Juridische inhoud

1. Fiscale aftrek tot 120%

De kosten die de werkgever maakt om zijn werknemers aan te moedigen met de fiets naar het werk te rijden, genieten in principe van een verhoogde kostenaftrek van 120%.

Het betreft onder meer kosten:

• voor het verwerven of (ver)bouwen van een gebouw bestemd voor:
• het stallen van fietsen tijdens de werkuren;
• het ter beschikking stellen van kleedruimtes, sanitaire installaties en douches aan personeelsleden;
• voor de verwerving (via aankoop of financiële leasing), het onderhoud en de herstelling van bedrijfsfietsen en hun toebehoren bijv. accu, fietspomp, …

          Fietsen moeten verplicht lineair worden afgeschreven over minimum 3 jaar.

Komen niet in aanmerking voor de verhoogde kostenaftrek:

• kosten voor het verwerven van roerende goederen (bv. de inrichting van de lokalen);
• financieringskosten;
• onderhouds- en personeelskosten (bv. voor het reinigen van de lokalen);
• kosten om een onroerend goed te huren.

De aard van de fiets (bv. stadsfiets, elektrische fiets, speed pedelec,…) heeft geen belang.

Let op!  De kosten mogen voor 120% in mindering gebracht worden indien de onaantastbaarheidsvoorwaarde is voldaan. Voor vennootschappen is de aftrek van 20% extra kosten onderworpen aan de zgn. onaantastbaarheidsvoorwaarde, wat betekent dat de 20% extra kosten geboekt moeten worden op een aparte reserverekening die niet uitgekeerd mag worden.

2. Afschaffing verhoogde aftrek

In het kader van de hervorming van de vennootschapsbelasting gaat het fiscaal gunstregime op de schop. De kosten blijven wel voor 100% aftrekbaar.

De afschaffing treedt in werking op 1 januari 2020 en is van toepassing vanaf aanslagjaar 2021, verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt vanaf 1 januari 2020.

Voor werkgever-natuurlijke personen (onderworpen aan de personenbelasting) blijft de verhoogde aftrek wel behouden.

De andere relevante fiscale gunstregimes - aftrek tot 120% -  voor HR taks werden reeds, eveneens met ingang vanaf aanslagjaar 2021, afgeschaft in de vennootschapsbelasting:

• autokosten van voertuigen met 0 gr. CO2-uitstoot/km. of elektrische voertuigen;
• kosten voor de organisatie van collectief vervoer van personeelsleden in het kader van woon-werkverkeer.