Sinds de zesde Staatshervorming zijn de Gewesten bevoegd voor de reglementering over de dienstencheques. De federale reglementering werd al door de verschillende Gewesten aangepast, met inbegrip van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Maar alle details in Brussel waren nog niet vastgelegd; dit is nu gebeurd met de publicatie van het Brusselse besluit.

De nieuwe wettekst is van toepassing op de activiteiten (= thuishulp van huishoudelijke aard) uitgeoefend ten behoeve van gebruikers die hun hoofdverblijfplaats in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben. In tegenstelling tot de andere Gewesten mogen de activiteiten echter ook in de secundaire woonplaats van de gebruiker plaatsvinden en die plaats moet niet noodzakelijk in Brussel liggen.

Hieronder nog een beknopt overzicht van andere relevante nieuwigheden.

1. Erkenningsvoorwaarden

Het is de Brusselse minister van Tewerkstelling die zorgt voor de erkenning van de dienstenchequebedrijven die activiteiten in Brussel verrichten.

Het betrokken bedrijf moet aan een reeks voorwaarden voldoen om erkend te worden. Het moet onder meer een borgsom van 25.000 EUR betalen en zich engageren om geen klanten of werknemers te discrimineren. In dit kader moet het bedrijf een exemplaar van het "Brussels diversiteitscharter in de dienstenchequesector" ondertekenen en bezorgen aan de Brusselse bevoegde overheid.

Het bedrijf moet zich er ook toe verbinden volgende gegevens aan het uitgiftebedrijf (= bedrijf dat het dienstenchequesysteem beheert) over te maken:

• al haar vestigingseenheden in het Brussels Hoofdstelijk Gewest,
• de lijst van alle werknemers met het soort overeenkomst (arbeidstijd, overeenkomst van bepaalde of onbepaalde duur), hun identificatienummer van de Belgische sociale zekerheid (INSZ), de vestigingseenheid waar de werknemers werken of waar ze aan zijn verbonden en hun eventueel statuut als werkzoekende of leefloner op het ogenblik van de aanwerving.

2. 6 op 10 nieuwe dienstencheque-jobs voor werkzoekenden

In tegenstelling tot Vlaanderen behoudt het Brusselse Gewest de verplichting voor dienstenchequebedrijven om niet-werkende werkzoekenden of leefloners aan te werven. Zes op tien nieuwe dienstenchequejobs moeten immers aan die personen voorbehouden worden.  

Deze verplichting wordt elk jaar nagekeken en voor elke vestigingseenheid van de erkende onderneming.

De onderneming moet in het bezit zijn van een attest van de bevoegde regionale dienst voor arbeidsbemiddeling dat bewijst dat de werknemer aan de voorwaarden voldoet. De werkgever of de werknemer moeten dit attest opvragen uiterlijk 30 dagen na de aanwerving.

De dienstenchequebedrijven kunnen een vrijstelling van de bevoegde Brusselse overheid verkrijgen indien die laatste van oordeel is dat er onvoldoende werkzoekenden met het vereiste profiel zijn om de vacatures in de onderneming in te vullen. De vrijstelling geldt echter voor maximum één jaar.

3. Inwerkingtreding

Op een paar uitzonderingen na treden de meeste bepalingen van het nieuwe besluit in werking op 1 januari 2017.