Feedback
ella
Minder regels voor deeltijdse werknemers
Losse berichten
Gepubliceerd op 11/09/2017

Vanaf 1 oktober 2017 kunnen werkgevers deeltijdse werknemers eenvoudiger tewerkstellen.

 

Dit is één van de maatregelen in het kader van "wendbaar werken" en betekent:

 

  • de afschaffing van de verplichting om voor iedere deeltijdse arbeidsregeling de afzonderlijke uurroosters te vermelden in het arbeidsreglement;
  • de mogelijkheid om een elektronisch afschrift of uittreksel van de deeltijdse arbeidsovereenkomst te bewaren;
  • de bekendmaking van variabele uurroosters in één, eventueel elektronisch, bericht;
  • de mogelijkheid om zonder papier afwijkingen te registreren op het deeltijds uurrooster;
  • minder snel overloon betalen aan deeltijdse werknemers met een variabel uurrooster en een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur.

Wat betekent dit voor de werkgever?

De werkgever zal bij een deeltijdse tewerkstelling minder formaliteiten moeten naleven. Deeltijdse werknemers met een variabel uurrooster en een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur kunnen vanaf 1 oktober 2017 meer werken buiten hun uurrooster alvorens hiervoor een toeslag moet betaald worden.

Wat betekent dit voor de publieke sector?

De besproken maatregelen hebben eveneens betrekking op de publieke sector. Publiekrechtelijke werkgevers hebben enkel ten aanzien van hun deeltijds contractuele personeelsleden de verplichting om afwijkingen op de deeltijdse werkroosters afzonderlijk te registeren. Ten aanzien van deeltijds statutaire personeelsleden geldt deze verplichting niet.

Bron:
Wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk

Juridische inhoud

1. Deeltijdse arbeid en uurroosters

Vanaf 1 oktober 2017 moet de werkgever niet meer voor iedere deeltijdse arbeidsregeling de afzonderlijke uurroosters vermelden in het arbeidsreglement.

1.1. Gevolgen voor het arbeidsreglement

Voor deeltijdse werknemers die met een variabel uurrooster werken, moet het arbeidsreglement in de plaats daarvan:

 

  • een tijdvak voorzien waarbinnen prestaties kunnen worden geleverd (bv. tussen 9u en 17u),

  • een minimale en maximale daggrens vermelden en

  • een minimale en maximale weekgrens vermelden wanneer ook de deeltijdse arbeidsregeling variabel is.

 

De werkgever maakt het uurrooster dan schriftelijk bekend, op de wijze en binnen de termijnen zoals voorzien in het arbeidsreglement.

 

Indien u vóór 1 oktober 2017 al deeltijdse werknemers met een variabel uurrooster in dienst had, krijgt u de tijd tot begin april 2018 om uw arbeidsreglement aan te passen.

 

Deze overgangsperiode geldt niet indien u na 1 oktober 2017 voor het eerst zo een deeltijdse werknemer in dienst neemt.

1.2. Gevolgen voor de arbeidsovereenkomst

Voor deeltijdse werknemers met een vast uurrooster zal (een bijlage bij) de individuele arbeidsovereenkomst nog steeds de wekelijkse arbeidsduur en het uurrooster vermelden. Maar dit rooster moet dus niet meer in het arbeidsreglement worden opgenomen.

 

Deeltijdse werknemers met een variabel uurrooster moeten een arbeidsovereenkomst hebben die enkel hun arbeidsregeling vermeldt (bijvoorbeeld een (gemiddelde) wekelijkse arbeidsduur van 20 uur). De arbeidsovereenkomst vermeldt eveneens verplicht dat de werknemer met een variabel werkrooster werkt. En dat dit wordt vastgesteld volgens de regels in het arbeidsreglement.

2. Bewaren deeltijdse arbeidsovereenkomst

Een werkgever moet steeds een kopie/uittreksel van de deeltijdse arbeidsovereenkomst bewaren. Dit moet op de plaats waar men het arbeidsreglement kan raadplegen.

 

Vanaf 1 oktober 2017 kan dit uitdrukkelijk ook elektronisch.

 

De werkgever kan bijvoorbeeld een gescand exemplaar van de originele arbeidsovereenkomst bewaren.

3. Bekendmaking variabele uurroosters

Momenteel moet een werkgever deeltijdse variabele uurroosters:

 

  • tijdig meedelen aan de werknemer via aanplakking (of een andere manier die is opgenomen in cao of arbeidsreglement) én
  • aanplakken vóór het begin van de arbeidsdag.

 

Vanaf 1 oktober 2017 bepaalt elke werkgever in zijn arbeidsreglement hoe hij de uurroosters meedeelt aan de werknemer. Maar het moet alleszins op betrouwbare, geschikte en toegankelijke wijze. De bekendmaking gebeurt nog steeds verplicht minstens vijf werkdagen vooraf. Een algemeen verbindend verklaarde cao kan deze termijn tot minimum 1 werkdag inkorten. Aanplakking voor het begin van de arbeidsdag is niet meer nodig.

 

Indien u vóór 1 oktober 2017 al deeltijdse werknemers met een variabel uurrooster in dienst had, krijgt u de tijd tot begin april 2018 om uw arbeidsreglement aan te passen.

 

Deze overgangsperiode geldt niet indien u na 1 oktober 2017 voor het eerst zo een deeltijdse werknemer in dienst neemt.

4. Registratie van afwijkingen

Een deeltijdse werknemer kan uren presteren die buiten zijn uurrooster vallen. Deze uren moeten dan verplicht geregistreerd worden.

 

Momenteel veronderstellen de verschillende mogelijkheden van registratie het gebruik van papier.

 

Vanaf 1 oktober 2017 niet meer. De werkgever kan vanaf dan een, uitsluitend elektronisch, systeem van tijdsopvolging gebruiken. Voor zover dit voldoet aan bepaalde voorwaarden (vermelding identiteit werknemer, vermelding van begin en einde van prestaties en pauzes, raadpleegbaar door werknemer en inspectie Toezicht Sociale Wetten, bewaarplicht,…).

5. Verhoging krediet voor bepaalde deeltijdse werknemers

Sommige prestaties van deeltijdse werknemers worden gelijkgesteld met overuren. Hiervoor moet de werkgever overloon betalen. Behalve voor een beperkt aantal uren (het krediet).

 

Voor deeltijdse werknemers met een variabel uurrooster en een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur stijgt het aantal kredieturen vanaf 1 oktober 2017.

 

Nu bedraagt dit 3u/week vermenigvuldigd met het aantal weken in de referteperiode. Met een maximum van 39 uren per referteperiode. Dit wordt 3u14min/week met een maximum van 168 uren per referteperiode.

 

Concreet betekent dit het volgende:

 

  • Indien de referteperiode een trimester is (13 weken) zal het krediet iets meer dan 42 uren bedragen (3u14min x 13 weken). Dit is slechts een lichte verhoging van de vroegere grens (die maximaal 39u/referteperiode is).

 

  • Indien de referteperiode een jaar is (52 weken) zal het krediet 168 uren bedragen (3u14min x 52 weken, maximaal 168 uren). Dit is een aanzienlijke verhoging van de vroegere grens. Want die bedroeg steeds 39 uren, ook indien de referteperiode een kalenderjaar was.

 

Voor de deeltijdse werknemers die met een vaste wekelijkse arbeidsduur werken (hetzij met vaste uurroosters, hetzij met variabele uurroosters) blijft het krediet 12u/kalendermaand.

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.