Vanaf 1 september 2017 wijzigen de bedragen en de voorwaarden voor de forfaitaire onkostenvergoeding of maaltijdvergoeding voor binnenlandse dienstreizen voor de federale ambtenaren grondig.
Dit bedrag werd mits respect van de voorwaarden, ook aanvaard door de fiscus als norm voor de privésector om de maaltijdkosten verbonden aan een dienstreis in België op forfaitaire wijze belastingvrij te vergoeden. Door de wijziging verdwijnt de bestaande rechtsbasis waarop de huidige bedragen en voorwaarden zijn gebaseerd die ook in de privésector worden aanvaard.
Het is duidelijk dat het nieuwe - in de meeste situaties lagere - bedrag ook in de privésector kan gehanteerd worden als een ernstige norm om op forfaitaire basis belastingvrij deze maaltijdkosten te vergoeden.
Momenteel is het echter nog niet duidelijk of de nieuwe, strengere voorwaarden ook zullen gelden voor de privésector. De vraag werd voorgelegd via de Unie van Sociaal Secretariaten aan de fiscale administratie. Zodra wij meer nieuws ontvangen, brengen wij u verder op de hoogte.
Wat betekent dit voor de werkgever?
Het nieuwe bedrag mag voortaan ook in de privésector gehanteerd worden als een ernstige norm. Het is momenteel nog niet duidelijk of de nieuwe toekenningsvoorwaarden ook gelden in de privésector. Hopelijk brengt de fiscus vlug meer duidelijkheid.
Context
De werknemer die voor het werk een dienstreis moet ondernemen, maakt onderweg kosten om te eten en te drinken. Deze kosten mogen op forfaitaire wijze door de werkgever vergoed worden.
De belastingvrije forfaits zijn gebaseerd op de forfaits die ambtenaren hiervoor ontvangen. Deze forfaits gelden ook als norm voor de privésector.
Respecteert de werkgever deze bedragen en voorwaarden, dan worden deze vergoedingen beschouwd als een kost eigen aan de werkgever. M.a.w. een niet-belastbaar voordeel voor de werknemer en een aftrekbare beroepskost voor de werkgever.
Indien de forfaitaire verblijfsvergoedingen hoger zijn dan de maximumbedragen of wanneer de dienstverplaatsingen niet beantwoorden aan de opgelegde minimumduur, zijn het in principe belastbare bezoldigingen.
De toekenning van een hogere niet-belastbare verblijfsvergoeding blijft mogelijk als de werkgever het dubbel bewijs levert:
- dat de vergoeding bestemd is tot het dekken van kosten die hem eigen zijn,
- dat die vergoeding ook daadwerkelijk aan dergelijke kosten is besteed.
Let op! Als de werknemer een forfaitaire kostenvergoeding krijgt, mag de werkgever diezelfde kost niet meer terugbetalen op basis van de werkelijke bewijsstukken.
Juridische inhoud
1. Regeling tot 31 augustus 2017
Volgende maximum forfaits zijn van toepassing:
Reis per kalenderdag | Toeslag wegens nachtverblijf | |||
Van meer dan 5 uur tot minder dan 8 uur | Van 8 uur en meer (*) | Logies op kosten van het personeelslid(**) | Kosteloos logies(***) | |
Geïndexeerd bedrag (vanaf 1.7.2017) | 3,98 EUR | 19,99 EUR | 45,54 EUR | 23,97 EUR |
(*) Dit maximumbedrag geldt eveneens voor reizen van minstens (ononderbroken) 5 uur over de middag, m.a.w. waarin ook het 13de en het 14de uur van de dag volledig in begrepen zijn. (**) Vergoeding voor avondmaal, nachtverblijf en ontbijt (***) Wanneer je logeert bij familie, kennissen, collega's,... waarvoor geen betaling gevraagd wordt. |
2. Nieuwe regeling vanaf 1 september 2017
Het huidige K.B. van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel van de federale overheid wordt opgeheven en vervangen.
Het bedrag en de toekenningsvoorwaarden wijzigen grondig.
2.1 Maaltijd- of dagvergoeding
Het bedrag van de dagelijkse vergoeding voor verblijfkosten bedraagt 16,73 EUR (niet-geïndexeerd 10 EUR) voor een verplaatsing van minimum 6 uur.
Er wordt een nieuwe voorwaarde m.b.t. de afstand ingevoerd: de afstand moet langer zijn dan 25 kilometer buiten de agglomeratie van de administratieve standplaats.
Bijkomend mag de werkgever of een derde de maaltijdkosten niet op een andere wijze vergoeden of mag geen aanleiding geven tot een voordeel van dezelfde aard (bijv. gebruik bedrijfsrestaurant).
2.2 Logies
Er is ook voorzien in een aanvullende vergoeding voor verblijfkosten als het personeelslid in het kader van de uitoefening van zijn functie buiten zijn woonplaats moet logeren en dat kosten voor hem teweegbrengt. Voorwaarde is wel dat de afstand langer is dan 75 kilometer buiten de agglomeratie van de administratieve standplaats
Het bedrag van de vergoeding bedraagt 125,51 EUR per nacht (niet-geïndexeerd 75 EUR).
Deze vergoeding mag dus niet worden toegekend als het personeelslid over gratis huisvesting beschikt of over huisvesting waarvan de kost gedragen wordt door de werkgever.
Commentaar
Momenteel is het echter nog niet helemaal duidelijk in welke mate de nieuwe strengere voorwaarden ook zullen gelden voor de privésector. De vraag werd voorgelegd via de Unie van Sociaal Secretariaten aan de fiscale administratie. Zodra wij meer nieuws ontvangen, brengen wij u verder op de hoogte.