrijstelling die bij gebrek aan voldoende winst of baten niet kan worden afgetrokken, kan niet naar de volgende belastbare tijdperken worden overgedragen. Deze vrijstelling is definitief verloren.

 

.

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.