Het sociaal strafwetboek duidt de sociaal inspecteurs aan om in ondernemingen te controleren of de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus nageleefd worden.
Het betreft onder meer de controle van de maatregelen in verband met de ‘social distancing’ en het nemen en toepassen van passende preventiemaatregelen (eventueel dragen van een mondmasker, noodzakelijke handhygiëne voor het personeel, …).
Inbreuken worden bestraft met een sanctie van niveau 2.
Wat betekent dit voor de werkgever?
Werkgevers die de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus niet naleven, kunnen door sociaal inspecteurs gesanctioneerd worden met een sanctie van niveau 2.
Context
Steeds meer ondernemingen hervatten hun activiteiten en steeds meer werknemers keren terug naar hun werkplek. Dit kan tot nieuwe besmettingshaarden leiden. Het is dus van essentieel belang dat de maatregelen die worden genomen om de verspreiding van het COVID−19-coronavirus te beperken, ook binnen de ondernemingen strikt worden nageleefd.
De werkgever moet op de werkvloer de nodige maatregelen treffen om de ‘social distancing’ te kunnen naleven. Is dit niet mogelijk, dan moet de werkgever de nodige preventiemaatregelen nemen om een gelijkwaardig beschermingsniveau te voorzien.
Om er op toe te zien dat bedrijven de nodige maatregelen treffen om de verspreiding van het coronavirus te beperken, past men het sociaal strafwetboek aan. Zo duidt het sociaal strafwetboek bijkomende sociaal inspecteurs aan voor het uitoefenen van de nodige controles. Daarnaast breidt men het sociaal strafwetboek uit met een sanctie voor vastgestelde inbreuken.
Juridische inhoud
1. Voor welke overtredingen?
Het sociaal strafwetboek duidt een aantal sociale inspecteurs aan om in ondernemingen te controleren op de naleving van de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus. Deze maatregelen zijn vervat in het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
Concreet gaat het vooral over de controle van de maatregelen in verband met de ‘social distancing’ en het nemen en toepassen van passende preventiemaatregelen.
2. Versterking inspectiediensten
De sociaal inspecteurs van de algemene directie Toezicht op het Welzijn op het Werk krijgen de versterking van volgende sociaal inspecteurs om de inbreuken vast te stellen :
- de algemene directie Toezicht op de Sociale Wetten;
- de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;
- de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;
- FEDRIS;
- het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;
- het Rijksdienst voor de sociale verzekering der zelfstandigen.
Los van hun normale bevoegdheden krijgen deze inspecteurs bijkomende bevoegdheden die normaal gezien voorbehouden zijn aan de sociaal inspecteurs van het Toezicht op het welzijn op het werk. Ze mogen bijvoorbeeld passende maatregelen voorschrijven of specifieke verboden opleggen. Deze bevoegdheden zijn beschreven in de artikelen 43 tem 49 van het Sociaal Strafwetboek.
3. Welke sancties?
Stelt een sociaal inspecteur een inbreuk vast, dan wordt de werkgever bestraft met een sanctie van niveau 2:
Hetzij administratieve geldboete: | Hetzij strafrechtelijke geldboete: |
25 - 250 EUR | 50 - 500 EUR |
Inclusief opdeciemen: 200 - 2.000 EUR | inclusief opdeciemen: 400 - 4.000 EUR |
De geldboete is te vermenigvuldigen met het aantal werknemers waarvoor men de inbreuk vaststelt.
4. Inwerkingtreding
De nieuwe maatregelen treden in werking op 3 juli 2020.